Practicum week 5 - Lianne Afman
A: r= 0,65
B: r= 0,77
C: r= 0,86
D: r= 0,55
2. bereken de correlatie tussen de bovenstaande paren variabelen, en voeg de regressielijn
toe.
- Als je de correlatie van alle 4 de paren afrond kom je uit op 0,82
3. Klopten je schattingen van de correlaties? Als ze niet klopten, welke kenmerken van de
spreidingsdiagrammen hebben je dan op het verkeerde been gezet?
- Nee mijn schattingen klopte totaal niet, het lijken allemaal totaal andere grafieken
maar ik had beter naar de waardes op de x-as moeten kijken.
4. a. Is de correlatie een geschikte samenvattingsmaat om iedere soort van samenhang
weer te geven tussen twee variabelen?
- Nee, er wordt bij het berekenen van de correlatie ook outliers meegenomen, en deze
hebben een grote invloedt op de correlatie waardoor het verband minder valide is.
Ook weet je na het berekenen van de correlatie alsnog niet wat voor soort verband er
is, er kan bijvoorbeeld wel een hoge correlatie zijn terwijl er eigenlijk geen duidelijk
verband is.
, b. Geef per variabelen paar uit opgave 1 aan of de correlatie een geschikte maat is.
A: ja, je ziet hier een lineair verband, en bij een lineair verband is de correlatie een geschikte
maat
B:nee, want hier is geen sprake van een lineair verband
C: Ja, alleen door de outlier is de correlatie veel minder hoog, als je de outlier niet mee zou
nemen in je berekening is de daadwerkelijke correlatie een stuk hoger.
D: zelfde als bij grafiek c
5. Ben je het eens met Moore, McCabe & Craig? Wat is de belangrijke les van Anscombe's
data?
Ja, als je eerst de data grafisch weergeeft in een grafiek kan je in een oogopslag al zien of je
verbanden kan trekken, of er bijvoorbeeld sprake is van een lineair verband, of dat er
bijvoorbeeld een outlier is die het kan beïnvloeden.
Opdracht 5 - 2 . Ruimtelijk inzicht van kinderen met een neurologische stoornis
1. a Schets hieronder een spreidingsdiagram zoals je dat zou verwachten als de scores
op Test A en Test B volledig overeen zouden komen. Vergeet de schaal op de x- en
y-as niet.
b. beschrijf de samenhang die je bij 1a. hebt getekend
Een Lineair recht evenredig verband..
2. Maak m.b.v. SPSS een spreidingsdiagram om de samenhang tussen de scores op
Test A en op Test B weer te geven.
a. Bekijk het spreidingsdiagram van de data. Hoe zou je het verband tussen de scores op
Test A en B beschrijven?
Ik zou zeggen dat er een
positief verband is, en het
verband is relatief sterk.