TLP3-II anesthesiologie, anatomie, pathologie, biochemie, farmacologie dec’21
Pelvic binder bind een (eventueel) bekkenfractuur bij elkaar om te zorgen
dat het bloedverlies beperkt wordt. Het kan namelijk oplopen tot 5L/min!
Thoracostomie = een snee om een spanningspneumothorax op te heffen.
EMV < 8? intuberen (meestal) volgens ATLS
Tympaan = temp meten in oor
Wat wil je weten?
AMPLE
A = allgeries
M = medication
P = past, present, PREGNANT
L = last meal (trauma is eigenlijk nooit nuchter RSI)
E = Event
Nooit nuchter omdat de orthosympaticus zo de hand over neemt dat de maag
eigenlijk stil wordt gelegd.
Neurogene shock bradycardie (vaak).
SHOCK = de toestand waarin onvoldoende O2 en voedingsstoffen aan de cel
worden afgeleverd ten opzichte van de actuele behoefte.
Massaal bloedverlies is heel vaak hypovolemisch
Afname delivery, door verlies van bloed.
Hoeveel bloed heb je? 70ml/kg
Alfa 2 zit in het brein alfa 2 agonist = clonidine
GOEDE SYSTOLE, HOGE DIASTOLE WIJST OP VASOCONSTRICTIE (HYPOVOLEMIE)
GOEDE SYSTOLE, LAGE DIASTOLE WIJST OP VASODILATATIE (SEPTISCH)
Klasse 1 shock:
- 15% (750ml) verlies circulerend volume
- Goed getolereerd in gezonden
Klasse 2 shock:
- 15 – 30%
Klasse 3 shock:
- 30-40% (1500 – 2000 ml) verlies circulerend volume
- Hypotensie, tachycardie, perifere hypoperfusie, CZS afwijkingen (kunnen
al wat bewustzijnsverlies hebben.
1
,TLP3-II anesthesiologie, anatomie, pathologie, biochemie, farmacologie dec’21
Klasse 4 shock:
- > 40% (>2000ml) verlies circulerend volume
- Geen compensatie over hemodynamisch collaps
- Cave ouderen met coronair lijden en / of medicatie (B-blokker)
TREAT FIRST, WHAT KILLS FIRST
je mag eigenlijk alles wel geven over een botinfuus, alleen het liefst geen
chemo. Deze plaats je in de humeruskop, net onder de knie. Bij kinderen
bijvoorbeeld onder aan femur. Laaste optie is sternum. Dit infuus moet je goed
flushen.
Wat zit er in de moeilijke luchtwegkar?
- Verschillende tubes (maten, nasaal)
- Fiberoptiek
- Guedel
- Larynxmasker (verschillende maten)
RSI anesthetics:
Sedatieva:
- Propofol (Cardiodepressief, tensiedaling)
- Thiopental (het werkt snel, kortwerkend, cardiodepressief)
- Etomidate (iets stabieler, bijnierschorsinsufficiëntie (let op septisch), en
je moet meer geven dan meestal met andere sedatieva.
- Ketamine (laat indirect noradrenaline vrij, waardoor geen tensiedaling,
en houd de mensen spontaan ademen. Niet bij neuro, omdat het de
intracraniële druk verhoogd).
- Benzodiazepine (is vaak een toevoeging op bepaalde middelen, niet als
RSI. Voor vervoer wel handig)
Opiaten:
- Morfine (werkt pas na een lange tijd)
- Fentanyl (langere werkingsduur, werkt snel, goede pijnstiller)
- Sufentanyl (langere werkingsduur, werkt snel, goede pijnstiller)
- Alfentanyl (minder ademdepressie, kortwerkend)
- Remifentanyl (thoraxrigiditeit, werkt kort, tensiedaling)
Groot massaal bloedverlies echt vullen met bloed
Behoud de tensie op een niveau waarmee je niet te veel bloed verliest, maar
wel genoeg flow houdt (MAP van 50-55 is dan wel oke).
2
,TLP3-II anesthesiologie, anatomie, pathologie, biochemie, farmacologie dec’21
Echo-FAST er wordt gekeken bij de abdomen, de nieren, de lever en … om te
kijken of er een bloeding is.
