Duidelijke samenvatting van het boek Competentievergroting in de residentiële jeugdzorg. De samenvatting is in volgorde van de lessen die ik op de Haagse Hogeschool gehad heb. Samenvatting bestaat uit deze hoofdstukken:
Hoofdstuk 1.4, 2, 5.1 t/m 5.4
Hoofdstuk 3, 4.1 t/m 4.5
Hoofdstuk 5.5 t/m 5.7
H...
Methoden samenvatting (samenvatting is in volgorde van de
lessen)
Hoofdstuk 1.4: Competentievergroting in een leefgroep: zes
basiselementen
Het competentiemodel maakt gebruik van een leertheoretisch kader en
een ontwikkelingspsychologisch perspectief. Competentievergrotende
hulpverlening is gericht op verminderen van probleemgedrag en vergroten
van vaardigheden van een jongere.
Residentiële hulp gericht op competentievergroting wordt vormgegeven
door een aantal nauw met elkaar samenhangende elementen:
- De fysieke omgeving, de dagelijkse routine en huisregels
- Methodisch handelen van groepsleiders in het leven van alledag
- Fasering en feedbacksysteem
- Assessment en behandelplanning
- Aanvullende behandeling door specialisten
- Netwerkinterventies
De fysieke omgeving
Voor jongeren in een leefgroep bestaat dit uit een eigen kamer, de
groepsruimte, de recreatieruimte, enzovoort. Bij gebruik en vormgeving
van deze omgeving, moet rekening gehouden worden met enerzijds
veiligheid en beheersing en anderzijds eisen vanuit het
behandelperspectief, dat wil zeggen een omgeving met net zoveel
mogelijk leerkansen.
Dagelijkse routine
De momenten en manier waarop jongeren van de fysieke omgeving
gebruik maken, hangt af van de dagelijkse routine. Hieronder verstaan we
het draaiboek van de regelmatig terugkerende onderdelen van de dag
zoals opstaan, wassen, aankleden, school etc. Hier horen ook een aantal
regels over wat jongeren wel en niet mogen.
Methodisch handelen
Hiermee wordt de manier bedoelt waarop groepsleiders jongeren
begeleiden, nieuwe vaardigheden leren, reageren op gewenst en
ongewenst gedrag en hoe zij handelen bij incidenten en crisissituaties. De
nadruk bij competentievergroting ligt op het leren van nieuw en gewenst
gedrag.
Fasering en feedbacksystemen
Verblijf van een jongere wordt verdeeld in fasen. Per fase krijgt een
jongere meer verantwoordelijkheden en vrijheden. Feedbacksystemen zijn
bedoeld om de jongeren zo veel mogelijk informatie te verschaffen over de
aard en de doelmatigheid van hun gedrag. De nadruk ligt op positieve
feedback. Feedbacksystemen worden toegepast in combinatie met
fasering. Promotie naar een volgende fase vindt plaats aan de hand van de
hoeveelheden punten of positieve score die een jongere verdient.
Assessment en planmatige uitvoering van de behandeling.
,Assessment wil zeggen het verzamelen en analyseren van informatie en
het stellen van doelen. De doelen worden afgestemd op het functioneren
van de jongere ten aanzien van de ontwikkelingstaken en op de factoren
die een rol spelen bij het probleemgedrag.
Sociale netwerk
Het betrekken van het sociale netwerk bij opvoeding en behandeling van
jongeren in een leefgroep is onder meer van belang met het oog op de
toekomst van de jongeren. Idealiter wordt er ook gewerkt aan een aantal
veranderingsdoelen ten aanzien van de sociale omgeving van de jongere
zoals wat kunnen de ouders doen om de jongere te ondersteunen?
Hoofdstuk 2: De theoretische basis van competentievergroting
Competentie is het beschikken over en aanwenden van voldoende
vaardigheden om de aan de orde zijnde ontwikkelingstaken op een
adequate manier uit te voeren. Competentie kan worden voorgesteld als
een balans.
