Hoofdstuk 0 Wat is psychologie?
Grote psycholgen die geen psychologen waren;
-Fjodor Michajlovitsj Dostojevski; schreef boek over iemand die moord pleegde volgens goede
motieven, toch krijgt hij schuld en geeft zich aan. Schrijver vroeg af hoe schuldgevoelens
werkte. (Schuld en boete)
-Schopenhauer: dingen in de gaten over het onbewuste en bewuste
Als sociaal werker werk je met mensen: je moet dus veel verstand hebben
van mensen en hun gedrag.
Psychologie: de wetenschap van gedrag en geestelijke processen (denken,
voelen) letterlijk: studie van de geest
Pedagogiek: de wetenschap van het opvoeden letterlijk: kinderleiding
Begin van de wetenschappelijke psychologie
-Wilhelm Wundt sticht in 1879 een psychologisch laboratorium in Leipzig
-Eerste onderzoek van waarnemen bijv. prikkelgrens,
prikkelonderscheiding, geheugen
Willem James stichtte in de VS het eerste psychologische instituut aan de
universiteit van Princeton (onderzoek emoties en religieuze ervaringen)
Psychologie en pedagogiek zijn empirische wetenschappen
-een empirische wetenschap bewijst dingen door
observatie/experiment
-een empirisch wetenschap beschrijft het studieobject, verklaart de
verschijnselen (theorieën) en voorspelt op grond van de theorieën dingen
die getoetst kunnen worden. Als X dan Y
Psychologische wetten zijn waarschijnlijkheden, geen zekerheden
(mensen zijn geen automaten een individu kan (bijna) altijd afwijken van
wat je verwacht).
Biologisch perspectief: lichamelijke dingen en psychische verschijnselen
zijn met elkaar verbonden. Gedrag komt door brein etc.
Psychodynamische perspectief (psycho-analyse) Sigmund Freud:
Gedrag wordt sterk bepaald door het onbewuste. In dat onbewuste
zitten aangeboren driften en verdrongen ervaringen. De eerste 5
levensjaren zijn bepalend voor de ontwikkeling van je persoonlijkheid.
(Hysterie: iets in iemand (onbewust) wat diegene niet weet bijv blind
terwijl ogen het doen).
De persoonlijkheid is opgebouwd uit:
-het onbewuste (Id) -het bewuste (Ego) -het geweten (Superego)
,Het Gestalts-perspectief Max Wertheimer: je neemt gehelen waar,
niet stukjes. Je ziet geen letters maar een woord. Ook ons gedrag wordt
beïnvloed door de neiging Gestalten te zien en ze zelf te scheppen, We
willen ons leven als een geheel voelen. Contact met anderen grote
invloed.
Het behavioristisch perspectief John Watson: De psychologie moet
wetenschappelijker worden, alleen gedrag dat waarneembaar en
meetbaar is en waarmee je experimenten kunt doen is relevant. Doel van
de psychologie is het toepassen van psychologische kennis om gedrag te
beïnvloeden. Gedrag van mensen wordt vooral bepaald door leerprocessen
(conditionering). Wordt toegepast in reclame. Volgens Skinner
conditionering toepasbaar in opvoeding, scholen, bedrijven, ziekenhuizen,
gevangenissen. Ook in gedragstherapie met name bij fobieën.
Het Humanistische perspectief Carl Rogers, Abraham Maslow:
-behavioristen deden veel onderzoek met dieren, het typisch menselijke
verdween uit beeld: bewustzijn, vrije wil, liefde, religiositeit, vriendschap,
empathie, kunst, ontplooiing
-Focus werd het uniek menselijke
-En hoe mensen zich kunnen ontplooien en groeien tot gezonde
individuen.
-Abraham Maslow – theorie van fundamentele behoeften voorwaarden
voor ontplooiing.
-Carl Rogers – cliëntgericht, non-directieve therapie; niet sturen maar
voorwaarden scheppen voor groei door vooral actief te luisteren naar de
cliënt.
Het cognitieve perspectief Aaron Beck, Albert Ellis: gedrag wordt
ook sterk bepaald door begrip, kennis, opvattingen, overtuigingen,
geheugen, vermogen problemen op te lossen – kortom door cognitie.
-Mens is een informatieverwerkend wezen.
-Dus studie van wat in het hoofd gebeurt (en wat je dus niet zo direct kon
waarnemen of meten)
-Belangrijke praktische toepassing: cognitieve therapie – het beïnvloeden
van denkbeelden, zodat het gedrag ook verandert.
, Neuro-Fysiologische perspectief Oliver Secks: gedrag wordt
veroorzaakt door onze genen, hersenen en hormonen
Neurowetenschap
Evolutionaire psychologie
Het systeemperspectief: de kracht van de situatie: sociale en culturele
invloeden hebben vaak meer invloed op ons gedrag dan onze
persoonlijkheid.
-Het socioculturele perspectief richt zich op: sociale invloeden op gedrag
en mentale processen, hoe individuen functioneren in groepen, culturele
verschillen.
Hoofdstuk 1 Lichaamstaal
Belang en effect van lichaamssignalen in de communicatie
Inhouds- en betrekkingsniveau van een boodschap
communicatiekwadrant volgens Schulz v. Thun
Digitale en analoge communicatie volgens Watslawick
Wat is spiegelen en welke functie hebben spiegelneuronen?
Het verschil tussen intieme, persoonlijke, sociale en publieke zone
Congruent en incongruent
Definitie overdracht/ tegenoverdracht
Projectie
Herkennen van overdracht en tegenoverdracht in de context van Sociaal Werk
Persoonlijk effectief leiderschap (De Vries)
Clever Hans effect: je verklapt dingen door je lichaamstaal, we zenden signalen uit als
iemand de juiste richting op gaat.
Double blind experimenten: experimentele als normale groep weet niet tot welke groep ze
behoren.
Edward Tronick ontwikkelingspsycholoog (still face experiment): vraagt aan moeder eerst
heel leuk met de baby doen en daarna geen gezichtsuitdrukkingen. Baby wordt verdrietig.
Vervorming van communicatie: ontvanger vat het anders op dan zender bedoelt.
Communicatietheorie van Watzlawick basisaanname:
1. Het is onmogelijk om niet te communiceren.