100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting hfd 1 t/m 5 Toegepaste organisatiekunde, Peter Thuis €3,99
In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting hfd 1 t/m 5 Toegepaste organisatiekunde, Peter Thuis

4 beoordelingen
 2362 keer bekeken  36 keer verkocht

100% slagingskans!! samenvatting van hoofdstuk 1 t/m 5, duidelijke samenvatting met afbeeldingen ter illustratie/uitleg.

Voorbeeld 4 van de 29  pagina's

  • Ja
  • 11 januari 2013
  • 29
  • 2011/2012
  • Samenvatting
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (36)

4  beoordelingen

review-writer-avatar

Door: metehan28 • 6 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: saraelj • 7 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: maxberkien • 8 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: rfolman • 5 jaar geleden

avatar-seller
dennisizquierdo
Samenvatting Bedrijfskunde
Hoofdstuk 1 Een begrippenkader voor de organisatiekunde

1.1 Wat is een organisatie.
Onder een organisatie verstaan wij: een menselijke samenwerking die doelgericht en blijvend is.
Een organisatie heeft 4 belangrijke kenmerken:
 De menselijke factor
 Een samenwerkingsvorm
 Doelgerichtheid
 Continuïteit

Men ging ooit met elkaar samenwerken omdat men in samenwerkingsverband meer kan bereiken
dan individueel. Dan spreek je over het synergie-effect ( het resultaat van de totale samenwerking is
groter dan een optelling van de resultaten van de individuele prestaties).
Als men het over de continuïteit van een bedrijf heeft, gaat men meestal uit van de going-
concerngedachte (men gaat bij het nemen van managementbeslissingen uit van de continuïteit van
de organisatie). Vandaar dat in de organisatiekunde als interne hoofddoelstelling van organisaties
geldt: het voortbestaan van de organisatie. De externe hoofddoelstelling van organisaties is het
voorzien in een maatschappelijke behoefte.

De gemeenschappelijke kenmerken van de hedendaagse organisatie met een organisatie van vroeger
 Machtsverdeling in lagen
 Synergie-effect
 Geschoold personeel
 Formele communicatie, regelgeving en methoden;
 Werkverdeling naar functie (bijvoorbeeld productie-, inkoop-, verkoop-, en boekhoudkundig
personeel)
 Omschreven doelstellingen

Het woord organisatie is een homoniem. We kunnen drie betekenissen aan het woord toekennen:
1 Het functionele organisatiebegrip: hierbij zien we het woord ‘organisatie’ in de
betekenis van het werkwoord organiseren, dat gelijk staat met het effectief op elkaar
afstemmen van activiteiten. De organisatie als functie. (lening afsluiten etc.)
2 Het institutionele organisatiebegrip: hiervan is sprake als men duidt op een organisatie
als object, met een naam en vestiging. (Philips Eindhoven)
3 Het instrumentele organisatiebegrip: het organiseren van activiteiten binnen de
organisatie. (het werk dat bepaalde mensen moeten verrichten)

1.2 Organisatie, bedrijf en onderneming
Een organisatie is een menselijke samenwerking die doelgericht en blijvend is. Een bedrijf kan men
als volgt definiëren: een organisatie die goederen en/of diensten voortbrengt met het doel deze op
een afzetmarkt te verkopen. Er zijn bedrijven met en bedrijven zonder
winstoogmerk(profitinstellingen / non-profitinstellingen). Een onderneming is een bedrijf dat altijd
gericht is op het maken van winst.

1.3 Rechtsvormen
Er zijn verschillende ondernemingsvormen. Hiermee wordt bedoeld dat men een onderneming op
verschillende manieren (juridisch) kan vormgeven. De ondernemingsvorm die men kiest, noemt men
in juridische termen ook wel de rechtsvorm. Een onderneming kan toebehoren aan een natuurlijk
persoon of kan zelfstandig een rechtspersoon zijn. Een natuurlijk persoon is iemand van vlees en

,bloed die de drager is van rechten en plichten zoals deze verwoord worden in de wet. De wet kent
ook de aanwijzing van groepen of organisaties als rechtssubject. De groep of organisatie noemen we
in dat geval de rechtspersoon. Bedrijven of ondernemingen met een natuurlijk persoon zijn altijd
hoofdelijk (met hun privé vermogen) aansprakelijk, en bedrijven met en rechtspersoon niet.

De rechtsvormen die behoren bij natuurlijke personen zijn:
1. De eenmanszaak;
2. De maatschap;
3. De vennootschap onder firma (vof);
4. De commanditaire vennootschap (cv).

De eenmanszaak: de eigenaar van een eenmanszaak is met zijn gehele private vermogen
aansprakelijk voor de schulden van de eenmanszaak. De eenmanszaak hoeft geen jaarstukken
openbaar te maken. Uiteraard heeft de eenmanszaak wel een administratieplicht voor de inspecteur
van belastingen. Voordelen van een eenmanszaak zijn de volledige zelfstandigheid van de eigenaar,
de grote invloed van de eigenaar op het bedrijfsresultaat en de flexibiliteit. Het nadeel van de
eenmanszaak is dat de eigenaar het volledige risico draagt voor eventuele schulden. Daarnaast is het
voortbestaan van de onderneming volledig afhankelijk van de capaciteiten, leeftijd en gezondheid
van de eigenaar.

