Dit document bevat alle antwoorden in het Nederlands die horen bij de vragen onder 'concept check', 'Put it Togehter', 'Ask Yourself' en 'Think Critically'.
De meerkeuzetoetsen aan het eind van ieder hoofdstuk zijn niet inbegrepen.
Vragen en antwoorden bij Visualizing Physical
Geography h1 t/m h4
Hoofdstuk 1
1. Welk onderdeel van de geografie is geïnteresseerd in bevolkingsspreiding?
a. Antwoord: de sociale geografie
2. Welke rol speelt water in de vier aardse sferen:
a. Het geheel van de hydrosfeer bestaat uit water. Verder maakt water, met
name in de vorm van damp, een belangrijk deel uit van de onderste delen van
de atmosfeer. Water is ook cruciaal voor de biosfeer (het leven op aarde) en
zorgt voor opbouw en afbraak van de lithosfeer (rivieren, gletsjers etc.)
3. Wat is het verschil tussen een theorie en een hypothese?
a. een hypothese is een mogelijke verklaring van een geobserveerd fenomeen
die nog getoetst moet (en kan!) worden. De hypothese kan na
wetenschappelijk onderzoek bevestigd of verworpen worden. Op deze manier
ontstaat er nieuwe wetenschappelijke kennis. Als een hypothese zeer
uitgebreid gevalideerd is kan deze de basis vormen voor een nieuwe
wetenschappelijke theorie.
4. Hoe kan het observeren van de lucht leiden tot de conclusie dat de aarde rond is?
a. Door te kijken hoe de wolken worden aangelicht net na zonsondergang.
5. Wat is het effect van de aardrotatie op de vorm van de planeet?
a. De aarde bulkt uit bij de evenaar en is afgeplat op de polen.
6. Hoe zijn meridianen en parallellen gerelateerd met het geografische gradennet?
a. De kruispunten van de meridianen en de parallellen vormen de coördinaten
van het geografische gradennet.
7. Hoe zijn lengte- en breedtegraden gerelateerd aan meridianen en parallellen?
a. Lengtegraden duiden we aan met meridianen en parallellen met
breedtegraden.
8. Hoe dichter je tot de polen naderd hoe … de oost-west afstand tussen de tijdzones
wordt.
a. korter
9. Hoe kan een klok je helpen bij het bepalen van je lengtegraad?
a. Door een klok bij je te dragen die is ingesteld op GMT/UTC tijd kun je bepalen
op welke lengtegraad je je bevindt. Iedere lengtegraad verschil staat namelijk
gelijk aan een tijdsverschil van (24*60)/360=4 minuten. Stel de zon staat bij
jou op het hoogste punt terwijl je klok 15:00 UTC-tijd aangeeft dan weet je dat
er tussen jou zontijd en de zontijd op de 0-meridiaan 15-12=3 uur verschil zit.
Aangezien het bij jou later is (immers, het is al 15:00 zontijd terwijl het op de
nul-meridaan pas 12:00 zontijd is) bevind je je dus op westerlengte, en wel
(3*60)/4= 45 WL.
10. Waarom zijn de standaard meridianen 15 graden uit elkaar?
a. Omdat er totaal 360 zijn en één aardrotatie gelijk staat aan één dag.
36/15=24 dus 15 meridianen staan gelijk aan 1 uur (=tijdzone).
11. Als de schaal van een kaart groter wordt, worden de afwijkingen door de projectie …
, a. kleiner, want als de schaal groter wordt ben je aan het inzoomen en wordt het
oppervlak wat weergeven wordt kleiner. Het gebied bevat dus minder
‘ronding’ omdat het een kleiner fragment van de aarde is. Afwijkingen zijn dan
ook kleiner.
12. Wanneer is een kaart met een grote schaal geschikter dan een kaart met een kleine
schaal?
a. Als je iets van dichtbij wilt bestuderen, dus veel details in een klein gebied.
13. Waarom hebben we verschillende projecties nodig?
a. Omdat we kaarten gebruiken met verschillende doeleinden, bijvoorbeeld om
te navigeren, om weerpatronen in kaart te brengen of om landgebruik te
visualiseren.
14. Waarom is een echte-vorm projectie misleidend?
a. Omdat de vormen bij de polen groter lijken dan ze in werkelijkheid zijn.
15. Hoe maakt Remote-Sensing gebruik van elektromagnetische energie?
a. Het meet de straling die door een object wordt gereflecteerd of uitgestraald.
16. Hoe draagt geocoding bij aan GIS?
a. Informatie wordt d.m.v. geocoding gekoppeld aan een locatie waardoor het in
een GIS-viewer kan worden getoond op de kaart.
17. Welke eigenschap van geo browsers maakt ze zo populair?
a. Ze zijn gemakkelijk te bedienen en zeer toegankelijk [web-acces].
18. Hoe kunnen kaartmakers het wereldbeeld beïnvloeden?
a. Bijv. door te kiezen voor true-shape of true-size projecties, welk werelddeel
zetten ze in het midden, wat is boven/onder etc.
19. Welke disciplines zijn handig als er een kaart moet gemaakt worden met als doel
beleid te maken wat urban sprawl tegengaat?
a. Bijv. planoloog, ecoloog, bodemdeskundige, stedenbouwkundige,
verkeersdeskundige, gedragspsycholoog.
20. Welke kaartprojectie is handig om wereldwijde ontbossing in kaart te brengen?
Waarom?
a. Een true-size projectie. De Goode Projectie zou dus erg geschikt zijn.
21. Hoe is het idee van een kaart veranderd in het digitale tijdperk?
a. Projectie is minder relevant geworden aangezien je in een digitale omgeving
de aarde gewoon als bol kan weergeven en van alle kanten kan bekijken.
Meerkeuzevragen zijn te vinden op blz. 34 - 35.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Jozef42. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €0,00. Je zit daarna nergens aan vast.