VWO Aardrijkskunde Zuid-Amerika
Hoofdstuk 1
§1 Ligging
Kennismaking
Zuid-Amerika ligt tussen 12 N.B. en 60 Z.B. en tussen 80
W.L. en 22 W.L. Bestaat uit dertien zelfstandige staten.
Zuidpunt heet Cono Sur (Argentinië, Uruguay, chili en
Paraguay). In de buurt van Zuid-Amerika liggen een
aantal Engelse eilanden.
Zuid-Amerika in delen
Verschillende hoogtezones; uitgestrekt gebied met
dezelfde maximale hoogte.
- Het Andesgebergte ligt aan de westkant, meer dan
4000 meter. De Aconcagua is hoogste bergtop. Er zijn
veel vulkanen, waaronder de Cotopaxi.
- Hoogvlakte/hoogland (De Altiplano) ligt in
Andesgebergte bij Chili, Bolivia en Peru. Vlak of golvend
gebied met hoogte van meer dan 500 meter.
- Het tropische laagland ten oosten van Andesgebergte,
tot 200 meter met tropisch regenwoud. De rivieren de
Orinoco, de Amazone en de Parana stromen er
doorheen.
- Hooglandgebieden in het noorden (Hoogland van
Guyana) en in het oosten (Hoogland van Brazilië).
- Plateau van Patagonia, in de Cono Sur. Hoogvlakte die
van oost naar west oploopt van 500 naar 1500 meter.
Ook ligt er ten westen van het continent de Atacama
Trog.
Beeldvorming
Veel mensen hebben van Zuid-Amerika een stereotype beeld; vastliggend, algemeen beeld
over een groep mensen, een gebied of een groep verschijnselen of gebeurtenissen. Een
mental map (kaart in je hoofd die een uitdrukking is van subjectieve beelden van een
gebied) ontstaat door percepties; manier waarop iemand de werkelijkheid waarneemt en
een beeld vormt. Er ontstaat een geografische beeld (ligging, landschap, bevolking en
interne/externe relaties).
§2 Ongekende natuur
Zuid-Amerika heeft meerdere tektonische platen. Vaste land ligt vooral op de Zuid-
Amerikaanse plaat, hier omheen liggen Nazcaplaat, Caribische plaat, Scotiaplaat en
Antarctische plaat. Door beweging van deze platen, veel hoogteverschillen op het
continent.
, De Andes
Westen van Zuid-Amerika heeft subductiezone, wegduiken oceanische korst
Nazcaplaat ontstaat een diepzeetrog van meer dan 8 km diep. Daarnaast ligt de
Cordilleras de los Andes, de langste aaneengesloten bergketen op aarde met 150
toppen van meer dan 6 km hoog (uitzonderlijk hoog voor gebergte door
subductie).
In de bergketen 4 zones met vulkanisme die worden afgewisseld door
volcanic gaps. Hier is de jonge oceanische korst lichter waardoor de plaat niet
meteen diep naar beneden duikt, maar gaat meer horizontaal landinwaarts.
Hierdoor ontstaan wel aardbevingen, waar de epicentra honderden km
landinwaarts kunnen liggen.
De Nazcaplaat smelt in de diepte dus er zijn stratovulkanen ontstaan, in Zuid-
Amerika is het magma vloeibaar en bevat niet veel gassen. Het gestolde lava
wordt het gesteente andesiet. Hier komen kleine en grote kristallen in voor.
Op 3 plekken voor de kust van Zuid-Amerika zijn er in de Grote Oceaan
hotspots actief. De bekendste ligt onder de Galapagos eilanden, hier komen
schildvulkanen voor.
Hoogtezones
Andesgebergte westkust oostkant hiervan ligt de Altiplano
(hoogvlakte/hoogland Chili Peru Bolivia. +-4km).
Hooglanden van Guyana en Brazilië, plateau van Patagonia, schilden. Bestaan
uit diepte en metamorfe gesteente zijn als gevolg van erosie onderliggende
lagen aan oppervlakte gekomen. Gesteente meer dan een miljard oud.
Tussenliggende tropische laaglanden waarin 3 rivieren stromen. Bestaan uit
sedimenten.
Ertsen
Bodem Z-A is rijk aan delfstoffen (ertsen en fossiele brandstoffen zoals aardolie, aardgas,
ijzererts) veel ertsen in Chili, Brazilië, Peru. 3 soorten ertsvorming:
1.) Door sedimentatie, in samengedrukt marien sediment in oud gesteente komt heel veel
ijzererts voor.
2.) Door uitspoeling, Bauxiet (grondstof aluminium) ontstaat in gebieden tropisch
regenwoud door chemische verwering. Alle goed oplosbare mineralen spoelen uit,
onvruchtbare bodem met hoge concentratie (minder goed oplosbare) ijzer en
aluminiummineralen over, die bodem heet latosol of lateriet.
3.) Afkoeling magmahaarden. Magma bevat veel chemische elementen met ander
smeltpunt. Onstaan lagen met allemaal zelfde smeltpunt, eerst kwarts dan graniet.
Fossiele energiebronnen
In Z-A grote olie en gasvoorraden. Onstaan in zee waar organische stoffen samen worden
geperst. Door hogedruk en in de aardkorst toenemende temperatuur aardolie en gas
ontstaan uit resten organismen. Bij bewegende aardkorsten kunnen die ontsnappen. Door
de mens aangeboord kunnen worden.