De maatschap: de maatschap is een samenwerkingsovereenkomst tussen zelfstandige, natuurlijke
personen of rechtspersonen die zich verbinden om iets in een gemeenschap te brengen met het doel
het daaruit ontstane voordeel met elkaar te delen. De maten(eigenaren van een maatschap) zijn
ieder voor een gelijk deel aansprakelijk voor de schulden van de maatschap.

De vennootschap onder firma(vof): de vof is een samenwerkingsverband tussen twee of meer
personen onder één gemeenschappelijke naam. De inbreng van vennoten kan uit geld bestaan, maar
ook uit arbeid, goederen of vergunningen. De firmanten(vennoten) zijn ieder hoofdelijk aansprakelijk
voor de totale schulden van de onderneming. In de firma-akte worden de rechten en plichten van de
firmanten vastgelegd. De firma heeft geen publicatieplicht van de jaarstukken. Voordelen van de vof
zijn de spreiding van het ondernemersrisico over meer personen en het feit dat de firma voor het
voortbestaan minder kwetsbaar is dan een eenmanszaak. Nadelen zijn de kans op onenigheid, de
mogelijkheid van onduidelijkheid over de taakverdeling en het feit dat iedere firmant aansprakelijk is
voor de daden van de medefirmanten.

De commanditaire vennootschap(cv): de cv is vergelijkbaar met de firma, met het verschil dat er
binnen de cv onderscheid wordt gemaakt tussen beherende vennoten en stille vennoten. Als de
firma failliet gaat is de stille vennoot niet aansprakelijk, maar is hij zijn geïnvesteerde geld kwijt. De
beherende vennoot is wel hoofdelijk aansprakelijk. Voor de rest zijn de voor- en nadelen
vergelijkbaar met die van de vof.

De rechtsvormen behorende bij rechtspersonen zijn:
1. De naamloze vennootschap (nv);
2. De besloten vennootschap (bv);
3. De coöperatieve vereniging.

De naamloze vennootschap(nv): de naamloze vennootschap is een onderneming met
rechtspersoonlijkheid; dit betekend dat juridisch gezien haar bezittingen en schulden geheel
onafhankelijk zijn van de bezittingen en schulden van de vermogensverschaffers. Het kapitaal van de
nv is verdeeld in een aantal aandelen. De aandelen zijn ´aan toonbaar´, hetgeen wil zeggen dat ze
niet op naam zijn en daardoor vrij verhandelbaar zijn. De zeggenschap over de nv is meestal verdeeld
over drie organen, die we hier kort bespreken. De algemene vergadering van aandeelhouders (ava) is

,het hoogste gezagsorgaan in de nv. Bij een nv loert altijd het overnamegevaar; hiermee wordt
bedoeld dat een buitenstaander een controlerend aandelenbelang kan verkrijgen door meer dan
50% van de aandelen te bezitten. Het tweede orgaan in de nv is de raad van bestuur (RvB). De RvB is
verantwoordelijk voor de dagelijkse gang van zaken in de nv. Een derde orgaan dat niet in iedere nv
kan worden aangetroffen, is de raad van commissarissen (RvC), die namens de (ava) toezicht
uitoefent op de RvB. De nv is verplicht tot het publiceren van jaarstukken. Een van de voordelen van
de nv is de geschiktheid om een groot vreemd vermogen aan te trekken. Nadelen van deze
rechtsvorm zij de publicatieplicht( informatie voor de concurrenten) en de kans op vijandige
overnames.

De besloten vennootschap(bv): de besloten vennootschap(bv) is vergelijkbaar met de nv, met als
grootste verschil dat hier de aandelen niet ‘aan toonbaar’ zijn, maar op naam staan en dus niet vrij
verhandelbaar zijn. De bv is een aantrekkelijke rechtsvorm voor ondernemers die niet persoonlijk
aansprakelijk willen zijn voor de bedrijfsrisico’s.

De coöperatieve vereniging: de coöperatieve vereniging is een vereniging van personen die het
behartigen van de belangen van de leden als doel heeft. De vereniging kent organen die vergelijkbaar
zijn met die van de nv: de algemene vergadering van aandeelhouders, de raad van bestuur en de
raad van toezicht. Ook bij deze rechtsvorm is er sprake van een wettelijke publicatieplicht.

