Week 1 – Godsdienstvrijheid
Literatuur
John Locke – A letter concerning toleration
Locke pleit voor godsdienstige vrijheid.
Hij geeft twee argumenten voor godsdienstige tolerantie:
1. Endorsement argument = of je gelooft of niet, wordt niet alleen bepaald in wat je doet
en hoe je eruit ziet, maar ook wat je van binnen echt gelooft. Religieuze repressie heeft
geen zin.
2. Feilbaarheidsargument = door onwetendheid, opportunisme of bijgeloof kan er in een
bepaald land een geloof worden opgedrongen, maar dat is geen garantie dat dat het
juiste geloof is. Je kan beter vertrouwen op jezelf.
W. Kymlicka – Contemporary Political Philosophy
Mensen zijn niet allemaal hetzelfde, de keuzes die je maakt zijn individueel (=
feilbaarheidsargument van Locke).
Het leven is niet waardevol als je iets doet wat goed is maar waar je zelf niet achter staat (=
endorsementargument van Locke).
Velen zeggen dat dat de waarde van zelfbeschikking zo duidelijk is, dat er geen verdediging voor
nodig is. Volgens Kymlicka is dit te kort door de bocht. Sommige mensen zijn niet goed in staat
om moeilijke beslissingen te nemen > zij maken fouten in hun leven.
Er zijn twee voorwaarden voor de invulling van het leiden van een goed leven:
o We moeten ons leven van binnenuit leiden in overeenstemming met onze overtuigingen
o We zijn vrij om die overtuigingen in twijfel te trekken en ze te onderzoeken in het licht
van alle informatie, voorbeelden en argumenten die onze cultuur kan bieden.
Moet de overheid verhinderen dat mensen onwaardevolle levens leiden?
o De overheid kan wel per individu bepalen waar zij het meest gelukkig van wordt, maar
het is geen goed idee omdat mensen zelf moeten inzien wat een waardevol leven is (=
weer het endorsementargument van Locke). Als je niet zelf kan bepalen wat je wilt, is je
leven alsnog niet waardevol.
o Contemporary philosophy = iemand is zelf het beste in staat om voor zijn eigen bestwil te
bepalen. Deze uitkomst zal vaak beter zijn, dan dat iemand dat voor jou beslist.
o Faillability argument = wat is een waardevol leven in het hier en nu?
A. Pinto – Religion and Human Rights
Beschrijving wat de aanleiding was van de Raad van Europa en het opstellen van het EVRM.
Grotere eenheid tussen leden te bereiken met idealen en beginselen.
Economische en sociale vooruitgang vergemakkelijken + angst totalitair regime van de Sovjet-
Unie.
Verschil EVRM en UVRM:
1. Lijst van rechten in het EVRM gebaseerd op burgerlijke en politieke rechten
2. EVRM is bindend voor lidstaten
Het idee van een internationaal verdrag komt voort uit de gedachte dat je een sterkere dam hebt,
omdat je elkaar aan het verdrag houdt.
LET OP: het EVRM is en uitkomst van de soevereiniteit. Je hebt er soeverein mee ingestemd dat er een
supranationaal Hof. Je hebt altijd de mogelijkheid om uit het verdrag te stappen.
,C. Laborde – Liberalism’s Religion
Religie moeten we niet op een traditionele manier zien. We moeten kijken naar wat voor het
individu belangrijk is
Waarom vinden we het niet erg om mensen petjes af te laten zetten, maar wel erg als mensen
hun hoofddoek moeten afdoen?
o Het gaat erom hoe diep de overtuiging zit die je hebt > deep confictions
o Ondiepe overtuigingen/voorkeuren moeten niet worden beschermd
o Het gaat dus niet om de aard van het geloof zelf, maar hoe diep het zit bij het individu
Subjectieve kenmerken:
o Het gaat om etnische overtuigingen
o Diepe overtuigingen bepalen jouw identiteit (komt overeen met Kymlica)
o Verschil diepe en ondiepe overtuigingen: bij schending van een diepe overtuiging, heb je
het idee dat je gezondigd hebt
Praktijken als gevolg van subjectieve kernmerken moeten beschermd worden. Anderen dus niet.
Hoe test je dit? Door te zoeken naar aanwijzingen (bijv. iemand wil vrij zijn op Islamitische
feestdagen en stelt dat hij moslim is, maar hij kan niets vertellen over de Islam. Dan is dat een
aanwijzing dat hij de overtuiging niet bezit
Vleugel – Het juridisch begrip van godsdienst
Sprake zijn van begrijpelijkheid, ernst, cohesie en belangrijkheid.
