BIAZ inleiding
ABCDE-methodiek
Door een acuut zieke patiënt op een systematische manier te benaderen met de ABCDE-methodiek,
is de kans op het tijdig herkennen van verstoorde vitale functies groot; “Treat first, what kills first
Primaire onderzoeksfase
Dit is de eerste fase van de ABCDE-methodiek waarin je direct levensbedreigende
aandoeningen op een systematische wijze identificeert en behandelt. Als de toestand in deze
fase veranderd, moet je terug gaan naar de A om opnieuw te beoordelen. In deze fase wordt
alleen aanvullend onderzoek gedaan om levensbedreigende problematiek te achterhalen. Je
kunt pas verder met de secondary survey als de vitale functies onder controle zijn. Om dit
vast te stellen is er een re-assessment nodig dmv de ABCDE-methodiek
Secundaire onderzoeksfase
Deze fase volgt nadat de vitale functies zoveel mogelijk zijn gestabiliseerd. In deze fase wordt
resterende letsel en aandoeningen in kaart gebracht en behandeld. Anamnese en lichamelijk
onderzoek staat centraal
Systematisch werken door:
1. Kijken 3. Voelen 5. Noodzakelijke interventies
2. Luisteren 4. Monitoring 6. Aanvullend onderzoek
A AIRWAY:
Luchtwegmanagement staat centraal. Airway is bedreigd bij iedere bewusteloze patiënt
door de afwezigheid van spierspanning hierdoor inzakking van zacht gehemelte, tong en
epiglottis (strotklepje)
Bij onbekende toedracht is stabilisatie van de CWK nodig
Kijken
- Uitwendige oorzaken (aangezicht letsel, braaksel, zwelling) of inwendige obstructie (corpus
alienum (lichaamsvreemd voorwerp))
- See-saw ademhaling: teken van luchtwegobstructie. Inademing; borstkas naar binnen.
Uitademing; borstkas naar buiten
- KIND: kijken naar tongobstructie, verstopte neus, stand nek-hoofd, losse melktanden,
kwijlen, voorkeurshouding.
Luisteren : Stridor: Inspiratoire bijgeluiden extra-thoracale of bovenste luchtwegobstructie.
Expiratoire bijgeluiden intra-thoracale of lagere luchtweg obst.
Voelen: Luchtwegverplaatsing via mond door handrug bij mond, voelen aangezicht om
obstruerende botbreuken te ontdekken
INTERVENTIES:
- Rugligging, mits contra-indicatie
- Head tilt- chin lift: niet gebruiken bij verdenking CWK letsel. Vasthouden bij bewusteloze
vanwege terugzakken van tong in keelholte met gevolg een obstructie
- Jaw-trust: bij verdenking CKW-letsel.
- Verwijderen corpus alienum met behulp van magiltang (lange poten)
- Heimlich bij niet effectief verwijderen of ophoesten
- Orofaryngeale tube: alleen inbrengen bij voldoende bewustzijn vanwege braakreflex. Tube
zorgt ervoor dat tong niet in keelholte kan zakken. Meten van mondhoek naar oor. Eerst is
inspectie van eventuele obstructie nodig
, B BREATHING:
Beoordeling oxygenatie en ventilatie. Oxygenatie is de verzadiging met zuurstof. Ventilatie is de
luchtverversing in de longen. Ventilatie wordt weergegeven in ademminuutvolume. AMV=
teugvolume (TV) x de ademfrequentie. Grootste bedreiging is hypoxie: verlaagde
zuurstofconcentratie in het lichaam.
Kijken: ademhaling, thoraxexcursies (diepte en symmetrie, cyanose, frequentie, stuwing
Luisteren: stridor, ademgeruis
Voelen: ademexcursies, thoraxwand
OUDEREN: verminderde ventilatie en gaswisseling door afname longinhoud, capaciteit
ZUIGELING redflags; intrekkingen, kreunen, head bobbing (op en neer van hoofd)
INTERVENTIES
- (half)zittende houding
- Zuurstof: bij patiënt in shock 15L. Streefsat. is 94-98%. Verminder onnodig zuurstofverbruik
door te kijken naar rillen, stress en pijn
- Ademhaling ondersteunen; bij AH <8/min mogelijk beademen met masker ballon. Voor
kinderen een blow-by-mask
- Vernevelen bij exacerbatie van astma en COPD
- Assisteer bij intubatie
C CIRCULATION
4 vormen van shock
Hypovolemisch, Obstructief, Distributief, Cardiogeen
OUDEREN. Vermindering compensatiemechanismen voor minder elastisch vaatbed, vertraagde
respons, verminderde contractiliteit
KINDEREN kunnen in acute situaties lang compenseren en snel decompenseren. Hartfalen bij
kind: HF↑200, trage CR
Kijken: huidkleur, aanwezigheid bloedingen
- Halsvenen. Gestuwd door obstructieve shock of rechterhartfalen. Gecollabeerd door
hypovolemie
- Droge slijmvliezen en tong zijn teken van dehydratie
Voelen: temp en vochtigheid van huid. Lage temp slechte perifere perfusie, lage tensie
- Centrale capillaire refail. Op thorax 5 seconden. Binnen 2 seconden doorbloeding
- Perifere cappialire refill. Vingertop 5 sec. Binnen 2 seconden doorbloeding
- Pols: kwaliteit (week, normaal, krachtig), frequentie (langzaam, normaal, snel) en regelmaat
Monitoring
- Pulsoxymeter aansluiten bij verdenking cardiovasculair instabiliteit
- Mean arterial pressure (MAP): gemiddelde bloeddruk en een maat voor
orgaandoorbloeding. Normaalwaarde: 70-100 mm Hg.
MAP= systole + (2x diastole) / 3
- Bij verdenking aneurysma: beide kanten bloeddrukmeten.
- Electrocardiogram maken bij kans op ischemie van het hart, ritmestoornissen
INTERVENTIES
- Aanbrengen toegangsweg: 2 infuusnaalden
- Toedienen infuusvloeistof vv. Bloed toedienen bij veel bloedverlies
- Wond: dichtdrukken, hoog leggen, aanleggen bloeddrukmanchet als tourniquet
- Lab: HbHt, bloedgroep Rhesus en kruisserum
- Infusie: standaard Nacl of ringer’s lactaat. Bloeddruk is niet leidend voor hoeveelheid.
Besluitvorming; streefbloeddruk (MAP) 65 mmHG, klinisch beeld, ademfr, polsfr, bewustzijn,
up. Infuusvloeistof verwarmen, want afkoeling verslechtert de prognose (sneller
stollingsstoornissen)