Monitoring
Groei en motoriek
Prenatale periode en eerste levensjaar
1e Houdingspatroon: kracht hebben om het hoofd naar de zijkant weg te draaien, vrijmaken
ademhalingswegen; protective sideturning, beschermende reflex
Primitieve reflexen grijpreflex (palmair en plantair
grijpreflex), protective side turning (zijwaartse draaiing
making), loopreflex, moro(schrik)reflex, zuigereflex en
zoekreflex
Ontwikkelingspatroon
Cranio-caudaal: van hoofd tot de voeten
o Dit geldt hoogstwaarschijnlijk voor de
ontwikkeling van kunnen controleren van
de houding
o Grijpreflex langer aanwezig in de voeten t.o.v.
de handen
o Eerst controle in hoofd en nek, dan romp, dan bekken
Houdingsreacties helpen bij de controle van motoriek, essentieel in ons motorisch repertoire,
ondersteunend voor willekeurige motoriek en daar ondergeschikt aan, worden geïntegreerd in
vaardigheden bv. lopen > evenwichtsreactie, parachutereactie
Oprecht reacties zijn er om de ogen en het gezichtsveld horizontaal te houden en ons lichaam
terug te brengen naar symmetrie, duurt tot een half jaar bij pasgeborene tot dit ontwikkeling is
gekomen
Landau houding om te kijken in welke
mate het kind in staat is om zich op te richtten
Positieve respons primitieve reflexen
aanwezig
Negatieve respons niet pluis, ontwikkeling
houdingsreacties (verloop van 1e levensjaar)
Factoren van invloed op de motorische ontwikkeling
Inter-individuele variabiliteit (tussen kinderen)
In tempo en/of volgorde
Intra-individuele variabiliteit (bij dezelfde mens verschillend)
Achteruitgang in motorische ontwikkeling
Ontwikkelingspatronen van de willekeurige motoriek
Grijpen: pink > duim, handpalm > vingers, onderarm van binnen naar buiten (handpalm naar
boven)
Omrollen: rotatie in buiklig positie > hoofd verticalisering, gesterkt, armen ondersteunen >
complexere willekeurige bewegingen > verticalisatie en verkleining van het steunvlak
Groeicurve wegen, meten en invullen
, Iemand met een gemiddelde lengte heeft een standaard deviatie score van 0. Iemand die kleiner is
dan het gemiddelde heeft een negatieve standaard deviatie score.
Target height streeflengte
Hoofdomtrek door dit te meten zie je of de fontanel goed groeit (en dicht groeit, vanaf 1j)
Rust en regelmaat slapen, eten, knuffelen, zelf spelen, slapen, …
controle over zijn reflexen en het leren waarnemen = grote inspanning
rust en regenmaat zijn heel belangrijk voor de ontwikkeling van het kind
Conditionering leren door opdoen van ervaring, verkennen en experimenten met wereld om
zich heen
Sociaal conditioneren schrikken van angstige reactie zorgvrager > angst wordt overgenomen
Sociaal refereren (1j) afwachtend hoe de ouders reageren, positief of negatief en zal vervolgens
daar op reageren, kind gaat actief op zoek naar de reactie van de ouder en
baseert daar keuze op
Emoties bij baby’s
Basisemoties: angst, walging, plezier, verdriet, woede, verrassing
Secundaire emoties: worden later aangeleerd en worden sterk cultureel vormgegeven
Temperament
Temperament: basale (aangeboren) persoonlijkheidstrekken
Door de jaren heen zijn er verschillende typologieën: geremd (teruggetrokkener en angstig) -
veerkrachtig – ontremd (drukker en prikkelzoekender)
Verschillende behoeften: ‘goodness of fit’ = de mate van hoe goed iets past
Emoties in het eerste jaar
Reflexief bespiegelend
Synchronie het afstemmen van je gedrag, houding, en dergelijke op dat van een ander; het
synchroon 'lopen' met een ander