Bron: Hulleman, W. & Marijs, A. J. (2021). Algemene economie en bedrijfsomgeving.
18 Vraag naar geld en monetair beleid
18.2 Monetair beleid
Een hoge inflatie maakt geld minder geschikt als ruilmiddel, oppotmiddel en rekeneenheid. Hierdoor is
het monetaire beleid gericht op inflatiebestrijding een van de focussen van de economische politiek.
18.2.1 Doelstellingen van het monetair beleid
Het monetair beleid wordt in de eurozone gevoerd door de Europese Centrale Bank (ECB). Samen met
de centrale banken van de EU-lidstaten maakt het ECB deel uit van het Europees Stelsel van Centrale
Banken (ESCB). De taak van het ESCB is het bevorderen van de prijsstabiliteit. Het Eurosysteem bestaat
uit de ECB en de nationale centrale banken van de eurolanden.
De belangrijkste taken van de ECB zijn
• uitvoering van het monetair beleid
• uitgifte van bankbiljetten
• beheer van de valutareserves van de landen van het eurogebied
• interventie op de valutamarkt
• bevordering van een efficiënt betalingsverkeer in Europa
• toezicht op banken
Monetair beleid moet ervoor zorgen dat de geldhoeveelheid geen ongunstige invloed heeft op de
economie, een te hoge of een te lage geldhoeveelheid is namelijk schadelijk. De ECB richt het
monetair beleid op prijsstabiliteit. Als de prijzen stabiel zijn, kan geld zijn functies goed vervullen wat
een voorwaarde is voor economische groei. Pas als de prijsstabiliteit vaststaat, heeft de ECB aandacht
voor andere doelstellingen, zoals de werkgelegenheid.
De ECB definieert prijsstabiliteit als een inflatie van op of net onder de 2%. Een inflatie in de buurt van
0 is niet gewenst, omdat dan negatieve inflatie of deflatie dreigt. Er is sprake van negatieve inflatie als
de prijzen maar kort dalen. Negatieve inflatie heeft weinig invloed op het gedrag van mensen, dus ook
niet op de economische groei. Echter kan negatieve inflatie overgaan in deflatie → een langdurige en
algemene daling van het prijspeil. Deflatie leidt tot het uitstellen van bestedingen, waardoor de
productie en de prijzen verder dalen. Deflatie leidt er ook toe dat schuldenaren hun schulden
moeilijker kunnen aflossen.
De ECB voert het monetair beleid op basis van de verwachte inflatie. De bank baseert de
inflatieverwachtingen op twee pijlers
1. de monetaire analyse
2. de economische analyse
Monetaire analyse
In de monetaire analyse kijkt de ECB naar de ontwikkeling van M3. Inflatie ontstaat volgens de
monetaire analyse als er ‘te veel geld achter te weinig goederen aanjaagt’. De ECB bepaalt de
referentie- of streefwaarde voor de groei van M3 → het tempo van de geldgroei dat toelaatbaar is
met het oog op prijsstabiliteit. De ECB stelt de streefwaarde vast op basis van de kwantiteitstheorie.
4