360 graden feedbackformulier WPL beroepscompetentie DESK
Indicatoren:
Proactieve leerhouding, positief kritisch een relatie aangaan, faciliteren, uitdrukkingsvaardig, maatschappelijk
verantwoordelijk, authentiek
Beheersingsniveau: integreren
Naam student: M.d.B. WPL: 2
Studentnummer:
Datum: 18-2-2016
Selfassessment:
Mijn rol als zorgverlener, beroepsbeoefenaar, coach, regisseur kan ik aantonen door
middel van onderstaande beroepskritische situaties waarbij de indicatoren met
beroepscriteria vernoemd worden.
In mijn rol als wijkverpleegkundige en hbo-stagiaire heb ik altijd een proactieve
leerhouding. Ik heb door de jaren heen een duidelijke visie op zorg ontwikkeld. In het
verleden heb ik meegewerkt aan een (EBP) ontwikkel-onderzoek over persoonsgericht
leiderschap (Cardiff, 2014). Ik ben me bewust waar ik voor sta en welke leiderschapsteil
bij mij past als mens en als professional (authentiek). Persoonsgericht leiderschap past
bij me en ook bij de ontwikkelingen in de maatschappij, de wever thuis, de transitie in de
zorg en het verzelfstandigen van de wijkteams. Persoonsgericht leiderschap leidt tot
persoonsgerichte zorg (Cardiff, 2014).
Het raamwerk voor persoonsgericht leiderschap, draagt bij aan relationele leiderschaps-
theorie en biedt klinisch verpleegkundig leiders, docenten en onderzoekers (Cardiff,
2014). Een leiderschapsstijl welke congruent is met de persoonsgerichte
beweging/tendens en welke tevens ontwikkeld is binnen een verpleegkundige context
(Cardiff, 2014) (EBP), (maatschappelijk verantwoordelijk).
De ontwikkeling rondom het nieuwe zorgen en de participatiemaatschappij spreken me
aan en ik houd me op de hoogte via allerlei tijdschriften zoals de V&VN, Nursing en Zorg
Anno Nu. Daarnaast volg ik digitale informatie die wordt aangereikt via de mail door me
in te schrijven op nieuwsbrieven, zoals die van Vilans en Kennisplein voor Beter.
(proactieve leerhouding).
Mijn uitgangspunt in het aangaan van relaties en het faciliteren van collega’s is dat
iedereen tot zijn recht moet komen en je uitgaat van ieders kwaliteiten. Als je tot je recht
komt kan je het beste uit jezelf halen en ben je gemotiveerd en proactief (authentiek).
Beroepskritische situatie: ik vervul nu de rol van coach voor een medewerker omdat zij
graag de opleiding EVV wil gaan volgen. Na een assessment bleek dat er enkele
competenties niet ontwikkeld waren, die echter wel noodzakelijk zijn voor de functie van
contactverzorgende. De vraag is of ze die wil ontwikkelen en of dat bij haar past? Er
volgt een individueel coaching traject Hierbij is het belang om vast te stellen dat
begeleiding op de werkplek twee belangrijke aspecten heeft: taakgerichte en
persoonsgerichte aspecten (Ham & Vermey, 2014).
Ze wil een ontwikkeltraject aangaan voor haar zelf om in te zien of het bij haar past en
de competenties ontwikkelbaar zijn. De begeleidingsstijl die gekozen wordt heeft te
maken met de voorkeur van de begeleider en de persoon die begeleidt wordt ( Ham en
Vermey, 2014) Volgens Ham en Vermey (2014) kunnen er gedurende het proces
verschillende stijlen toegepast worden. Onze voorkeursstijl tijdens dit traject wordt
, ondersteunen en overtuigen wat ook aansluit bij mijn persoonsgerichte leiderschapsstijl.
