Gedragswetenschappen colleges
COLLEGE 1 | SENSATIE, WAARNEMING EN PERCEPTIE
Illusie = anders interpreteren dan hoe het bedoelt wordt
Psychologie = geestelijke processen gekoppeld aan gedrag
Een verzamelaar verzamelt om uniek te zijn. Kenmerken: mannen -> uniek willen zijn omdat ze
ergens anders tekort zijn gekomen.
Kernconcept psychologie: wetenschap van gedrag en psychische processen. Systematische en
openbare bestudering van oorzaken en gevolgen van menselijk gedrag.
4 kenmerken wetenschapen:
• Meetbaar
• Oorzaak-gevolg
• Systematisch
• Openbaar
3 houdingsaspecten:
• Nieuwsgierig
• Geïnteresseerd
• Sceptisch
Stromingen van de psychologie:
• Biologische invalshoek = al het gedrag wat je hebt heb je vanaf het begin (geboorte,
erfelijkheid). Uitkomst is voorspelbaar.
• Behaviorisme = gedrag kun je aanleren (straffen en belonen
o Pavlov
o Stimulus – respons
o Conditioneren en bekrachtigen
• Psychoanalyse
o Onbewuste
o Driften,
o Id, ego, super ego
o Droom en vrije associatie
• Humanistisch = ieder mens is uniek en kan groeien
o Vrije wil
o Bewuste ervaring
• Cognitief = leren
o Actieve betekenisgeving
o Informatieverwerking
• Sociocultureel = bredere sociale context
Sensatie is het gewaarworden van een stimulus. Perceptie/waarneming is de betekenisgeving van de
sensatie (ervaringen, stemmingen, omgeving, adaptatie etc.). Waarnemen heeft alles te maken met
sensorische adaptatie.
Ordeningsprincipes
- Wet van de gelijkheid = dingen die gelijk zijn, worden bij elkaar geordend (yoghurt zit
bijvoorbeeld in een groene verpakking, melk in blauw).
, - Wet van Prägnanz = we willen zien wat we denken te zien (panda is lief volgens WNF, maar
eigenlijk is een panda niet lief)
- Perceptuele predispositie = gehoorsvoorkeur (moeders horen vaker een baby huilen, als je
fan bent van Ajax zie je overal het woord Ajax in terug bijvoorbeeld)
- Subjectieve contouren =
COLLEGE 2 | MOTIVATIE EN EMOTIE IN RELATIE TOT ZIEKTE
Emotie en ziekte beïnvloeden elkaar.
Maslow: behoeften hierarchie
De amygdala beinvloedt emotie.
Model van Loeser:
Acute pijn = weefselbeschadiging, biologisch doel, respondente pijn, medicatie
Chronische pijn = langer dan prognose, kan gaan over wel of geen weefselbeschadiging
Meten van pijn kan objectief en subjectie: fysiologische maat, gedragsobservaties en zelfrapportages