Samenvatting ‘The Making of the West’
Chapter 9: From Centralization to Fragmentation, 750-1050
§9.1 The Rise and Fall of the Abbasid Caliphate
Het Abbasidisch kalifaat was een islamitisch rijk, geregeerd door de Abbasiden-dynastie die
regeerden van 750 tot 1250.
De lokale tradities gebaseerd op religieuze en politieke verschillen speelden een steeds
belangrijkere rol in het leven van mensen. Zo ook in op gebied van eenheid, gebaseerd op
taal, handel en artistieke en intellectuelen prestaties die de regionale grenzen overstegen.
The Abbasid Caliphate, 750-936
In 750 werden de Omajjaden (ENG: Umayyaden) door een burgeroorlog in het
oosten van het huidige Iran verdreven door de Abbasiden. De Abbasiden hielden
zich nog meer vast aan de Perzische modellen, met een gecentraliseerd bestuur en
controle over de benoeming van regionale gouverneurs. Harun al-Rashid (786-
809) leidde een bloeiend rijk. Na zijn dood begon het Abbasiden-dynastie af te
nemen. Zijn zonen voerden oorlog tegen elkaar, waardoor de kaliefen de controle
, over regio’s verloren, waaronder Syrië en Egypte. Oplossing: Een leger rekruteren
dat alleen aan hen loyaal zou zijn ‘Buitenlanders’ rekruteren Turken (later
Mamelukken genoemd) werden als slaven gekocht. Eenmaal slaaf werden de Turken
vrijgelaten en betaalden ze een salaris. Het waren deskundige strijders, maar de
Abbasiden hadden een goed belastingstelsel nodig om hen te betalen dit hadden
ze niet. Gevolg: ernstige opstanden ten zuiden van Bagdad, waar de kaliefen geen
controle meer over hadden. In andere regio’s gingen gemakkelijk hun eigen weg als
de kaliefen niet genoeg geld had om ze in het gareel te houden. Onafhankelijke
regionale heersers gingen belasting innen en hun eigen legers inhuren.
Nieuwe regionale heren daagden de macht van de centrale heersers uit. Gevolg:
Kalifaat viel uit elkaar naarmate lokale dynastieën zich vestigden (zie afbeelding 9.2).
Regional Diversity in Islamic Lands
De verdeeldheid in het Abbasidisch kalifaat is te verklaren door de scheiding tussen
de soennieten en de sjiieten, dit zorgden voor polarisatie (= Het is een proces waarbij
de tegenstellingen tussen groepen in de samenleving sterker worden, waardoor
groepen steeds meer tegenover elkaar komen te staan). Elke regio wordt geregeerd
door de eigen lokale overheerser, gebaseerd op de lokale traditie en religie.
Bijv.: een sjiietengroep, beter bekend als Fatimids. Zij leven in de regio Noord-
Afrika en het westelijk deel van Saudi-Arabië. De naam is gebaseerd op Fatimah, de
dochter van Mohammed en de vrouw van Ali. Zij beschouwen zichzelf in 909 als de
heerser van Noord-Afrika, in het deel Tunesië. Zij beweerden de ware imam te zijn –
de afstammelingen van Ali – maar ook de mabdi, de ‘goddelijke geleide’ messias, die
gerechtigheid op aarde kwam brengen. In 969 riepen zij zichzelf uit tot heerser van
Egypte. Deze dynastie duurde ongeveer 200 jaar.
Wat is het verschil tussen soennieten en sjiieten?
De soennieten meenden dat de meest bekwame man onder volgelingen van
Mohammed hen moest leiden, de sjiieten vonden dat zijn schoonzoon een neef Ali
dat moest doen. Het merendeel van de moslims zijn soennitisch.
Soennieten heersen over zuid Spanje, Córdoba. In 750 verzamelde een lid van de
Omajjaden-familie een leger, viel Spanje binnen en werd na slechts een veldslag in
756 tot emir (commandant) verklaard, genaamd Abd al-Rahman I. In dit gebied
woonden veel joden en christenen. De christenen namen de cultuur over en werden
daarom ‘Mozarabs’ (zoals Arabieren) genoemd. De christenen behielden hun vrijheid
en mochten leven volgens hun eigen wetten. Sommige bekeerden zichzelf tot de
islam.
In 1031 viel het kalifaat van Córdoba uiteen. En kleine onafhankelijke regio’s,
genaamd taifas, namen de macht over.
Unity of Commerce and Language
De regio’s in de Islamitische wereld waren op gebied van cultuur en politiek
verschillend. Handel en taal (Arabisch) zorgden voor een eenheid. De grenzen
waren open ondanks de politieke verschillen. De belangrijkste reden hiervoor: de
islam zelf.
The Islamic Renaissance, c. 790- c. 1050
De ontbinding van het kalifaat heeft gezorgd voor een centra van leren en
intellectuele productiviteit. Bijv. Cordoba waar geleerden, dichters en kunstenaars
zaten. Andere leerden voor astronomie of schreven over wiskundige zaken. Ibn Sina,
schreef een boek over logica, natuurwetenschappen en natuurkunde, genaamd:
‘Canon of Medicine’.