100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting OWG 3 Neuropsychologische Stoornissen – Ontwikkeling en Plasticiteit €3,49
In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting OWG 3 Neuropsychologische Stoornissen – Ontwikkeling en Plasticiteit

1 beoordeling
 171 keer bekeken  1 keer verkocht

Relevante literatuur verwerkt relevant voor de ontwikkeling en plasticiteit van de hersenen

Laatste update van het document: 8 jaar geleden

Voorbeeld 3 van de 25  pagina's

  • 19 maart 2016
  • 3 mei 2016
  • 25
  • 2015/2016
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (15)

1  beoordeling

review-writer-avatar

Door: annevneer • 7 jaar geleden

avatar-seller
VaDu
OWG 3 Neuropsychologische Stoornissen – Ontwikkeling en Plasticiteit

1. From embryo to adult.
a. Hoe ontwikkelt het brein zich van foetus tot volwassen?
b. Wat is normale plasticiteit in kinderen en volwassenen?

HOOFDSTUK 3.3 Kolb

Het ontwikkelende brein is minder complex dan het volwassen en ontstaat uit een structuur
van 3 lagen.




Tijdens latere stadia in het leven ontwikkelen de voorste en achterste delen vooral en
verdelen zich verder onder tot 5 regio’s in totaal (zie b).

Het primitieve ontwikkelende brein (zie a) kent 3 regio’s die herkenbaar zijn als een soort
vergroting aan het einde van de embryonische ruggengraat.
 De voorhersenen (prosencephalon) zijn verantwoordelijk voor reukzin.
 De middenhersenen (mesencephalon) is verantwoordelijk voor zien en horen.
 De achterhersenen (rhombencephalon) is verantwoordelijk voor beweging en balans.
Het ruggenmerg wordt gezien als een deel van de achterhersenen.

Het voorste deel van de prosencephalon ontwikkelt zich verder om de cerebrale hemisferen
te vormen (de cortex en daaraan gerelateerde delen); ook wel bekend als de telencephalon
(eindhersenen). In het achterste gedeelte van de prosencephalon, de diencephalon (tussen
de hersenen), bevindt zich de thalamus.

Achter het mesenchephalon, ontwikkelt de rhombencephalon zich verder en verdeelt zich in
het metencephalon (across brain; hierin hete vergrootte cerebellum zit) en de
myelencephalon (spinal brain; het lagere gedeelte van de hersenstam).

,Wanneer we de grootste structuren van het CNS beschrijven, worden ze volgens de 3
structuren gegroepeerd van het forebrain, de brainstem en spinal cord. Grofweg geeft deze
indeling ook het functioneren van de hersenen aan:
 Forebrain: gedeelte van cognitieve processen.
 Brainstem: gedeelte van regulerende processen (drinken, eten, slapen…)
 Spinal cord: reflexieve motorische functies.
Echter, gedrag wordt meestal niet door 1 laag bepaald/gestuurd, daarbij zijn alle lagen
betrokken.

De hersenen beginnen als een buis en ook al vouwt het zich uit en rijpt het, de binnenkant
blijft hol en is gevuld met vocht. De 4 prominente ruimtes van het holle gebied heten de
ventrikels (bladders), genummerd van eerste tot vierde. De laterale ventrikels (eerste en
tweede) vormen c-vormige meren die onder de cerebrale cortex gelegen liggen, terwijl de
derde en vierde ventrikels zich uitstrekken tot in de brainstem en spinal cord.

Het cerebrale aquaduct verbindt de derde en vierde ventrikel. CSF wordt geproduceerd door
ependymal gliacellen die naast de ventrikels liggen. CFS stroomt van de laterale ventrikels
door de vierde ventrikel om leeg te lopen in het circulerende systeem aan de basis van de
hersenstam.




HOOFDSTUK 23 Kolb

Gedragsveranderingen die een gevolg zijn van neurale functies kunnen op 3 manieren
onderzocht worden:
1. Kijken naar de rijping van het zenuwstelsel en dit in verband brengen met de
ontwikkeling van bepaald gedrag. Wanneer hersenstructuren ontwikkelen, komen
functies tevoorschijn die zich manifesteren in gedrag dat we kunnen zien. Structuren
de sneller ontwikkelen, uiten functies sneller terwijl bijvoorbeeld de frontale kwabs
langzamer ontwikkelen. Het brein ontwikkeld tot nog ver na de adolescentie
waardoor sommige gedragscapaciteiten ook pas tegen die tijd ontwikkelen.
2. Is tegenovergestelde van eerste. Je kijkt naar het gedrag van een opgroeiend kind om
vervolgens conclusies te verbinden over de neurale rijping. Bv als taal bij een jong
kind dan verwachten we veranderingen in de neurale structuren die taal besturen.
Dat soort veranderingen worden ook gevonden.
3. Kijken naar een soort combinatie van de eerste 2. Het feit dat een bepaalde
hersenstructuur ontwikkelt is niet voldoende; we willen ook weten welke ervaringen
deze structuur vormgeven en daarom leiden tot gedrag dat vertoond wordt.
Sommige ervaringen die hersenfuncties beïnvloeden hebben te maken met de

, effecten van hormonen, letsel of abnormale genen. Bv. we zouden kunnen
bestuderen hoe een abnormale afscheiding van een hormoon effect heeft op een
bepaalde hersenstructuur en bepaald gedrag. We kunnen dan concluderen dat het
geobserveerde abnormale gedrag het resultaat is van het abnormale functioneren
van een hersenstructuur want die structuur met je een rol spelen in het controleren
van gedrag.

Ontwikkeling van het menselijk brein
3 weken na verwekking heeft een embryo een primitief brein; in wezen een vel cellen aan
één zijde van het embryo. Dit vel van cellen rolt zich op en vormt een structuur, de neurale
tube genaamd (net zoals dat een vlak stuk papier opgerold kan worden om een cilinder te
maken).
Gedurende de daaropvolgende drie weken van ontwikkeling treden er met grote snelheid
veel veranderingen op in het lichaam en zenuwstelsel. Rond 7 weken (49 dagen) begint het
embryo te lijken op een miniatuur van een persoon, en na ongeveer 100 dagen beginnen de
hersenen er menselijk uit te zien.
De gyri en sulci beginnen zich pas rond 7 maanden te ontwikkelen. Aan het einde van de 9 de
maand heeft het brein de bruto verschijning van een volwassen menselijk orgaan, ondanks
dat de cellulaire structuur verschillend is.

Onderzoek naar de ontwikkeling van het brein van een kind heeft laten zien dat er een
bepaalde volgorde zit in de veranderingen van het brein (te zien in plaatje).




Fases van hersenontwikkeling:
- Geboorte/genereren van cel
- Migratie van cel
- Differentiatie van cel
- Rijping van cel (dendrieten en axon groei)
- Synaptogenesis (vorming van synapsen)
- Celdood of pruning (bijsnoeien)
- Myelogenesis (vorming myeline)

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper VaDu. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 53340 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€3,49  1x  verkocht
  • (1)
In winkelwagen
Toegevoegd