Hoorcolleges Ying de Jong
Positieve gezondheid
De student heeft een historisch besef van de ontwikkeling van de visie op gezondheid.
Gezondheid, 1948 (WHO): “gezondheid is een toestand van volledig lichamelijk, geestelijk en
maatschappelijk welzijn en niet slechts de afwezigheid van ziekte of andere lichamelijk gebreken”.
Gezondheid, 2012 (WHO): “het vermogen om zich aan te passen en een eigen regie te voeren, in het
licht van de fysieke, emotionele en sociale uitdagingen in het leven”.
De student kan actuele definities van gezondheid vertalen naar de rol van de beweegzorgprofessional.
- Beweegzorgprofessional: BIG-geregistreerde fysio-/oefentherapeut, sportarts of revalidatiearts;
- Beweegprofessional: trainer, coach, fitnessinstructeur of sportbegeleider die buiten reguliere
gezondheidszorg om men begeleidt bij verantwoord bewegen of verbetering lichaamsconditie;
De student heeft historisch besef van ontwikkeling van activiteiten van de beweegzorgprofessional.
Oefentherapeut Cesar:
- 1937: opgericht door Marie Cesar;
- 1967: bewegingsleer Cesar; norm en doelstelling;
- Streven naar optimaal biomechanisch ‘ideaal’ beweeggedrag, door uitvoeren oefenstof;
- Beter bewegen = betere psychologische staat;
- Optimaal en mooi bewegen = bijdrage optimaal functioneren;
Fysiotherapeut:
- 1942: erkenning beroepsgroep fysiotherapeuten;
- Na WOII: opkomst revalidatiecentra, met uitbreiding ‘fysische therapie’;
- Heilgymnastiek: activiteit om gezonde en fitte organen te behouden en ontwikkelen;
- Stoornisgericht behandelen = bijdrage optimaal functioneren;
Normaliseren van afwijkende toestand. Een biologische/biomechanische benadering. Passend bij
toenmalige definitie van gezondheid en maatschappelijke trends.
- Stijve spieren ontspannen;
- Slechte doorbloeding apparaat om doorbloeding te stimuleren;
- Geen optimale houding houding verbeteren;
- Geen mooi beweegpatroon streven naar normatief bewegen;
Maatschappelijke trends:
- Groei aantal beweeg(zorg)professionals;
- Meer kosten gezondheidszorg;
- Leefstijl gerelateerde aandoening en klachten, vergrijzing;
- Splitsing in specifieke stromingen (goeroe-based);
- Waarde toevoegen en bewijzen (evidence-based); wetenschappelijke inzichten
- Verwachtingen cliënt;
De student herkent de ontwikkeling van goeroe-based naar evidence-based.
Groei beweegzorgprofessionals heeft geleid tot groei in specifieke stromingen, zoals manuele therapie
volgens Maitland, Cyriax, Van der Bijl, etc. Manuele therapie: klachten aan wervelkolom en gewrichten
in armen/benen.
1
,Hoorcolleges Ying de Jong
Door stijging kosten van gezondheidszorg is er vanuit de overheid opgelegd om te bewijzen dat men op
deze manier iets toevoegt aan de zorg. Dat kan gedaan worden door middel van wetenschappelijk
onderzoek en deze te implementeren in de zorg. Hieruit is ‘Evidence Based Practice’ (EBP) ontstaan.
- Best evidence from research;
- Clinical expertise and experience;
- Cliënt perspective and input;
De student herkent een ontwikkeling van ‘therapeut-centered’ naar ‘cliënt-centered’.
Vanuit het laatste punt is te herleiden dat de individuele context in de zorg een groot belang heeft.
- Therapeut (eenzijdig): kennis omtrent biologische oorzaken bij artsen en therapeuten;
- Cliënt (systeemvisie): mondige, goed geïnformeerde cliënt met vraagstuk met biopsychosociale
componenten die zelf het gezondheidsprobleem (deels) oplost;
In de verandering van therapeut- naar cliënt-centered speelt het biopsychosociale aspect een steeds
grotere rol, kijkend naar de maatschappelijke trend. Dit systeem is terug te herleiden in het ICIDH/ICF.
- 1980 (WHO) ICIDH: International classification of illness, disabilities and handicaps;
- ICF: International classification of function and disability;
Het biopsychosociale model is een uitbreiding van het ICF-model, waar niet alleen aandacht is voor
biomedische aspecten, maar ook psychologische en sociale factoren die mede bepalend zijn voor ziekte
en het genezingsproces. Het biopsychosociale model is een holistische benadering, er wordt naar het
geheel gekeken en niet naar de som van verschillende onderdelen (systeembenadering).
- Biologisch: leeftijd, gender;
- Psychologisch: mentale en emotionele gezondheid;
- Sociaal: interpersoonlijke omgevingsfactoren;
In de verandering van therapeut- naar cliënt-centered is er een verandering van verzorgings-
maatschappij naar participatiemaatschappij. De zorgverlener zet hierin de cliënt centraal en werkt om
de cliënt heen. Wat is de rol van de factoren rondom de cliënt heen?
