Samenvatting Communicatie handboek H1 t/m H7 door Maureen Blok
Hoofdstuk 1
Non-intentionele communicatie: Communicatie waarbij de zender niet de
bedoeling heeft om te communiceren. De boodschap komt wel bij de ontvanger.
Intentionele communicatie: Communicatie waarbij de zender wel de bedoeling
heeft om te communiceren met de ontvanger. Ook wel “bewust communiceren”.
Vijf grote ontwikkelingen in het vakgebied:
1. Geintegreerde communicatie
2. Medewerkers en organisaties communicatiever
3. De relatie staat centraal
4. Van offline naar online
5. Accountability (op persoonsniveau, afdelingsniveau en organisatieniveau)
De plaats van de communicatie in de organisatie:
Staffunctie en Lijnfunctie (zie begrippen H1)
Human Research management: Dit houdt in dat gemotiveerde en betrokken
medewerkers de ruimte krijgen in het werk dat ze doen. Ook worden
medewerkers gestimuleerd om te ontwikkelen. Gebieden waarop Communicatie
en HR samenwerken: onderzoek, faciliteren, organisatie van events, intranet,
interne publicaties.
Functies en activiteiten van communicatieprofessional:
1. Managen
2. Begeleiden
3. Organiseren
4. Creëren
5. Adviseren
6. Analyseren
Begrippen:
Accountability: Het nemen van verantwoordelijkheid voor de communicatie en
het afleggen van verantwoording daarover.
Communicatie: Communicatie is een proces van tweerichtingsverkeer waarbij
zender en ontvanger beiden actief kunnen zijn en van rol kunnen wisselen.
Lijnfunctie: Afdeling die onder een bepaalde dienst of sector in de organisatie
valt en een ondersteunende rol heeft.
Marketingcommunicatie: Alle communicatie waarmee de organisatie probeert
het productimago te behouden en te verbeteren, of de afzet van producten en
diensten te bevorderen.
Staffunctie: Afdeling die rechtstreeks valt onder de directie en een adviserende
functie heeft.
,Hoofdstuk 2
Vier aspecten van de boodschap:
1. Een appellerend aspect: Beroep wordt gedaan op ontvanger met een
boodschap.
2. Een relationeel aspect: Verhouding tussen zender en ontvanger blijkt uit
boodschap.
3. Een expressief aspect: Emotie en gevoel dat wordt geuit via de
boodschap door zender.
4. Een zakelijk aspect: Beschrijving van informatie en feiten in de
boodschap.
Aspecten van het ZBMO-model:
Referentiekader: Dit is het geheel aan normen en waarden, ervaringen, regels
en gewoonten waarop de ontvanger zijn denken en handelen baseert.
Encoderen, decoderen, terugkoppeling, feedback, ruis, redundantie (zie
begrippen H2)
Twee grote beperkingen van het basismodel (ZBMO) zijn:
1. Verschuiving van de macht naar de ontvanger: Vroeger lag de macht
bij de zender. Nu is die verschoven naar de ontvanger. Deze kan uit de vele
boodschappen kiezen welke interessant is. Als dit niet het geval is, zapt hij
door naar het volgende.
2. De ontvanger is nooit passief: In het basismodel heeft deze een vrij
passieve rol. Dit is in de werkelijkheid niet het geval. De ontvanger kiest
zelf welke informatie hij wil ontvangen en koppelt deze aan al aanwezige
kennis door deze zich eigen te maken.
Communicatiemodaliteiten (zie begrippenlijst voor toelichting):
1. Propaganda
2. Reclame
3. Public relations
4. Voorlichting
5. Informatie (communicatie met een neutraal karakter. Bv: Hoe laat is het?)
Er bestaat interpersoonlijke en massacommunicatie. (zie begrippenlijst
voor toelichting)
Communicatietheorieen:
1. Netwerkmodellen: Er is sprake van een groot netwerk waarin iedere
deelnemer invloed heeft op de andere. Hierdoor kan men een eigen
mening vormen. Het is van belang te weten dat bij het proces van
beïnvloeding de sociale omgeving van ieder persoon het belangrijkst is.
(Labeling en Framing).
, 2. Agendasetting: De massamedia bepaalt waarover we denken maar niet
wat we hier precies over denken. Hierin selecteert men bewust informatie
en deze verkregen informatie wordt bepaald door de media.
3. Uses and gratifications: Deze theorie is van mening dat je als ontvanger
zelf moet bepalen welke media je gebruikt, wanneer je deze media inzet
en wat je van de media wilt ontvangen.
4. Narrowcasting: Hierbij staat een specifiek persoon centraal. De
informatie die wordt verkregen heeft te maken met de individuele
voorkeuren.
5. Broadcasting: Dit betekent dat een bepaalde aantal zenders een grote
doelgroep probeert te bereiken.
6. Two step flow: Deze theorie stelt dat men zich meer door andere
personen(opinieleiders) laat sturen dan door de media. Eerst wordt een
aantal leiders beïnvloed en dit stroomt door naar de massa (Early adopters
nemen dit op). (Stimulus-respons)
Begrippen:
Agendasetting: Het door de media bepalen van wat in de publieke
belangstelling staat.
Boodschap: Communicatie-inhoud die de zender aan de ontvanger wil
overbrengen.
Communicatiemodaliteiten: Indeling in verschillende communicatiewijzen,
onder andere: voorlichting, public relations, reclame en propaganda.
Decoderen: Interpreteren van de boodschap door de ontvanger.
Disfunctionele redundantie: Overvloed aan communicatie die niet
noodzakelijk is.
Encoderen: Het door de zender omzetten van gedachten en/of gevoelens in een
boodschap, in woord, beeld en/of lichaamstaal.
Externe ruis: Verstoring van het communicatieproces door factoren van
buitenaf.
Feedback: De reactie die de ontvanger stuurt naar de zender.
Framing: Denkraam waarbinnen informatie word geplaatst en opgeslagen.
Functionele redundantie: Overdaad aan communicatie die positieve invloed
heeft op het overbrengen van de boodschap.
Interactieve communicatie: Informatieoverdracht tussen een zender en een
ontvanger waarbij de ontvanger een actieve rol heeft en mede het proces en de
communicatie bepaalt.
Interne ruis: Verstoring door factoren binnen het communicatieproces.
Interpersoonlijke communicatie: Communicatie tussen twee of meer
personen waarbij een directe wisselwerking plaatsvindt.
Massacommunicatie: Openbare, voor iedereen toegankelijke communicatie
waarbij meestal gebruik wordt gemaakt van technische verspreidingsmiddelen.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper maureenblok. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,49. Je zit daarna nergens aan vast.