SAMENVATTING KENNISTOETS
HAN VED
LEERJAAR 1, PERIODE 2
1
,--------------------------------------------------------------------------------------------
OPMERKINGEN
--------------------------------------------------------------------------------------------
• Sommige informatie in deze samenvatting bouwt verder op stof die je geleerd hebt in periode
1 van dit leerjaar. Als je die stof relatief goed onder knie hebt moet je deze samenvatting
kunnen begrijpen, zo niet, dan kan je ook mijn samenvatting van leerjaar 1 periode 1 kopen.
• De paginanummering van het programma waarmee je dit pdf’je bekijkt klopt niet omdat Stuvia
op willekeurige plaatsen advertenties ertussen zet. De paginanummering onderaan de
pagina’s zelf klopt wel en komt dus overeen met de aangegeven paginanummers in de
inhoudsopgave.
• De leerdoelen in deze samenvatting zijn vaak bewust iets anders verwoord dan in de
studiehandleidingen, maar de nummering en de stof die onder ieder leerdoel valt komt wel
overeen met de studiehandleidingen.
• Belangrijke begrippen zijn paars gekleurd, maar let op, andere informatie is ook belangrijk.
Antropometrie is ook belangrijk omdat het een datapunt is voor periode 3 maar het komt niet
terug in de kennistoets.
• Je leert meer van samenvattingen maken dan samenvattingen lezen, ik raad je dus aan om de
onderdelen waarmee je het meeste moeite hebt ook zelf samen te vatten.
2
,--------------------------------------------------------------------------------------------
INHOUDSOPGAVE
--------------------------------------------------------------------------------------------
Voorblad 1
Opmerkingen 2
Inhoudsopgave 3
Praktijk (Productleer en Voedselbereiding) p. 6 t/m 11
• Leerdoelen 6
• Producten (1, 2, 3) 6
o Richtlijnen hoofdgerechten en lunchgerechten 6
o Suiker, stroop, snoep en zoetstoffen 7
o Vleeswaren 8
o Kaas 8
o Frisdranken, siropen, sappen en waters 8
o Alcoholhoudende dranken 9
o Samengestelde gerechten 9
o Soepen 9
o Kant- en klaarmaaltijden 10
o Sauzen 10
• Dag- en weekkeuzes (4) 10
• Etiketten en claims (5, 6) 10
• Relevante informatie uit kooklessen 10
Praktijk (Communicatie) p. 12 t/m 19
• Leerdoelen 12
• Week 1/2 12
o Leerdoel 1.1/2.1 12
o Leerdoel 1.2/2.2 12
• Week 3 14
o Leerdoel 3.1, 3.2 en 3.3 14
o Leerdoel 3.4 16
o Leerdoel 3.5 17
• Week 4 18
o Leerdoel 4.1 18
o Leerdoel 4.2 18
o Leerdoel 4.3 18
• Preventiepiramide en GVO-model 18
o Preventiepiramide 18
o GVO-model 19
De Mens (Onderzoek) p. 20 t/m 22
• Leerdoelen 20
• Leerdoel 1 20
• Leerdoel 2 20
• Leerdoel 3 20
• Leerdoel 4 20
3
, • Leerdoel 5 20
• Leerdoel 6 20
• Leerdoel 7 20
• Leerdoel 8 21
• Leerdoel 9 22
De Mens (Voedingsleer) – Theorie p. 23 t/m 41
• Leerdoelen 23
• Week 3 23
o Transport (1) 23
o Anabole en katabole processen (2) 24
o Absorptie, transport en processen per macronutriënt (1 en 2) 25
• Week 4 en 5 28
o ATP (3) 29
o Belangrijke begrippen (2, 3 en 4) 29
o Metabole processen met betrekking tot glucose (2) 31
o Metabole processen met betrekking tot glycerol (2) 33
o Metabole processen met betrekking tot vetzuren (2) 34
o Metabole processen met betrekking tot aminozuren (2) 35
o Samenvatting metabole processen met betrekking tot specifieke 35
nutriënten (2)
o Citroenzuurcyclus (4) 36
o Elektronentransportsysteem (4) 36
o Samenvatting alle metabole processen (2, 3 en 4) 37
o CP (3) 37
o Energiesystemen (3) 38
• Week 6 en 8 38
o Leerdoel 6 (week 6 en 8) 38
o Leerdoel 5 en 7 (week 6 en 8) 39
o Leerdoel 8 (week 6 en 8) 40
o Leerdoel 9 (week 6 en 8) 40
o Leerdoel 10 en 11 (week 6 en 8) 40
De Mens (Voedingsleer) – Seneca p. 42 t/m 45
• Leerdoelen 42
• Leerdoel 7.1 en 7.2 42
• Leerdoel 7.3 42
• Leerdoel 7.4 42
• Leerdoel 7.5 42
• Leerdoel 7.6 43
• Leerdoel 8.1 43
• Leerdoel 8.2 43
• Leerdoel 8.3 45
De Mens (Voedingsleer) – Antropometrie p. 46 t/m 48