- Verzorgingsmaatschappij: samenleving waarom overheid en maatschappelijke groepen samen
de zorg voor de kwetsbare groepen op zich nemen;
- Participatiemaatschappij: samenleving waarin men zelf aandeel heeft in de onderneming
waarvan hen verwacht dat deze meer waard zal kunnen worden in de toekomst;
2
,Hoorcolleges Ying de Jong
De student heeft een beeld van de huidige visie op gezondheid en gezondheidszorg.
Het begrip van gezondheid van de WHO is volop ter discussie gesteld. Volledig welbevinden is
idealistisch, onpraktisch en statisch. Een gezond iemand heeft veerkracht. Hieruit is de nieuwe definitie
veelal aansluitend bij de zorg die geleverd moet worden om gezond te zijn.
2012 (WHO): “het vermogen om zich aan te passen en een eigen regie te voeren, in het licht van de
fysieke, emotionele en sociale uitdagingen in het leven”.
Gezondheid moet geen doel op zich zijn, maar een middel om een zinvol leven te leiden waar eenieder
hun eigen ding kan doen. Positieve gezondheid: een bredere kijk op gezondheid, uitgewerkt in zes
dimensies. Met die bredere benadering draagt men bij aan het vermogen van mensen om met de
fysieke, emotionele en sociale uitdagingen in het leven om te gaan (Institute for Positive Health, 2021).
Informatie Positieve Gezondheid (IPH): link.
Positieve Gezondheid 2.0 (2021): link.
De student ontwikkelt een visie op hun individuele invulling van de beweegzorgprofessional.
Er zijn sinds 2021 twee nieuwe vragen toegevoegd door IPH, met betrekking tot seksualiteit en
intimiteit. Ook deze twee beginnen een steeds grotere rol te spelen, wat terug te zien is in een nieuwe
maatschappelijke trend. Mensen durven meer uit te komen voor zaken die vroeger taboe waren,
genderidentiteit, seksualiteit, seksuele geaardheid etc. Ook deze factoren wegen zwaar voor velen voor
wat betreft gezondheidszorg, een aspect waar velen nog niet mee om kunnen gaan.
Leerdoelen CBL
De student beïnvloedt gezond gedrag van de cliënt vanuit een biopsychosociaal model, rekening
houdend met diversiteit in gezondheidsvaardigheden.
3
, Hoorcolleges Ying de Jong
Theorie
Het menselijk lichaam (corpus humanum) is het fysieke geheel van de mens. Van belang zijn hierbij de
bouw van het menselijk lichaam of menselijke anatomie, de lichaamsfuncties of fysiologie en de
biochemische processen die zich in het lichaam afspelen, het metabolisme of de stofwisseling.
Mobiliseren
De student kan beredeneren waarom iemand wel of niet zou moeten rekken.
Toedienen mobiliserende (rek)prikkel leidt tot toename range of motion (ROM) en vermindering pijn.
Wat voor invloed heeft rekken in de warming-up of cooling down op het verminderen van spierpijn,
voorkomen van blessures en het verbeteren van de sportprestatie?
Het vergroten van de ROM is alleen zinvol als deze functioneel wordt gebruikt. In het kader van de sport
zijn rekoefeningen zinvol wanneer het om sport specifieke bewegingen gaat die een grotere dan
normale ROM vereisen.
Behalve een toename in ROM, worden aan rekken nog andere nuttige effecten toegeschreven. Rekken
kan ook zinvol zijn als doel op zichzelf, bijvoorbeeld als mentale voorbereiding op een sportwedstrijd. Of
gewoon omdat het als prettig wordt ervaren.
Fabels ontkracht:
- Rekken voorkomt geen blessures;
- Rekken vermindert geen spierpijn;
- Rekken bevordert geen prestatie;
- Van rekken wordt je weefsel niet langer;
De student kan de kort en lange termijneffecten van rekken verklaren.
Mechanische effecten van mobiliseren: prikkel vindt plaat in toe-zone en/of elastische zone. Op korte
termijn (therapieduur) geen effecten op kracht-lengte relatie.
- Acute visco-elastische mechanische effecten na rekprikkel (>5min geen rek-winst);
- Op lange termijn beperkte mechanische effecten na rekperiode;
- Effecten waarschijnlijk met name te verklaren vanuit verandering sensorische rektolerantie;
Leg uit waarom het spier en bindweefsel mechanisch gezien niet langer worden na een rekprikkel?
Een spier wordt mechanisch alleen langer als er meer sarcomeren achter elkaar in serie worden
geschakeld. Dit gebeurt niet op korte termijn. Wel door regelmatig eindgrenzen van de ROM te
belasten. Dit duurt maanden tot jaren bij gezonden, niet geblesseerde mensen.
De student kan passende oefeningen met een optimale dosis-respons relatie bedenken.
Bij cliënten gaat het tijdens het rekken met name om een dusdanige prikkel die er gedurende een aantal
herhalingen steeds weer toe leidt dat de rekprikkel verdwijnt (adaptatie). Herwonnen ROM moet zo snel
mogelijk in problematische handeling geïntegreerd worden (use it or loose it): functionele
huiswerkoefeningen.
4