In deze samenvatting vind je alle informatie uit de lessen terug. Hierin zijn de powerpoints verwerkt.
Ook vind je alle benodigde literatuur uit de gegeven bronnen:
- Ontwikkelingspsychopathologie Hoofdstuk 7, 12, 13, 14, 15, 16
Evi Aldenzee Ontwikkelingspsychopathologie Periode 2
PP HUISWERK PERIODE 2
- Les 8: Agressie en gedragsstoornissen
- Les 9: Trauma- en stressgerelateerde stoornissen-hechting
- Les 10: Angst en angststoornissen
- Les 11: Stemming en stemmingsstoornissen
- Les 12: Eetstoornissen
- Les 13: Middelengebruik en middelenmisbruik
LES 8: AGRESSIE EN GEDRAGSSTOORNISSEN
Leerdoelen
Je weet hoe de normale sociaal-emotionele ontwikkeling verloopt.
Je kunt benoemen wat externaliserend gedrag is.
Je weet wanneer er sprake is van externaliserende gedragsproblematiek en wanneer nog
niet.
Je kunt signalen van de gedragsstoornissen (ODD en CD) beschrijven.
Je kunt beschrijven wat mogelijke gevolgen zijn van het hebben van gedragsstoornissen
(ODD en CD).
Je kunt beschrijven wat risico- en beschermende factoren zijn m.b.t. gedragsstoornissen
(ODD en CD).
Je kunt benoemen welke andere stoornissen vaker samengaan met gedragsstoornissen
(ODD en CD).
Je kunt passende handelingsadviezen bij gedragsstoornissen (ODD en CD) geven.
VERSCHILLEN TUSSEN NORMAAL EN PROBLEEMGEDRAG
Kinderen met probleemgedrag
Overtreden regels vaker en langer.
Reageren te heftig en te impulsief (kortetermijndenken) op (onduidelijke) gebeurtenissen.
Kunnen gedrag van andere minder goed interpreteren vanwege minder goed ontwikkelde
sociale cognities.
Kunnen zich dus ook minder goed verplaatsen in anderen en niet goed onderhandelen.
Laten zich meer leiden door directe reacties op hun gedrag zoals beloning of straf dan door
verinnerlijkte normen.
Schuld en schaamte zijn bij gedragsgestoorde kinderen minder ontwikkeld.
Dikwijls vervormingen en lacunes in gedachtegang.
Tekort aan probleemoplossingsvaardigheden.
Bij volwassenen spreken we van de antisociale persoonlijkheidsstoornis.
KENMERKEN ODD
Een patroon bestaand uit een boze/prikkelbare stemming, brutaal/ongehoorzaam gedrag, of
ontevredenheid.
Wordt vertoond tijdens interacties met tenminste een persoon die geen broer of zus is.
Duurt minstens zes maanden.
Persisterend en frequent
,Evi Aldenzee Ontwikkelingspsychopathologie Periode 2
Lijdensdruk bij de betrokkene zelf of anderen of heeft een negatieve invloed op het
functioneren.
o Negativistisch, vijandig en openlijk ongehoorzaam gedrag.
o Driftig en ruziemaker.
o Uitdagend gedrag op school.
Minstens vier van de symptomen uit een van de volgende categorieën:
Boze/prikkelbare stemming
Verliest vaak zijn of haar kalmte
Is vaak lichtgeraakt of snel geërgerd
Is vaak boos en ontevreden
Ruziezoekend/openlijk ongehoorzaam gedrag
Maakt vaak ruzie met gezagsfiguren of bij kinderen en adolescenten met volwassenen.
Verzet zich vaak actief tegen of weigert te voldoen aan regels of verzoeken van
gezagsfiguren.
Ergert vaak opzettelijk.
Geeft anderen vaak de schuld van zijn of haar fouten of wangedrag.
Is de afgelopen zes maanden minstens tweemaal hatelijk of wraakzuchtig geweest.
KENMERKEN CD
Normoverschrijdend-gedragsstoornis
Een repititief en persisterend gedragspatroon waarbij de grondrechten van anderen of
belangrijke bij de leeftijd passende maatschappelijke normen of regels worden geschonden.