1.4 Productiviteit, effectiviteit en efficiëntie
Om organisaties te kunnen onderzoeken hebben we meetinstrumenten nodig. Drie belangrijke
criteria bij de beoordeling van organisaties zijn ‘productiviteit’, ‘effectiviteit’ en ‘efficiëntie’. Met
productiviteit (P) van een organisatie duiden we op de verhouding tussen het bereikte resultaat (R) en
de daarvoor gebrachte offers (O). Bij resultaat denken we aan de opbrengst van producten of
diensten. Bij de offers denken we aan de kosten voor onder andere grondstoffen of arbeid die
gemaakt moest worden om het product te kunnen fabriceren.
resultaat
Productiviteit = offers

De maximaal haalbare productiviteit is de productiviteit waarbij, gegeven de productiemiddelen,
met de laagste offers het maximale resultaat wordt gerealiseerd. De formule van de maximale
productiviteit luidt als volgt:
Resultaatmax
Productiviteitmax= offersmin

Effectiviteit: de verhouding tussen het werkelijk bereikte resultaat en het normresultaat dat men
eigenlijk had moeten halen.
Rwerkelijk
Effectiviteit = Rnorm R = resultaat

Efficiëntie: de verhouding tussen de normoffers die men eigenlijk had mogen brengen en de
werkelijk gebrachte offers.
Onorm
Efficiëntie = Owerkelijk O = offer

1.5 waarom organisatietheorieën bestuderen?
De belangrijkste redenen om organisatietheorieën te bestuderen:
 Ze vormen een leidraad bij beslissingen
 Ze vormen onze visies op organisaties
 Ze maken ons bewust van de organisatieomgeving
Ze zijn een bron van nieuwe ideeën.

, Hoofdstuk 2 De belangrijkste stromingen in de organisatiekunde
2.1 Uitgangssituatie
Men kan vier krachten onderscheiden die aan de wieg stonden van de systematische studie van het
functioneren van organisatie aan het einde van de negentiende eeuw:
 De protestants-christelijke ethiek ten aanzien van de arbeid;
 Het kapitalisme en de opdeling van arbeid;
 De industriële revolutie
 Het ‘productiviteitsprobleem’.

2.1.1 De protestants-christelijke ethiek ten aanzien van arbeid
Luther en Calvijn hadden een van de Middeleeuwen afwijkende levensfilosofie, die inhield dat men
alleen door de schepper kon worden uitverkoren voor een beter leven in het hiernamaals indien men
het leven op aarde zinvol invulde. De protestants-christelijke werkethiek hield dus in dat mensen, in
plaats van passief betere tijden na de dood af te wachten, juist hun roeping op aarde moesten
waarmaken door noeste arbeid en onzelfzuchtige inzet.

2.1.2 Het kapitalisme en de opdeling van arbeid
De achttiende eeuw was de eeuw van de opkomst van het kapitalisme, dat voor het eerst
beschreven werd door de econoom Adam Smith (1776). Smith, een Schot die zelf opgroeide in een
land met een socialistische overheid, omschreef de basiselementen van het kapitalisme als volgt:
1. De meest efficiënte regulering van de stroom van middelen door de maatschappij wordt
bepaald door de natuurlijke wetten van vraag en aanbod en vrije concurrentie
2. Ieder individu zou vrij moeten zijn in het vergaren van rijkdom
3. Ieder individu zou vrij moeten zijn in het hebben van eigendomsrechten
4. De opleiding van arbeid leidt door specialisatie tot vergroting van de productiviteit

Het laatstgenoemde basiselement van het kapitalisme is dus specialisatie. Hierdoor doet het
personeel meer ervaring op en daardoor gaat het uiteindelijk sneller en beter werken.

2.1.3 De industriële revolutie
Ook de industriële organisatie speelde een rol bij de geboorte van de klassieke organisatiekunde.
Door de uitvinding van de stoommachine door James Watt in 1765 werd massaproductie mogelijk.
De toenemende aantallen werknemers die door de industriële revolutie in een organisatie
participeerden, vormden dus een derde stimulerende factor voor de systematische studie van
optimale organisatievormen en organisatietechnieken.

2.1.4 Het productiviteitsprobleem
In het begin van de twintigste eeuw ontstond er in de industrie een turbulente mix van verschillende
gedachten over technologie, ondernemingsgrootte en werkmethoden, waardoor de productiviteit
achterbleef en de verwachtingen. In de verenigde staten werd deze ontwikkeling vaak als nationale
chaos of het productiviteitsprobleem omschreven. Het productiviteitsprobleem had drie oorzaken:
1. Er was een algemeen gebrek aan managementmethoden en getrainde managers.
2. Men had de moeite met implicaties van de nieuwe technologieën voor de werkomgeving
van de mens. Hierbij kunnen we denken aan de introductie van het werken aan de
lopende band.
3. Men had moeite met het bepalen van de juiste grootte van de nieuwe industriële
organisaties om de juiste schaalvoordelen te bereiken; dat wil zeggen: de voordelen die
ontstaan bij het vergroten van de productie. Hierbij kunnen we denken aan de
kostenprijsverlaging per product die ontstaat, en de grotere ervaring die men opdoet.

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper dennisizquierdo. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,99. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 51036 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 15 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€3,99  36x  verkocht
  • (4)
In winkelwagen
Toegevoegd