De samenvatting bevat alle hoofdstukken en hoorcollege aantekeningen van dit curriculum. Relevante (juridische) termen zijn vetgedrukt, zodat dit makkelijker onthouden is.
Wat is bestuursrecht?
Het bestuursrecht heeft betrekking op het openbaar bestuur, hetgeen het openbaar bestuur
doet en op zijn relatie tot de burgers. Tot het openbaar bestuur behoren de besturen van
gemeenten, provincies en waterschappen, de ministeries. Het bestuursrecht regelt de
volgende onderwerpen:
1. Organisatie;
2. Bevoegdheden;
3. Normering;
4. Handhaving; en
5. Rechtsbescherming.
Bijzondere delen en algemeen deel
De bijzondere delen hebben betrekking op afzonderlijke (specifieke) beleidsterreinen, terwijl
het algemene deel betrekking heeft op de centrale leerstukken van het bestuursrecht. Bij
bijzondere delen kan men denken aan de Milieuwet, Woningwet. Het algemene gedeelte is
te vinden in de Awb.
Op 1 oktober 2010 heeft er een belangrijke wijziging plaatsgevonden in het bijzondere deel
van het bestuursrecht, namelijk het omgevingsrecht. In hoofdstuk van de Wabo (Wet
algemene bepalingen omgevingsrecht) zijn zo’n 25 voormalige toestemmingen geïntegreerd
in één omgevingsvergunning. Dit heeft ertoe geleid dat voor heel veel activiteiten nog maar
één vergunning nodig is, terwijl dit vroeger in bepaalde gevallen meer waren. Een
vergunning voor een bepaalde activiteit, noemt men een omgevingsvergunning.
Het belang en de plaats van het bestuursrecht
Onder het bestuursrecht vallen onder andere de volgende besluiten en procedure: het
heffen van belastingen, het toekennen van uitkeringen, studiebeurzen en het verkeersrecht.
De bestuursrechtspraak probeert het bestuursrecht meer aan zijn maatschappelijke doelen
te laten voldoen en een tegenwicht tegen de juridisering te bieden door gericht te zijn op
een inhoudelijk eindresultaat bij een proces bij de bestuursrechter (finale
geschillenbeslechting) en het sneller doen van uitspraken.
Nederlands bestuursrecht en Europees bestuursrecht
Het Nederlandse bestuursrecht is verweven met Europees (en internationaal) bestuursrecht;
zowel met het EU-recht als met mensenrechtenverdragen, in het bijzonder het EVRM.
Vooral de rechtspraak van het Hof van Justitie en het EHRM zijn van grote invloed op het
Nederlandse bestuursrecht.
Kenmerken van het bestuursrecht
Nederland is een democratische rechtsstaat. Dat wil zeggen dat de overheid fundamentele
rechten en vrijheden van burgers dient te eerbiedigen, zich moet inzetten voor de
verwerkelijking van die rechten en vrijheden, terwijl dit alles geschiedt onder controle van
de door het volk in vrije verkiezingen gekozen volksvertegenwoordiging.
,De vier fundamentele eisen/ doelen van de rechtsstaat zijn:
1. Wetmatigheid van het bestuur;
2. Rechterlijke controle;
3. Evenwicht tussen de machten;
4. Eerbiediging van grondrechten.
Twee uitgangspunten
1. Het legaliteitsbeginsel: het bestuur heeft voor zijn handelen een grondslag nodig in
de wet en moet dan ook handelen conform de wet;
2. Het specialiteitsbeginsel: het bestuur mag bij de uitvoering van een bepaalde
wettelijke regeling slechts de belangen behartigen ter bescherming waarvan de
betrokken regeling in het leven is geroepen (doel);
3. Openbaarheid van bestuur: vanuit een democratisch oogpunt is het van belang dat
het bestuur met zijn handelingen, vergaderingen en beslissingen in de openbarheid
treedt.
