Biologie Samenvatting. Hoofdstuk 20.
Eiwit.
20.1. Van polypeptideketen tot werkzame eiwitten.
De ziekte van Alzheimer is een eiwitprobleem dat niet eenvoudig op te
lossen is. Elke cel in je lichaam kan duizenden verschillende eiwitten
vormen. Deze moeten ook allemaal terecht komen op de plaats van
bestemming. Dit kan in het grondplasma zijn, maar ook buiten de cel. Om
ze op de juiste plaats te krijgen, krijgen ze een adreslabel mee. De code
voor eiwitten ligt in het DNA. Na transscriptie (DNA wordt RNA), gaat het
mRNA naar een ribosoom in het grondplasma. Daar begint de translatie.
(Per codon – 1 aminozuur). Het eerst gevormde stukje polypeptideketen is
een adreslabel. Dit adreslabel bindt aan een signaalherkenningsmolecuul
(SHM). De translatie stopt tijdelijk. Anders zou je een te lange keten
krijgen die niet meer door het smalle eiwitpoortje past. Het SHM hecht aan
een SHM-receptoreiwit. Het ribosoom koppelt aan een ribosoomreceptor
van het ER. Door deze 2 dingen komt het ribosoom precies boven een
eiwitpoort die open gaat. Energierijk GTP hecht aan de SHM-receptor. Hier
door gaat het eiwitpoortje open, de polypeptideketen komt in het ER. GTP
heeft zijn energie afgegeven en de translatie kan verder gaan. Ook het
SHM komt weer vrij. Als de stopcodon bereikt is, dan bindt een
ontkoppelingsfactor aan het mRNA. De polypeptideketen laat het ribosoom
los en komt in het ER terecht. De eiwitpoort sluit. In het gladde ER begint
de omzetting van polypeptideketen naar eiwit. De keten krijgt zijn
eiwitstructuur en toevoegingen. Stukjes ER-membraam gaan
transportblaasjes vormen, zodat de eiwitten voor de laatste afwerking
naar het Golgi-systeem worden vervoerd.
In het Golgi-systeem ontstaat de definitieve eiwitvorm. Er worden
fosfaatgroepen toegevoegd, de toegevoegde suikers in het ER kunnen
worden gewijzigd en/of meerdere polypeptideketens worden aaneen
gekoppeld tot eiwit. Het Golgi-systeem verpakt en sorteert de gevormde
eiwitten in blaasjes. Adreslabels bepalen de eindbestemming. De
verschillende eindbestemmingen zijn:
- Afvoerbuis van een klier (exocytose)
- Lysosomen in het cytoplasma. Afvalstoffen afbreken
- Eiwitten in membranen. Eiwitpoorten
Eiwitten hebben een specifieke structuur. Neerslag van eiwitten tussen
hersencellen worden plaques genoemd en eiwitkluwens in hersencellen
zijn tangles.
Hiernaast zie je de verschillende structuren:
- Primair (Aminozuur & volgorde.)
- Secundair (Gevouwen in bepaalde vorm met α-helix en β-plaat.)
- Tertiair (Driedimensionaal, bindingen tussen restgroepen.)
- Quaternair (Verschillende polypeptiden vormen een groot eiwit.)
, Door een hoge
temperatuur of door
bepaalde chemicaliën
kan een eiwit
denatureren. H-bruggen
verbreken. Nieuwe H-
bruggen geven een
andere ruimtelijke
structuur. Het verlies van
de oorspronkelijke
structuur heet
denaturatie.
20.2. Functies van
eiwitten.
De ziekte van Alzheimer heeft
2 waarneembare kenmerken:
plaques en tangles.
Plaques zijn ophopingen van
eiwitten tussen de hersencellen. Tangles zijn eiwitkluwens binnen de
hersencellen. Ze verstoren de werking van de hersenen.
Hersencellen maken zowel bij Alzheimerpatiënten als bij gezonde mensen
het eiwitmolecuul APP. Bij de afbraak van verouderd APP ontstaan
eiwitfragmenten. Die kunnen aan elkaar klonteren tot plaques. De tangles
in de hersencellen ontstaan door het samenklonteren van tau-eiwitten. Bij
Alzheimerpatiënten zijn deze eiwitten niet oplosbaar en vormen ze
kluwens.
Normale tau-eiwitten spelen een rol bij het in stand houden van het
cytoskelet. Het celskelet bestaat vooral uit microtubuli: microscopisch
kleine holle buisjes die de transsportwegen binnen de cel zijn.
Motoreiwitten zijn vrachtwagen binnen de cel. Zij vervoeren blaasjes met
voedingsstoffen langs de microtubuli. Motoreiwitten hebben 2 voeten: als
een van de 2 bindt dan laat deze voet ADP los en bindt ATP. Het
eiwitmolecuul verandert van vorm. Dan slingert de andere voet naar voren
en bindt ook aan microtubuli. Inmiddels verlaat in de eerste voet Pi het
eiwitmolecuul. Dan laat de tweede voet ADP los en bindt ATP. Zo verplaatst
het motoreiwit zich. Het celskelet is een flexibel transportsysteem. Bij
Alzheimerpatiënten kunnen de tau-eiwitten geen microtubuli meer
vormen. Zo sterven de hersencellen af.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper loeskooymans. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.