Vitamines
Indeling voedingsstoffen:
- Beschermende stoffen;
Vitamines en mineralen.
- Bouwstoffen;
Eiwitten.
- Brandstoffen;
Koolhydraten en vetten.
Vitamines:
Geschiedenis van vitamines:
- Vitamines zijn ontdenkt in het begin van de 20ste eeuw.
- Vita betekend ‘leven’ en Amine betekend ‘stikstof-bevattende verbinding’.
Later werd bekend dat niet alle vitamines stikstof bevatten.
- In de periode tot 1970 zijn methoden ontwikkeld om vitamines na te maken.
Daarna heeft het onderzoek zich met name gericht op de (preventieve) rol
van vitamines bij (chronische) ziekten.
Wat zijn vitamines:
Vitamines zijn chemische verbindingen die onmisbaar zijn voor het lichaam.
Ze zijn essentieel. Ze spelen een rol bij de groei, het herstel en het goed
functioneren van het lichaam. Ook zijn ze belangrijk voor een goede
gezondheid. Daarnaast heeft elke vitamine zijn eigen functie in het lichaam.
Vitamines komen van nature voor in onze voeding. Het lichaam maakt ze niet
of onvoldoende zelf. Vitamines komen uit de levende natuur en kunnen door
sommige planten of dieren zelf gemaakt worden. Vitamines kunnen elkaar
versterken of verzwakken.
Er zijn 13 soorten vitamines. Dat zijn de vitamines A, C, D, E, K en 8 soorten
vitamine B -> B1, B2, B3, B5, B6, B8, B11 en B12.
De vitamines kun je indelen in water oplosbare vitamines en vet oplosbare
vitamines.
Vet oplosbare vitamines:
Vitamin Bron: In het vet van de voedingsmiddelen.
es:
Vitamine Opsl Kunnen (beperkt) worden opgeslagen in het vetweefsel
A ag: van het lichaam via de lymfe.
Vitamine Vitamine A kan een grote voorraad aanleggen in de lever.
D
Vitamine Grote voorraden in het lichaam stabieler.
E
Vitamine De vitamines worden uitgescheiden via de urine of gal.
K
,Water oplosbare vitamines:
Vitamine Bron: In het vocht van de voedingsmiddelen.
s:
Vitamine Opsl Kleine voorraden, het lichaam kan deze vitamines niet
B1 ag: goed opslaan. M.u.v. vitamine B12
Vitamine Opgenomen via het bloed.
B2
Vitamine Teveel verlaat het lichaam via de urine. Dit zorgt er voor
B3 dat je bijna nooit teveel van deze vitamines binnen
krijgt.
Vitamine
B5
Vitamine Bij bereiding kunnen de vitamines snel verloren gaan.
B6
Vitamine
B8
Vitamine
B11
Vitamine
B12
Vitamine C
Functie van vitamines:
- Rol bij koolhydraat, vet en eiwitstofwisseling.
- Rol in het zenuwstelsel.
- Goed functioneren van het hart.
- Anti-oxidant.
Water en vet vitamines hebben andere functies. Zo vervullen de
watervitamines de co-enzymfuncties.
Antioxidanten:
Vitamine A, C en E worden gerekend tot de antioxidanten. Oxidatie is een
proces in het lichaam waarbij agressieve stoffen, zogeheten vrije radicalen
schade kan brengen aan cellen en weefsels. Mogelijk met als gevolg hart- en
vaatziekten, kanker en schade aan het zenuwstelsel. De antioxidanten die via
gezond eten het lichaam binnenkomen, zorgen dat dit niet gebeurt.
Voorbeeld: Een geschilde appel wordt bruin doordat er zuurstof bij komt. Dit
proces heet oxidatie. Door citroensap wordt de appel niet bruin. Dat komt
omdat in citroensap antioxidanten zitten, zoals vitamine C.
,Wie hebben extra vitamines nodig:
Als je gezond eet dan krijg je voldoende vitamines en mineralen binnen. Met
uitzondering van een aantal doelgroepen. Als je niet bij de risico groepen
hoort is het nergens voor nodig om extra vitamines te slikken.
Vitamine D Kinderen tot 4 jaar.
Zwangere vrouwen.
Ouderen ♀ 50+ en ♂ 70+.
Mensen met een donkere huid.
Mensen die weinig buiten komen.
Veganisten.
Vitamine K Vrouwen die zwanger willen worden
of zijn.
Baby’s tot 3 maanden.
Vitamine B11 (foliumzuur) Vrouwen die zwanger willen worden
of zijn.
Vitamine B12 Veganisten.