Tenminste drie van de vijftien criteria in het afgelopen jaar waarbij minstens een criterium ook
in de afgelopen zes maanden aanwezig is geweest.
De gedragsstoornis veroorzaakte beperkingen in het functioneren op sociaal, school- of
beroepsmatig gebied.
Criteria
Agressie jegens mensen en dieren
Vernieling van eigendommen
Bedrog of diefstal
Ernstige overtredingen van regels
VERSCHILLEN TUSSEN ODD EN CD
Oppositional defiant disorder (ODD) Conduct disorder (CD)
ODD start rond 6e jaar CD start rond 9e jaar
ODD is minder ernstig dan CD CD ernstiger
ODD geen criteria voor agressiviteit CD heeft criteria voor agressiviteit, is
pervasiever, vaak delinquentie en agressivitiet
VERSCHILLEN IN GENDER
Gedragsstoornissen komen vaker voor bij jongens dan bij meisjes.
o Dit geldt niet tijdens de peutertijd, daarna wel.
o De laatste jaren in toenemende mate bij meisjes vastgesteld.
Indirecte agressie wel vaker bij meisjes vastgesteld.
Er is sprake van een genderparadox: gedragsstoornissen komen minder vaak voor bij
meisjes, maar als ze voorkomen zijn ze wel ernstiger.
,Evi Aldenzee Ontwikkelingspsychopathologie Periode 2
DIFFERENTIAALDIAGNOSE: WAAR LIJKT HET OP?
1. ADHD
2. Bipolaire stoornis
3. Hechtingsproblemen
4. ASS
5. Kinderen die negatieve levensgebeurtenissen of stressveroorzakende situaties meemaken in
hun leven.
COMORBIDITEIT
Gedragsstoornissen komen vaak samen voor met andere stoornissen:
, Evi Aldenzee Ontwikkelingspsychopathologie Periode 2
Vrienden: goede langdurige vriendschappen die beschermen tegen negatieve ouderlijke, of
omgevingsinvloeden als pesten.
Persoonlijke kind-kenmerken: zoals humor, hoog IQ en gemakkelijk temperament.
(Etnische) identiteit: je kunnen identificeren met je eigen afkomst.
Positieve rolmodellen: ten minste 1 hechte relatie met verantwoordelijke volwassene.
Keerpuntervaringen: life events die een ommekeer in leven teweeg brengen.
GEDRAGSSTOORNIS ALS RISICO VOOR LATERE ONTWIKKELING
Verhoogde kans op scala aan psychische problematiek:
Antisociale persoonlijkheidsstoornis
Middelenafhankelijkeheid en -misbruik
Internaliserende problemen:
o Angst en depressie
Psychosociale problemen
o Bijv. slechte schoolprestaties, werkeloosheid, delinquent gedrag.
Suïcidaliteit
WAT KUN JIJ DOEN?
Perspectief creëren door:
o Investeren in het contact
o Verkennen van doelen
o Verkennen van talenten
Structuur aanbrengen in de dag.
Op zoek gaan naar zinvolle vrijetijdsbesteding.
Ouders investeren in de relatie met hun kind:
o Communicatie
o Positieve interesses
BEHANDELINGSMOGELIJKHEDEN
1. Diverse vaardigheidstrainingen aan kinderen/jongeren.
2. Trainen van de opvoedingsvaardigheden van ouders.
3. Multisysteemtherapie
4. Medicatie
LES 9: GEHECHTHEID EN HECHTINGSSTOORNISSEN
Leerdoelen
Je kunt omschrijven wat hechting is, welke soorten hechtingsstoornissen er zijn en wat deze
inhouden.
Je kunt uitleggen waarom hechting belangrijk is en waarom het een risico- of beschermende
factor is
voor het ontstaan van psychopathologie.
Je kunt signalen van de hechtingsstoornis beschrijven.
Je kunt beschrijven wat mogelijke gevolgen zijn van het hebben van een hechtingsstoornis.
Je kunt beschrijven wat risico- en beschermende factoren zijn m.b.t. hechtingsstoornissen.
Je kunt benoemen welke andere stoornissen vaker samengaan met hechtingsstoornissen.
Je kunt passende handelingsadviezen bij hechtingsstoornissen geven.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper evialdenzee. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,99. Je zit daarna nergens aan vast.