Eisen bij art. 9 EVRM:
1. Mag niet in strijd zijn met menselijke waardigheid (zoals racisme, pedofilie), en
2. Het geloof mag geen invloed uitoefenen op de maatschappij
Ook belangrijk: de praktijk moet voldoende samenhang en serieus zijn (dus geen satire, zoals bij
Pastafarisme)
Chapman – Adjudicating religious sincerity
No-orthodoxie principe: regering mag geen standpunt innemen over de juistheid van
particuliere/individuele religieuze overtuigingen
Miller – Majorities and minarets: religious freedom and public space
Doel van mensenrechten is om hun dragers de kans te geven een minimaal fatsoenlijk leven te
leiden door hen te beschermen tegen bedreigingen die voornamelijk door staten worden
opgelegd
Staten moeten dus voldoen aan mensenrechtenverplichtingen
Wolff – True believers? Sincerity and article 9 EVRM
Oprechtheid van geloof is een voorwaarde voor bescherming van art. 9 EVRM
Omstandigheden die niet als oprechtheid moeten worden beschouwd: onwaarschijnlijke
manifestaties, inconsistentie met medegelovigen, onwetendheid en persoonlijke inconsistentie
, Wanneer is de vrijheid van levensovertuiging van toepassing?
Er moet sprake zijn van:
1. Een godsdienst of levensovertuiging in relevante zin
o Opvatting moet voldoen aan cogency, seriousness, coherent and importance (Campbell
& Cosens vs UK & X vs. Germany)
i. Zijn geobjectiveerde voorwaarden > het gaat om importance in objectieve zin,
dus niet voor het individu zelf. Je kan betwijfelen of dat een verstandig criterium
is omdat bepaalde kwesties voor een bepaald individu wel van belang zijn.
ii. Deep confictions (Franse auteur Laborde)
o Er is geen sprake van voldoende cogency, indien er geen concrete argumenten worden
gegeven op nationaal niveau en EHRM niveau
2. Manifestatie van godsdienst/levensovertuiging (handelingen)
o Iets is een manifestatie als het voldoende dichtbij en direct is (Eweida vs. UK)
o Laborde: vind niet dat het aan de staat is om te bepalen of de link dichtbij is, maar aan
het individu > subject bepaald.
o Chapman: no orthodoxy principle > niet aan de rechter te bepalen wat een orthodoxy
aan het geloof voorschrijft. De staat moet daar niet in treden, not content to. Denk aan
het veilbaarheidsargument van Locke. Ook hier bepaald het individu dus of het hoort bij
de praktijk of niet.
o Miller: is strenger dan Laborde, Chapman en EHRM > of een praktijk voortvloeit uit een
overtuiging, vereist objectieve overtuiging. De doctrine van de overtuiging is voor hem de
maatstaf.
o Je mag praktiseren, maar het mag niet in strijd zijn met mensenrechten (bijv. de schrijver
die aangevallen is met een mes door een geradicaliseerde moslim die handelde vanuit
zijn opvatting) > art. 17 EVRM > geen enkel artikel mag een ander artikel uit het verdrag
schenden.
3. Oprechtheid: persoon moet het ook echt menen (nadere uitwerking in week 2)
Case-law: Wanneer sprake van godsdienst/levensovertuiging onder art. 9 EVRM?
X vs. Germany
In Hamburg moeten doden worden begraven op een officiële begraafplaats (ofwel in een kist, ofwel in
een urn na crematie). Een man eist met een beroep op art. 9 EVRM toestemming om na zijn dood en
crematie zijn as op zijn eigen grond te laten uitstrooien (of de urn met zijn as te laten begraven in zijn
eigen grond).
• EHRM: actie heeft sterke persoonlijke motivatie, echter moet het coherent* zijn (=
samenhangend) en dat is dit niet. Ook mag het niet gaan over fundamentele problemen.
Campbell & Cosans vs. UK
Een school weigert mevr. Campbell te garanderen dat haar zoon niet aan lijfstraffen zal worden
onderworpen. De zoon van mevr. Cosans weigert op school een lijfstraf te ondergaan. De overheid
verbiedt scholen niet lijfstraffen toe te passen. Beide indieners stellen dat lijfstraffen in strijd zijn met hun
filosofische overtuigingen en dat er dus een schending is van art. 2, 1e Protocol EVRM, dat aan ouders het
recht garandeert op onderwijs voor hun kinderen in overeenstemming met hun (de ouders) ‘religious and
philosophical convictions’.
• Art. 2 Eerste Protocol is een lex specialis van art. 9 EVRM > het gaat dus verder op de basis, meer
gespecificeerd
• In dit arrest werd de term ‘conviction’ uit het Protocol geïnterpreteerd = maatgevend voor het
woord ‘beliefs’ in art. 9 EVRM. Dit arrest is inhoud gevend geworden voor wat art. 9 EVRM nu is.
Een opvatting moet voldoen aan a certain level of cogency (= overtuigend), seriousness,
cohesion* (samenhangend) and importance.