Stressoren/ Stoornissen en beperkingen /
Protectieve Protectieve
omgevingsfactoren persoonseigenschappen
Ontwikkelingstaken Vaardigheden
Ontwikkelingstaken
Ontwikkelingstaken zijn thema’s die karakteristiek zijn voor een bepaalde
levensfase en die bepaalde vaardigheden vragen. Ontwikkelingstaken
worden bepaald door veranderingen die op biologisch, psychisch en
sociaal gebied plaatsvinden bij het vorderen van de leeftijd. Als een kind
erin slaagt zich vaardigheden eigen te maken om de actuele
ontwikkelingstaken te volbrengen, is het beter voorbereid op de volgende
levensfase.
Verschil vaardigheden en taak
Een taak is datgene wat de omgeving van je vraagt of datgene waar de
omgeving je toe uitdaagt. Taken worden actueel in bepaalde situaties. Een
, vaardigheid is datgene wat je moet doen om de taak uit te voeren.
Voorbeeld: het ontmoeten van iemand in de discotheek is een taak. Het
maken van een praatje en aanbieden van een drankje is een vaardigheid.
Factoren die competentie beïnvloeden
Stressoren hebben een negatieve invloed op de balans van
ontwikkelingstaken en vaardigheden. Het zijn invloeden waaraan men zich
niet of moeilijk kan onttrekken en die een negatieve invloed uitoefenen op
het functioneren. Voorbeelden zijn: ongeluk krijgen, in de schulden raken,
seksueel misbruik.
Een psychische stoornis is een binnen de geldende cultuur ongebruikelijk
patroon van gedragingen dat gepaard gaat met leed, minder goed
functioneren of dat in buitengewone mate het risico verhoogt om in
aanraking te komen met lijden, de dood of vrijheidsverlies.
Bij een cognitieve (of verstandelijke) beperking gaat het niet alleen om
een laag intellectueel functioneren (IQ), maar ook om beperkingen in het
sociale verkeer en het leven van alledag.
Factoren die competentie positief beïnvloeden: protectieve factoren
Protectieve factoren zijn eigenschappen van jongeren en omstandigheden
die de ontwikkeling van jongeren kunnen bevorderen en hen kunnen
beschermen tegen risico’s. Er is onderscheid tussen protectieve
omgevingsfactoren (ondersteuning, vrienden, familie) en protectieve
persoonseigenschappen (intelligentie, toegankelijkheid en opgewektheid,
positief zelfbeeld).
Tegenwoordig wordt in vrijwel alle handboeken voor jeugdzorg aandacht
besteed aan protectieve factoren. Toch blijkt de hulpverlener sterk geneigd
te zijn vooral aandacht te schenken aan problemen.
Competentie van kinderen en ouders: een transactioneel model
Het transactionele denken houdt in dat de opvoeding niet via een
eenrichtingsmechanisme plaatsvindt. Ouders beïnvloeden het kind maar
kind ook de ouders. Als ouderlijke vaardigheden te kort schieten, zullen
kinderen minder makkelijk de vaardigheden leren om hun eigen
ontwikkelingstaken te vervullen.
Klassieke leertheorie
Dit gaat over klassiek conditioneren. Deze vorm van conditioneren is
bekend geworden door het werk van Pavlov. Klassiek conditioneren is een
koppeling van twee prikkels, ook wel stimuli genoemd, die aan gedrag
voorafgaan. Een daarvan is de geconditioneerde stimulus. Dat wil zeggen
dat deze normaliter aan het gedrag vooraf gaat. De tweede prikkel wordt
aan deze prikkel gekoppeld en wordt geconditioneerde stimulus genoemd.
Een van de behandelprincipes van de klassieke leertheorie is ‘uitdoving’.
Dit is het proces waarbij het geconditioneerde gedrag geleidelijk verdwijnt
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper roosboertje. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,48. Je zit daarna nergens aan vast.