De structuur van de bestuursrechtelijke normstelling
De hiërarchie is als volgt:
1. Verdragen;
2. Statuut;
3. Grondwet;
4. Wetten in formele zin;
5. Algemene maatregelen van bestuur;
6. Ministeriele regelingen (verordeningen);
7. Provinciale verordeningen;
8. Gemeentelijke verordeningen en waterschapsverordeningen
9. Beleidsregels;
10. Voorschriften/ verplichtingen verbonden aan een beschikking.
Gelede normstelling
Bijzondere normen staan vaak niet in één wet. Hierdoor komen de bijzondere normen op
verschillende niveaus tot stand. Dit heet (verticale) gelede normstelling. De normenstelsel
hiërarchie is als volgt:
1. Wabo en Woningwet (wetten in formele zin);
2. Bor en Bouwbesluit 2012 (amvb’s);
3. Mor (ministeriële regeling);
4. Bouwverordening (gemeentelijke verordening);
5. Omgevingsvergunning (beschikking).
Redenen voor de (verticale) gelede normstelling
- Het is gewenst dat normen worden vastgesteld na overleg of inspraak;
- Pas in een concreet geval kan worden aangegeven hoe moet worden gehandeld;
- Het decentralisatiebeginsel: besluitvorming zo dicht mogelijk bij de burger;
- Nadere regelgeving vergt soms vergaande administratieve en technische details;
- Normen moeten constant en snel aangepast worden aan de omstandigheden; en
- Het is praktisch onmogelijk om alles bij formele wet te regelen.
, Nadelen aan de (verticale) gelede normstelling:
- Het uithollen van de democratische legitimatie: doordat regelgevende bevoegdheid
wordt gedelegeerd naar instanties die niet democratisch verkozen zijn, verliezen de
normen democratische legitimatie.
- Lastiger opzoeken: door de gelede normstelling wordt het lastiger om de grondslag
van bevoegdheden te vinden.
Naast de verticale normstelling is er ook sprake van horizontale normstelling. Hierbij kunnen
er in bepaalde gevallen meerdere wetten van hetzelfde niveau tegelijkertijd op een geval
van toepassing zijn. Voor een vergunning moet dan aan alle wettelijke kaders getoetst
worden, anders kan de desbetreffende vergunning niet worden verstrekt.
De Algemene wet bestuursrecht
De Awb begint met definitiebepalingen en kent een opbouw van algemeen naar bijzonder
(gelaagde structuur).
Doelstellingen van de Awb
1. Meer eenheid in bestuursrechtelijke wetgeving;
2. Het vereenvoudigen en systematiseren van wetgeving;
3. Het in de wet vastleggen van normen die in de rechtspraak zijn ontwikkeld (bijv. het
zorgvuldigheidsbeginsel en het motiveringsbeginsel); en
4. Het treffen van voorzieningen die naar hun aard een algemene regeling behoeven,
omdat ze anders in elke regeling afzonderlijk getroffen zouden moeten worden.
Relatie tot andere wetgeving
1. Dwingend recht: bij bepalingen van dwingend recht in de Awb mag er in lagere
wetgeving niet van worden afgeweken. Bijzondere wetten gaan echter wel voor op
de Awb, een van de voorrangregels met betrekking tot de verhouding tussen wetten
luidt namelijk dat de bijzondere wet voor de algemene wet gaat. Ook kan een
bijzondere wet bepalen dat artikelen van de Awb buiten toepassing blijven.
Bijvoorbeeld ‘in afwijking van de Awb’.
2. Regelend recht: hierbij staat in de Awb de hoofdregel, maar afwijking in lagere regels
is uitdrukkelijk toegestaan. Bijvoorbeeld ‘tenzij bij wettelijk voorschrift anders is
bepaald’.
3. Aanvullend recht: hierbij staat in beginsel de regel in andere wetgeving, als deze er
niet te vinden is, dan is de Awb van toepassing. Men moet dus altijd eerst de in een
concreet geval van toepassing zijnde bijzondere regeling raadplegen. Pas als deze
niets bepaalt, geldt de aanvullende regeling in het desbetreffende artikel van de
Awb.
4. Facultatief recht: hierbij hebben lagere wetgevers de bevoegdheid deze regels
toepasbaar te verklaren. Dit mag, maar moet niet, daarom heet het facultatief recht.
Er is hier dus keuzevrijheid.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper AnoniemeStudent010. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €10,49. Je zit daarna nergens aan vast.