Grammar Week 1:
As… as
Vergelijking, zo als as … as
bijvoeglijk naamwoord / bij woord -> as zo snel mogelijk -> as quickly as possible
als -> as hij werkt als ambtenaar / he works as a civil servant
zoals -> like hij werkt zoals een ambtenaar / he works like a civil
servant
By
By = geen bij maar betekent meestal door
Bij = aan/dichtbij -> at Bij het raam / at the window
Bij = samen met -> with Wilt u iets bij het eten drinken?/
Do you want anything to drink with your meal?
Bij = in het geval -> if Bij geen gehoor bel 112 / if there is no answer
Uitzonderingen:
iemand bij naam kennen To know someone by name
Bij de wet verboden Prohibited by law
Lijdende vorm Door dat te doen / by doing that
door -> door middel van -> by Dit boek is door X geschreven /
this book was written by X
Door -> dankzij/vanwege -> geen by Dat komt allemaal door jou /
its all because of you
Door de regen konden we niet vertrekken /
we couldn’t leave because of the train
Last/ least/ latest
nieuwst, meest recent -> latest De nieuwste mode / the latest fashion
uiterlijk -> latest Moet uiterlijk op 31 maart binnen zijn /
must reach usb y 31 march at the latest
de laatste tijd -> lately Heb je hem de laatste tijd gezien /
have you seen him lately
Laatst -> recently Ik heb hem laatst gezien / I saw him recently
Voor het laatst -> last Waneer hebben ze haar voor het laatst gezien? /
When did they last see her?
Vorig -> last Vorige week / last week
vorige week dinsdag /last Tuesday
See backside
See backside betekent niet z.o.z of zie
achterkant, maar zie achterwerk. Zie achterkant / See other side of see reverse
z.o.z.
See back, foute vertaling van terugzien Wij hebben elkaar nooit meer teruggezien /
Terugzien = see again We never saw each other again.
, Grammar week 2
Then/than -> dan
Then -> tijdsbepaling. We had pizza first, then ice-cream. I will see you
then
Than -> vergelijking. Liever dan
groter dan, bigger than
meer dan. smaller than etc.
there/their/they’re
Er, niet vertalen met there. Er liep iemand heen en weer, someone was
maar met het eigenlijke onderwerp vooraan walking back and forth
Er hangen overal affiches, posters are hanging
everywhere
Uitzondering bij er is/ er zijn
uitdrukkingen Er was geen tijd, there wasn’t time
Er zijn veel mensen, there are plenty of people
samengestelde tijden Er is de hele zomer geen regen geweest, there
hasn’t been any rain all summer
hulpwerkwoorden in combinatie met to be Er zou eventueel een probleem kunnen zijn,
there might be a problem.
Er is/zijn koppeling vormt tussen zelfstandig en Er zijn vrijwilligers nodig, volunteers are needed
bijvoeglijknaamwoord, zelfstandig naamwoord
als onderwerp vooraan.
Werkwoord in duurvorm, vorm to be + ing -> Er liep iemand heen en weer, there was
wel there is/are someone walking back and forth
Er hangen overal affiches, there are posters
hanging everywhere
Engels werkwoorden niet uit elkaar halen Ik heb het vandaag gezien, I have seen it today
Hij wil Engels leren, he wants to learn English
Engels to be gebruiken als je precies wilt Het staat in de krant, it is in the paper
aangeven waar iets ligt hij lag op bed, he was in bed
Let op als ‘er’ 2 functies heeft. er zat een konijn in, there was a ribit in it
er komt geen geluid uit / there is no sound
coming out.
Er stonden veel auto’s geparkeerd / there were
lots of cars parked there
er woont niemand meer / there is no-one living
there any more
Lijdende constructies met er wordt + Er wordt beweerd dat hij gek is, it’s said he is
voltooiddeelwoord kun je niet letterlijk vertalen crazy, people say that he’s crazy
Er werd voor jou gebeld, there was a phone call
for you, somebody phoned and asked for you
Samengestelde tijden is/zijn ipv wordt/worden Er was voor hem gebeld, there had been a
phone call for him.
Klopt de zin nog als je….
There: daar, er -> geeft plaats aan there vervangt door here?
Their: van hen, hun -> geeft bezit aan Their vervangt door ours?
They’re: zij zijn De volledige vorm van they are gebruikt?