Risico op een tekort:
- (Top)sporters.
- Groot ongewild gewichts- en/of voedingsstoffenverlies.
- Ouderen (die verblijven in een verzorgings- of verpleeghuis).
- Rokers en alcoholisten
- Vegetariërs en veganisten.
- Bij ziekte en medicijngebruik.
- Mensen die weinig of eenzijdig eten.
- Lage SES.
Vitamines en medicijnen:
Vitamines en medicijnen hebben invloed op elkaar;
- Medicijn beïnvloedt de opname van vitamines.
- Vitamines beïnvloeden de werking van het medicijn.
Biologische beschikbaarheid afhankelijk van:
- Interacties met andere bestanddelen uit de voeding.
- Absorptie.
,- Transport door het lichaam.
Voorbeeld: Calcium blokkeert de opname van ijzer. Calcium heeft in de darm
voorrang qua opname dan ijzer. Vitamine C en ijzer is wel een goede
combinatie.
Vitamine deficiëntie:
Deficiëntie is een tekort. Komt voor bij verandering in het lichaam.
- Primaire deficiëntie;
Te lage inname en/of verhoogde behoefte
- Secundaire deficiëntie;
Voldoende inname, echter verstoorde beschikbaarheid door:
Malabsorptie, "inborn errors of metabolism" en slechte onderlinge
verhouding.
Mate van deficiëntie en overmaat:
- Avitaminose;
Gebrek aan bepaalde vitamines.
- Hypovitaminose;
Is een tekort aan vitamines.
- Hypervitaminose;
Is een teveel aan vitamines. Kan een vergiftiging veroorzaken.
Pro-vitamines:
Pro-vitamines zijn stoffen die het lichaam zelf kan omzetten in vitamines. De
belangrijkste is bèta-caroteen. Deze stof kan worden omgezet in vitamine A,
en wordt dus provitamine A genoemd. Provitamine D kan in de huid onder
invloed van zonlicht wordt omgezet in vitamine D. Uit het aminozuur
tryptofaan kan in het lichaam vitamine B3 maken.
Weerstands vitamines:
Hebben invloed op het immuunsysteem. Dit zijn vitamine A, B6, B11, B12, C
en D.
Weetjes:
- Je kunt niet snel teveel vitamines binnen krijgen als het om voeding gaat.
Met supplementen wel.
- Voor het lichaam maakt het niet uit of ascorbinezuur uit een natuurlijk
product komt of uit een supplement. Het lichaam ziet geen verschil. Wel is
natuurlijke voeding aan te raden.
Aanbevelingen/voedingsnormen:
- Gericht op bevolkingsniveau.
- Gericht op voorkomen van gebreksziekten en welvaartsziekten.
* Gemiddelde behoefte;
Is de hoeveelheid van een bepaalde voedingsstof die voldoende is voor de
,helft van de bevolking, om de processen in het lichaam goed te kunnen
uitvoeren.
* Aanbevolen hoeveelheid;
Geldt voor vrijwel de gehele bevolking.
* Adequate inname;
Is een schatting van de laagste hoeveelheid voedingstoffen die door vrijwel
alle mensen voldoende is. Deze waarde geldt als er geen aanbevolen
dagelijkse hoeveelheden vastgesteld kan worden.
* Aanvaardbare bovengrens;
Hoge in namens zonder ongewenste effecten.
Procedure in Nederland:
De ministerie van VWS bepaalt hoeveel vitamines en mineralen we in
Nederland dagelijks nodig hebben.
- Ministerie van VWS geeft Gezondheidsraad opdracht.
- Gezondheidsraad doet aanbeveling.
- Ministerie neemt dit over.
De EFSA bepaalt de ADH op het etiket. Dit is een Europese standaard. Het
wijkt wel af van de Nederlandse ADH. De EFSA keurt ook claims goed.
Alles over de vitamines uitgebreid:
Vitamine A
,(Retinol)
Water/vetoplos Vet oplosbaar.
baar:
Functie: Betrokken bij weerstand en anti-infectie vitamine.
Speelt een rol bij groei, gezichtsvermogen, de gezondheid
van de huid en tandvlees en bij slijmvliescellen.
Belangrijke rol in het aanmaken van bepaalde bloedcellen
die onderdeel zijn van je afweersysteem.
Bronnen: Lever, vis en boter. Groenten en fruit bevatten bèta-
caroteen, een voorloper van vitamine A. Daarnaast wordt
het toegevoegd aan margarine, halvarine en bak- en
braadproducten.
