In dit document worden drie casussen (NT2, taalgericht vakonderwijs en dyslexie) uitgewerkt. Alle casussen zijn onderbouwd aan de hand van wetenschappelijke literatuur. Voor dit product heb ik een 8,0 gehaald. De casusvragen staan in het document, waardoor je precies kunt zien hoe de vragen zijn be...
Cursusnaam: Vakdidactiek 2.3: Taal in de klas
Cursuscode: NEDV2C01X
Datum: 11 november 2020
1
,Inhoud
Vakdidactiek 2.3: Taal in de klas............................................................................................1
Casus NT2............................................................................................................................. 3
Casus taalgericht vakonderwijs..............................................................................................6
Casus dyslexie....................................................................................................................... 8
Literatuurlijst........................................................................................................................... 9
Casus NT2............................................................................................................................. 3
Casus taalgericht vakonderwijs..............................................................................................6
Casus dyslexie....................................................................................................................... 8
Literatuurlijst........................................................................................................................... 9
2
, Casus NT2
Opdracht 1
Geef een onderbouwd oordeel over deze werkwijze om met NT2-studenten aan
leesvaardigheid te werken: wat vinden jullie er goed en minder goed aan?
Een NT2-leerder kan een tekst lezen met een alledaags onderwerp en een lage
informatiedichtheid (SLO, 2020). Ondanks hun zorgopleiding is ‘teken’ geen alledaags
onderwerp. Ten tweede is de informatiedichtheid hoog, omdat er in de tekst zes
deelonderwerpen benoemd worden. Daarnaast moet het woordgebruik in teksten eenvoudig
en alledaags zijn (Taalunieversum, 2020). In de tekst worden moeilijke woorden gebruikt,
zoals ‘vegetatie’, ‘alternatieve’ of ‘proefondervindelijk’. Het kan zijn dat de NT2- studenten
hierdoor moeite hebben met het lezen van de tekst. Ook moet de NT2-student informatie uit
de tekst kunnen ordenen en het doel van de tekst of alinea’s kunnen aangeven (SLO, 2020).
De vragen die bij de tekst gesteld worden, spelen in op deze vaardigheden. De studenten
moeten aangeven wat het doel van de tekst is (vraag 1) en moeten inhoudelijke informatie
kunnen opzoeken (vraag 5). De vragen van de tekst vinden wij een goede oefening om op
niveau 2F te komen.
Opdracht 2
De tekst met vragen uit NU Nederlands besteedt geen expliciete aandacht aan
woordenschat. Met een klas vol studenten met een NT2-achtergrond vind je dat wel
belangrijk. Noteer welke drie tot vijf woorden jullie kiezen en beschrijf waarom jullie
deze woorden hebben gekozen. Beschrijf daarna hoe jullie deze woorden behandelen
in de klas, voorafgaand aan het lezen van de tekst, en verantwoord deze werkwijze.
Zoals eerder genoemd is, moet een tekst op 2F niveau bestaan uit alledaagse en
hoogfrequente woorden (Taalunieversum, 2020). We kiezen voor: alternatieve, parasiet en
vegetatie. Deze woorden zijn voor de studenten onbekend, omdat het geen alledaagse
woorden zijn en ze niet voorkomen op de 2000 hoogfrequente woordenlijst (Kleijn,
Nieuwborg & De Kleijn, 1983). Daarnaast zijn het woorden die terug kunnen komen als
school- en vaktaalwoorden, dus belangrijk zijn om te leren (Bossers, Kuiken & Vermeer,
2020). De studenten gaan op een intentionele manier werken aan verbreding, verdieping en
automatisering van de woordenschat via de viertaktmethode. We bouwen dit zo op dat de
studenten de begrippen productief kennen (Bossers et al., 2020). Ten eerste komt het
voorbewerken, in deze fase activeren we de voorkennis van de studenten door de woorden
in een verhaaltje aan te bieden en aan de studenten te vragen waar het verhaaltje over gaat.
Zo openen we het netwerk van verbonden woorden in het mentale lexicon en activeren we
de bijpassende context (Bossers et al., 2020). Dan gaan we semantiseren door de
onbekende woorden in bekende context aan te bieden. Dit doen we door drie zinnen op het
bord te zetten en de studenten de betekenis van het moeilijke woord te laten raden. Doordat
de studenten de context al kennen, slaan ze het nieuwe woord sneller op door de bestaande
verbindingen in het mentale lexicon (Bossers et al., 2020). Vervolgens gaan we de woorden
consolideren, in deze fase maken we nieuwe zinnen. De studenten vullen in deze zinnen het
begrip in. Deze herhaling voorkomt dat het woord wordt vergeten (Bossers et al., 2020).
3
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper rosaeva. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,99. Je zit daarna nergens aan vast.