100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting Toets bewegingsonderwijs (bsm) havo 5 periode 1 €3,49
In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Toets bewegingsonderwijs (bsm) havo 5 periode 1

 47 keer bekeken  1 keer verkocht

Volledige samenvatting van de bsm toets van havo 5 periode 1. Belangrijke begrippen zijn gearceerd en uitgelegd.

Voorbeeld 2 van de 5  pagina's

  • 17 november 2022
  • 5
  • 2018/2019
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (71)
avatar-seller
Fleurvanlaarr
5 havo BSM toetsweek periode 1
Energiesystemen: De energie die vrij komt tijdens het afbreken van voedsel word adenosine-tri-
fosfaat (ATP) genoemd. Tijdens de training word ATP gesplitst in ADP + P= ENERGIE.
> afbraak van ATP: ATP word gedeeld in 2 stukken: ADP + P = energie.
Deze snelle vorm van energielevering kun je beschouwen als een soort accu die het lichaam in
werking zet: een auto kan niet starten zonder motor.
er is maar een kleine voorraad van ATP, de voorraad is bij maximale inspanning binnen enkele
seconden op. Daarom moet er razendsnel nieuwe ATP worden gemaakt.
> resynthese van ATP: ADP + P + ENERGIE = ATP.

ATP word voortdurend met dezelfde snelheid waarmee het word afgebroken terug gemaakt met
behulp van de energie uit resynthese: de accu laadt dus continu op.
ons lichaam heeft 3 verschillende systemen die de aanvoer van energie regelt voor de resynthese van
prestatievermogen
ATP:
- (creatine) fosfaatsysteem: De ATP is na enkele seconden op, de CP geeft op dat moment zijn
supercompensatie
fosfaatdeel homeostase
(P) af om een binding te vormen met het ontstane ADP zodat het weer omgezet kan
worden tot ATP.
reversibiliteit
> afbraak van CP: P (fosforzuur) + C (creatine) = ENERGIE , deze energie kan weer gebruikt worden
voor de resynthese van ATP.
Eenoverload.
getrainde sporter maakt in zijn lichaam een extra voorraad CP aan: creatinefosfaatpoel.
- brandstof: creatine fosfaat
- herstel: na 1 minuut is het systeem volledig.
- type inspanning: korte, explosieve activiteiten zoals sprinten, werpen, volleybal.
Tijd:

- anaerobe systeem: het anaerobe systeem neemt de energievoorziening over wanneer de CP is
uitgeput. (zonder zuurstof)
het systeem levert door middel van Glycolyse (suikerverbranding) energie voor de resynthese van
ATP (Koolhydraten worden omgezet in Glucose dat kan direct gebruikt worden voor het leveren van
energie)
Tijdens de anaerobe glycolyse wordt glucose niet helemaal afgebroken, dit komt om dat er bij
intensieve activiteit niet genoeg zuurstof kan worden aangeleverd. Doordat de verbranding van
glucose onvolledig is blijft er een reststof achter, namelijk melkzuur: dit zorgt voor verzuring.
> afbraak anaerobe systeem: Koolhydraten > zonder zuurstof > ENERGIE: kort vol te houden.
- brandstof: glycogeen.
- herstel: na 45 minuten is al het lactaat afgebroken.
- type inspanning: maximale inspanning tussen de 1 en 3 minuten: 1000 meter roeien, judo, 1500
meter schaatsen.

- aerobe systeem: het aerobe systeem neemt de energievoorziening bij langdurig sporten over van
het anaerobe systeem. Het aerobe systeem heeft even tijd nodig om in een steady state te komen:
regelmatige hartslag en ademhaling, er is evenwicht tussen energieverbruik en aanbod.
De arbeid kan heel lang worden volgehouden omdat het vermogen met het aerobe systeem niet heel
loog ligt en hierdoor blijft het lichaam voorzien van voldoende zuurstof en brandstof.
De energie kan tijdens het sporten aangevuld worden met bijvoorbeeld sportdrankjes, je kunt ook
vetten gebruiken maar voor de afbraak van vetten is meer zuurstof nodig. Vetten geven daarentegen

, wel meer energie voor de resynthese van ATP dan koolhydraten.
Duursporters zoals marathons wielrenners, 10 km schaatsers en triatlon sporters gebruiken
hoofzakelijk het aerobe systeem.
> afbraak aerobe systeem: koolhydraten > met zuurstof > ENERGIE: lang vol te houden.
- brandstof: glycogeen vetzuren (eiwitten)
- herstel: na 1 ½ is de glycogeenvoorraad weer aangevuld
- type inspanning: duuractiviteiten: marathon, 10 km schaatsen, wielrennen.

het zuurstoftransportsysteem (cardiovasculair systeem)
tijdens het sporten is het belangrijk dat er voldoende zuurstof en voedingstoffen aan de spieren
worden geleverd.
> kleine bloedsomloop: het bloed gaan vanuit het hart naar de longen en haalt daar de zuurstof op,
het zuurstof rijke bloed gaat weer het hart in en word het lichaam in gepompt.
> grote bloedsomloop: de zuurstof word door de spieren uit het bloed gehaald, dit bloed stroomt
naar het hart en vervolgens gebeurt er precies hetzelfde als bij de kleine bloedsomloop.

hartslagfrequentie: is hoe vaak je hart per minuut pompt.
je kunt hiermee de intensiteit van een trainingsactiviteit vast stellen.
Hoe intensiever de inspanning, Hoe sneller en dieper je hart moet pompen om genoeg zuurstof en
voedingsstoffen naar de spieren te transporteren en koolstofdioxide en afvalstoffen naar de longen
en organen.

VO2max: de maximale arbeid waarbij je lichaam alleen aeroob verband noem je het maximaal
aerobe vermogen.
De VO2 max is het vermogen van je hart, de longen, het bloed en de bloedvaten om belangrijke
voedingsstoffen en zuurstof op te nemen en vervolgens te transporteren naar je spieren. En om de
afvalstoffen af te voeren naar je longen, de lever, de nieren en de milt.
Hoe hoger de VO2max, Hoe hoger het prestatieniveau op activiteiten waarbij het aerobe systeem het
belangrijkst is.

Anaeroob drempel (AD): wanneer een inspanning zo zwaar wordt dat het lichaam niet meer in staat
is om alleen aeroob te verbranden, dat gaat het ook anaeroob verbranden.
je kunt dit het best beschrijven als het moment waarop de melkzuurproductie de melkzuurafbraak
overtreft. > dit komt overeen met de VO2max.

HF rust: je rusthartslag kun je het beste in de ochtend voordat je opstaat meten, ligt rond de 60/70.
HF-max: maximale hartslag - je leeftijd: 220-16= 204
anaerobe drempel: 91% van HF-max: 204 x 0,91= 186 > dit is het moment waarop je van anaerobe
overschakelt naar aerobe.

trainen: is het regelmatig toenemen van de intensiteit van de belasting om je prestatievermogen te
verbeteren.
Tijdens het trainen probeert een sporter zich voor te bereiden op een wedstrijd. De sporter zal de
belastbaarheid (het prestatievermogen van het lichaam) moeten aanpassen aan de belasting van de
wedstrijd.

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Fleurvanlaarr. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 52355 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€3,49  1x  verkocht
  • (0)
In winkelwagen
Toegevoegd