Intra-abdominaal vocht wijst op een bloeding
Een blush? je spuit contrast in bij een CT, en ze zien dan dat er op 1 plek dat
het daar erg ophoopt wat duidt op een bloeding / kapot vat.
Centrale lijn is om vasoactieve medicatie te geven. Niet om te vullen!
Je geeft een patiënt met een bekkenfractuur een urine katheter omdat de
operatie lang duurt en omdat de ureters beschadigd kunnen zijn. Vraag dit aan
de radioloog.
Rapid infusion system:
- Bellmond (zelfde als Level1, hiermee mag je ery’s, plasma mee geven,
geen trombo’s. die maak je kapot als je die zo snel geeft. Die moeten
rustig inlopen)
- Level 1 (apparaat dat onder hoge snelheid veel verwarmd bloed kan
geven)
- Cell saver (autologe transfusie, zuigt eigen bloed op en wast dit, en krijgt
dit terug). Bv bij thoracale chirurgie, en een optie voor jehova. Contra-
indicatie: tumoren, omdat je maligne cellen kan teruggeven.
CRM = Crew Resource Management (iedereen moet zich vrij voelen om te
zeggen wanneer er iets niet goed is. En een leider moet daar naar kunnen
luisteren).
Mensen met massaal bloedverlies niet teveel vullen met kristalloïden. Vul ze
echt met bloedproducten.
Colloïden zorgt meer voor schade dan voor het gewenste effect.
Vasopressine ADH
Milrinon verbetert contractiliteit van het hart
Bloedproducten:
- Houdt u altijd aan het protocol
- Houdt rekening met bereidingstijd (het is niet dat je die binnen 5min
krijgt. Dat kan wel eens een half uur duren!)
Massaal bloedtranfusie:
- > 10 eenheden erytrocytenconcentraat in 24 uur getransfundeerd aan
een volwassen patiënt….
3
, TLP3-II anesthesiologie, anatomie, pathologie, biochemie, farmacologie dec’21
De 4-5-6 regel!
FFP bevat wel stollingsfactoren (vaak geef je er evengoed nog extra SF bij)
Dit geef je vaak 1:1:1 trombo, ery, plasma. Plasma kan je onder druk geven.
Mensen met antistolling opheffen wegens bloeding:
- Coumarines: direct cofact (II, VII, IX, X) proteine C en S
- Ascal/clopidogrel: direct 2 trombo’s + DDAVP 0,3 mcg/kg IV
- Heparine / LMWH: direct Protamine 50 mg IV
- overig: bel hematoloog
rotem (niet belangrijk voor toets, maar wel leuk om te kunnen weten:
onderzoek naar interactie van:
- coagulatie factoren (en inhibitors)
- antistolling medicatie
- trombocyten functie
- fibrinevorming (en lyse)
plaatjes functie test
volbloed
toevoegen agens: 4 stuks
tranexaminezuur remt plasminogeen > remt omzetting in plasmine het
stolsel blijft dus langer bestaan.
Anesthesie en hypertensie 16dec
Als iemand een hypertensive crisis heeft, wil je gelijk weten waar dat vandaan
komt. De vaten in je ogen en nieren kunnen kapot gaan, dit moet gelijk
behandeld worden.
Maar het kan ook een reactie zijn op een ziekte, zoals intracraniële druk stijgt.
Dat is zo bij een (SAB) subarachnoïdale bloeding.
CPP (CerebralPerfusionPressure) = MAP – ICP (IntraCranialPressure)
Als de ICP stijgt, daalt de CPP, dus de perfusie van de hersenen wordt minder.
Dus als reactie van het lichaam laat het de MAP stijgen waardoor de CPP weer
stijgt.
1 RR meting, is geen meting… vaker meten basseer je HT op. 1x meten kan
hoge bloeddruk zijn, maar betekent geen HT.
De afkapwaarde is 140 systolisch, en 90 diastolisch.
Grootste probleem voor dichtslibben arterie, is de nierarterie. Deze reguleert
de RR namelijk op basis van zijn eigen vat. Anders komen er namelijk
hormonen vrij RAAS. En stijgt de bloeddruk.
4