Samenvatting Psychologie van de
Communicator
Boek: Social Psychology and Human Nature (Baumeister &
Bushman)
- Hoofdstuk 1 -
1.1: Over perceptie
Sensatie en perceptie staan beiden op een continuüm. Gewaarwording is een
fysiek proces waarbij we energie uit de omgeving omzetten in elektrische
stimulatie, die vervolgens door onze hersenen omgezet kan worden in
bijvoorbeeld beelden en geluiden. Perceptie is waarneming en een
psychologisch proces. Je ziet dingen door gewaarwording (sensatie), maar
herkent dingen door waarneming (perceptie).
Het proces van sensatie bij het kijken:
1) Licht weerkaatst in ogen en valt op de netvlies (retina)
2) Het netvlies bevat staafjes (voor zien in het donker) en kegeltjes (zien van
kleur)
3) Staafjes en kegeltjes zetten licht om in een elektrochemisch signaal
(transductie)
4) Signaal gaat van de thalamus naar de primaire visuele cortex
5) Vervolgens naar gebieden voor specifieke verwerking
6) Elders in het brein vindt interpretatie plaats (perceptie, dus)
Waar = het maken van een driedimensionale kaart van een omgeving. Je
neemt beweging ook waar.
Wat = het herkennen van voorwerpen en gezichten.
Wanneer we onze ogen bewegen, nemen we niets waar. Dit gebeurt 3 tot
4 keer per seconden. We nemen niets anders dan zichtbaar licht waar, alle
andere lichtgolven zien we niet. We zien ook minder scherp dan we
denken en wat we niet waarnemen, wordt door onze hersenen aangevuld.
1.2: Gestaltwetten
, Perceptie gaat over het ordenen en interpreteren van zintuiglijke informatie en
vindt vaak onbewust plaats. Er zijn twee processen van interpreteren: bottom-up
en top-down. Beide processen worden samen gebruikt.
Bottom-up:
-Wordt bepaald door sensorische informatie en de activatie daarvan in het brein.
-We herkennen visuele voorwerpen in drie fasen:
•We maken een primaire schets (we stellen randen vast van een object)
•Er vindt perceptuele organisatie plaats (we stellen vast welke randen bij
elkaar horen). Er horen hier een aantal gestaltwetten bij: proximity
(objecten die bij elkaar staan, horen bij elkaar), similarity (objecten die op
elkaar lijken, horen bij elkaar), closure (elementen die dezelfde ruimte
omsluiten zijn een geheel), continuity (eenheden en groepen zijn een
geheel als ze een lijn vormen), common fate (objecten die samen
bewegen, zijn dezelfde) figure ground is geen gestaltwet en helpt bij het
onderscheiden van objecten van de achtergrond.
•We maken gebruik van patroon- en objectherkenning (het herkennen van
basale vormen door vergelijking met templates of kenmerken of
onderdelen, zodra we weten waar we naar kijken, vullen onze hersenen de
rest in).
Top-down:
-Onze kennis, verwachtingen en context gebruiken we om informatie te
interpreteren. Informatie wordt efficiënter verwerkt. Ons brein vult de gaatjes in.
-Als je iets eenmaal hebt gezien, kun je het vaak ook niet onzien.
-Perceptie vereist hogere processen.
Bij multimodale perceptie is het geheel meer dan de som der delen.
Multimodale fenomenen: de input van zintuigen wordt gecombineerd tot een
nieuwe perceptie.
Cross-modale fenomenen: de input van een zintuig beïnvloedt de perceptie
van een ander zintuig.
2.3: Post-refrein uithaal
De hoeveelheid aandacht die we ergens aan kunnen besteden is beperkt. We
kunnen bijvoorbeeld met meer informatie geconfronteerd worden, dan waar we
aandacht aan kunnen besteden. Sommige taken vereisen meer aandacht dan
andere taken, met voldoende oefening kun je taken met steeds minder aandacht
uitvoeren.
Modellen van selectieve aandacht:
In dit model wordt alleen geselecteerde geheugen verwerkt en vindt
filtering plaats voordat informatie verwerkt wordt. Je kunt je maar op 1
bron richten.