• Leerdoelen 46
• Leerdoel 3.1/7.1, 3.2/7.2 en 7.3 46
De Mens (Sociale Wetenschappen) p. 49 t/m 53
• Leerdoelen 49
• Week 1: wat is gezondheid? 49
4
, o Leerdoel 1.1 49
o Leerdoel 1.2 49
o Leerdoel 1.3 49
• Week 4: sociale psychologie 49
o Leerdoel 4.1 49
o Leerdoel 4.2 51
o Leerdoel 4.3 52
• Week 5: groepsdynamiek 52
o Leerdoel 5.1 en 5.2 52
• Week 6: cultuur 53
o Leerdoel 6.1 53
o Leerdoel 6.2 53
Scheikunde p. 55 t/m 62
• Les 1 55
o Atoomnummer en massagetal 55
o Ionen 55
o Isotopen 55
o Periodiek systeem 55
o Covalente bindingen 56
o Niet-ontleedbare en moleculaire stoffen 56
o Alkanen 57
• Les 2 57
o Vertakte alkanen 57
o Cycloalkanen 58
o Alkenen en alkynen 58
o Alkanolen en alkaanaminen 59
o Alkaanzuren en aminozuren 59
• Les 3 59
o Verestering en hydrolyse 59
o Verzepingsreacties 60
o Koolhydraten 60
o Vetten: vetzuren, oliën en triglyceriden 61
o Aminozuren en eiwitten 62
5
,--------------------------------------------------------------------------------------------
PRAKTIJK (PRODUCTLEER EN VOEDSELBEREIDING)
--------------------------------------------------------------------------------------------
LEERDOELEN
1: de DIO kan de productgroepen en recepten indelen in en beoordelen aan de hand van de Richtlijnen
Schijf van Vijf
2: de DIO kan receptuur ontwikkelen en aanpassen ten behoeve van voedingsadviezen en ze
aanpassen voor grote hoeveelheden
3: de DIO is in staat praktische voedingsadviezen te geven en variatiemogelijkheden te bedenken die
helpen bij het voorkomen van overgewicht
4: de DIO kan adviezen geven met betrekking tot dag- en weekkeuzes
5: de DIO kent de definitie van voedings- en gezondheidsclaims voor levensmiddelen en weet wanneer
een product een dergelijke claim mag bevatten
6: de DIO weet wat de informatie op het etiket van verpakte kant- en-klaar maaltijden betekent
PRODUCTEN (1, 2, 3)
RICHTLIJNEN HOOFDGERECHTEN EN LUNCHGERECHTEN
6
, SUIKER, STROOP, SNOEP EN ZOETSTOFFEN
Suiker: suiker kan oftewel geïnterpreteerd worden als een verzamelnaam voor alle mono- en
disachariden, of als het witte zoetstofje. In dit tweede geval hebben we het eigenlijk over een stof die
voor 100% uit de disacharide sacharose bestaat (sacharose bestaat uit een fructose en een glucose
molecuul). Sacharose wordt meestal gewonnen uit bieten of suikerriet, de energetische waarden van
bietsuiker en rietsuiker zijn gelijk. Hieronder zie je een foto van bekende soorten suiker (sacharose)
zoals poedersuiker, tafelsuiker en basterdsuiker. Dezen bevatten allemaal sacharose maar hebben een
klein beetje van een andere stof toegevoegd gekregen of een ander bewerkingsproces ondergaan.
• Schijf van Vijf: beetje suiker toegevoegd aan bv. thee, koffie of toetjes is een dagkeuze.
Stroop: bevat 75-80% sacharose en 20-25% water.
• Schijf van Vijf: appelstroop is een dagkeuze.
Snoep: zoete voedingsmiddelen gemaakt van vooral sacharose en vaak ook veel smaak-, geur- en
kleurstoffen.
• Schijf van Vijf: paar snoepjes/beetje chocolade is een dagkeuze, veel snoep/veel chocolade is
een weekkeuze.
Zoetstoffen: stoffen die suiker (sacharose) vervangen als zoetstoef die vaak gebruikt worden omdat
ze geen of nauwelijks energie leveren, handiger zijn dan suiker in industriële processen of omdat ze
het gebit minder aantasten. Bekende soorten zijn andere mono- of disachariden dan sacharose zoals
dextrose en glucosestroop of totaal andere moleculen zoals stevia. Er zijn grofweg twee soorten
zoetstoffen:
• Zetmeelzoetstoffen: zoetstoffen (met name glucose) gewonnen door zetmeel te hydrolyseren
met zuren en/of enzymen (bv. dextrose en glucosestroop).
• Extensieve zoetstoffen: zoetstoffen verkregen door zetmeelzoetstoffen enzymatisch om te
zetten. Extensieve zoetstoffen zijn iets minder zoet dan sacharose en leveren ook fors minder
calorieën dan sacharose.
7