Ik heb verder geen enkel belang bij de uitkomst tijdens het coachen (Ham & Vermey,
2014). Een verpleegkundige heeft een mensgerichte grondhouding die deel uit maakt
van haar beroepshouding, deze grondhouding komt overeen met de kerncondities van
de hulpverlener: echtheid, respect en empathie (Ham & Vermey, 2014).Mijn rol als coach
zet ik in op haar leerdoelen en interventies. Zij geeft aan wat ze van me nodig heeft en
welk doel ze wanneer wil behalen (positief kritisch een relatie aangaan,
uitdrukkingsvaardigheden, faciliteren).
Persoonsgericht leiderschap met een visie op het creëren van geluk spreekt mij enorm
aan. Hans Becker is een voorbeeld voor me als het gaat om visie over zorg. Hans
Becker, een echte Rotterdammer, voorzitter van de Raad van Bestuur van de Stichting
Humanitas, buitengewoon hoogleraar, humanist, realist en levensgenieter. Er verandert
veel in de zorg. Er verandert veel voor ouderen en hun verzorgers. Binnen de nieuwe
regelgeving wordt men gedwongen nieuwe manieren van zorgverlening te bedenken.
Het uitgangspunt van de veranderingen is onder meer om zoveel mogelijk de eigen
kracht van mensen te ondersteunen, ook als zij niet meer zelfstandig maar in instellingen
wonen voor langdurige zorg. Deze uitgangspunten sluiten naadloos aan op een
zorgfilosofie die al jaren in praktijk wordt gebracht bij Humanitas Rotterdam (Hans
Becker, 2015). Eigen regie, eigen kracht, autonomie, eigen activiteit en ja-cultuur zijn
speerpunten van deze visie volgens Hans Becker (2015), die aansluiten bij de
maatschappelijke ontwikkelingen van dit moment in de zorg.
Hans Becker (2015) zegt:” je moet niet voor mensen zorgen maar zorgen dat ze voor
zich zelf kunnen zorgen” (maatschappelijk verantwoordelijk en authentiek).
Ik laat een open leerhouding zien. Ik ben leergierig en door mezelf op de hoogte te
houden van de laatste ontwikkelingen in de zorg en de wijkverpleging, houd ik mijn
deskundigheid in stand. Ik deel mijn deskundigheid met collega’s in vergaderingen, maar
ook in overlegmomenten tijdens het werk en na de routes in de ochtend. Ik stuur
informatie over de mail naar medewerkers en bereid en plan klinische lessen voor en
nodig gasten uit tijdens teamvergaderingen( faciliteren).
Beroepskritische situatie: ik heb voor het invoeren van het nieuwe protocol
medicatieveiligheid het protocol uitgebreid gelezen. Ik heb een presentatie bijgewoond
van de apotheker tijdens een wijkoverleg. Heb kritische vragen gesteld en haar
uitgenodigd voor een overleg bij team noord 1 (proactieve leerhouding).Team noord 1
heb ik van informatie voorzien en uitleg gegeven over het protocol. Daarbij is het
noodzakelijk om uitleg en deskundigheid te geven op niveau van de verzorgende en in
begrijpende taal voor deze medewerkers. Ze hebben vragen kunnen stellen en ik heb
voldoende tijd genomen voor de uitleg en de vragen. Ik heb samen met de groep
concerns en claims opgesteld. Dit nodigt uit tot proactief meedenken in het verbeteren
van zorg. Daarna zijn er acties uitgezet en de taken verdeeld. Ik heb de apotheker
uitgenodigd en zij heeft een presentatie gegeven. De groep heeft vragen gesteld en na
deze uitleg konden we verder met het plan van aanpak op de te nemen acties
betreffende medicatieveiligheid. Er is een kleine werkgroep gevormd waarbij ik als
kartrekker fungeerde (faciliteren).
Ik heb me verdiept in faciliteren door literatuur te zoeken. Zo heb ik de handleiding van
Action Learning Sets (Dekker, Golüke & Kattmölle, 2013) gebruikt om me te verdiepen in
de fases van de bijeenkomst. Zo kan ik structuur bieden en het proces leiden door een
goed overzicht te hebben van de verschillende fasen. Hierdoor kan ik in de bijeenkomst
voorstellen doen voor het stellen van vragen in de juiste fase. Ook heb ik het boek