ADH: Baby’s
0-5 maand 6-11
maand
450 mcg RE 400 mcg
Peuters (1-3
jaar)
♂ ♀
400 mcg RE 400 mcg RE
Kinderen
♂ ♀
4-6 jaar 7-8 jaar 4-6 jaar 7-8 jaar
500 mcg RE 500 mcg RE 450 mcg RE 400 mcg
Kinderen
♂ ♀
9 jaar 10-13 jaar 9 jaar 10-13 jaar
700 mcg RE 1000 mcg 700 mcg RE 800 mcg
RE
Jongeren
♂ ♀
14-15 jaar 16-18 jaar 14-15 jaar 16-18 jaar
1000 mcg RE 1000 mcg 800 mcg RE 800 mcg
RE
Volwassenen
♂ ♀
19-50 jaar 19-50 jaar
1000 mcg RE 800 mcg RE
Senioren
♂ ♀
51-70 jaar 70 + 51-70 jaar 70 +
1000 mcg RE 1000 mcg 800 mcg RE 800 mcg
RE
Veilige 3000 mcg
bovengrens:
,Gevolgen Gebrek aan eetlust, verminderd gezichtsvermogen,
teveel: hoofdpijn, misselijkheid, vermoeidheid, duizeligheid,
spierpijn, oogafwijkingen, haarverlies en/of roodheid en
schilferen van de huid.
Voor gevoelige personen kan het tijdens de
zwangerschap de vrucht beschadigen (aandachtspunt
voor zwangere vrouwen).
Gevolgen te Vermindering weerstand. Een droge en schilferige huid en
weinig: dof haar.
Bij chronisch tekort storing in het gezichtsvermogen ->
Nachtblindheid en kan overgaan in totale blindheid.
Vitamine B1 (thiamine)
Water/vetoplos Water oplosbaar.
baar:
Functie: Zorgt voor de verbranding van koolhydraten ->
energievoorziening.
Speelt een rol bij het zenuwstelsel en goed functioneren
van het hart.
Bronnen: Varkensvlees en graanproducten.
ADH: Baby’s
0-5 maand 6-11
maand
0,2 mg 0,2 mg
Peuters (1-3
jaar)
♂ ♀
0,3 mg 0,3 mg
Kinderen
♂ ♀
4-6 jaar 7-8 jaar 4-6 jaar 7-8 jaar
0,5 mg 0,5 mg 0,5 mg 0,5 mg
Kinderen
♂ ♀
9 jaar 10-13 jaar 9 jaar 10-13 jaar
0,8 mg 0,8 mg 0,8 mg 0,8 mg
Jongeren
♂ ♀
14-15 jaar 16-18 jaar 14-15 jaar 16-18 jaar
1,1 mg 1,1 mg 1,1 mg 1,1 mg
Volwassenen
♂ ♀
19-50 jaar 19-50 jaar
1,1 mg 1,1 mg
Senioren
, ♂ ♀
51-70 jaar 70 + 51-70 jaar 70 +
1,1 mg 1,1 mg 1,1 mg 1,1 mg
Veilige N.v.t. GR houdt 5x de ADH aan.
bovengrens:
Gevolgen N.v.t.
teveel:
Gevolgen te Problemen gerelateerd aan het zenuwstelsel ->
weinig: depressie, een verlaagde irritatiedrempel,
concentratieproblemen en geheugenverlies (zijn
blijvend).
Spierzwakte, verminderde reflexen, verminderde eetlust,
gewichtsverlies en maagstoornissen.
Vitamine B2 (riboflavine)
Water/vetoplos Water oplosbaar.
baar:
Functie: Speelt een rol bij instandhouding van het zenuwstelsel,
de spijsvertering en de energiehuishouding.
Zorgt voor gezonde huid en gezichtsvermogen.
Draagt bij aan de bescherming van de cellen in het
lichaam tegen oxidatieve schade.
Bronnen: Zuivel, vlees(waren), groenten, fruit en graanproducten.
ADH: Baby’s
0-5 maand 6-11
maand
0,4 mg 0,4 mg
Peuters (1-3
jaar)
♂ ♀
0,5 mg 0,5 mg
Kinderen
♂ ♀
4-6 jaar 7-8 jaar 4-6 jaar 7-8 jaar
0,7 mg 0,7 mg 0,7 mg 0,7 mg
Kinderen
♂ ♀
9 jaar 10-13 jaar 9 jaar 10-13 jaar
1,0 mg 1,0 mg 1,0 mg 1,0 mg
Jongeren
♂ ♀
14-15 jaar 16-18 jaar 14-15 jaar 16-18 jaar
1,5 mg 1,5 mg 1,5 mg 1,5 mg
Volwassenen
♂ ♀