Voor het tentamen van bestuurskunde & bestuursrecht heb ik een 7,6 voor gehaald!
Samenvatting van het vak bestuursrecht voor het tentamen. Kennisclips en delen van het boek 'Bestuursrecht in het Awb-tijdperk' zijn samengevat.
Bestuursrecht = Heeft betrekking op relaties tussen de overheid (bestuursorganen) en
burgers (belanghebbenden). Het geeft regels voor de verhouding tussen bestuursorganen en
burgers, in het bijzonder voor de situatie waarin het bestuur handelt op basis van
publiekrechtelijke bevoegdheden. Het wordt sterk beïnvloed door Europese regelgeving.
3 functies van bestuursrecht:
- Instrumentele functie = het bestuursrecht geeft de overheid de bevoegdheden of
instrumenten om het algemeen belang te behartigen en zijn publieke taak te
vervullen.
- Waarborgfunctie = Het bestuursrecht geeft burgers bescherming tegen de overheid
en haar besluiten. De burger krijgt middelen om het beleid van het bestuursrecht te
beïnvloeden en zich daartegen teweer te stellen. Zo geeft het bestuursrecht
inspraakmogelijkheden en regelt het wie tegen welke overheidsbesluiten mag
opkomen bij de bestuursrechter.
- Normerende functie = Bestuursrecht geeft regels waaraan het bestuur zich bij de
uitoefening van bevoegdheden moet houden.
Specialiteitsbeginsel = Op grond van dit beginsel gelden er beperkingen voor de
belangen die een bestuursorgaan bij zijn afweging mag betrekken.
Bronnen van bestuursrecht:
- Wetgeving
- Jurisprudentie
- Literatuur
Staatsblad = Wetten en belangrijke uitvoeringsbesluiten worden geplaatst in het staatsblad.
Staatscourant = Ministeriele regelingen worden hier gepubliceerd.
Feitelijke handeling = Geen beoogd rechtsgevolg. Je hebt niet de intentie om rechten en
plichten bij andere op te roepen.
Publiekrechtelijke rechtshandeling = Wel een beoogd rechtsgevolg. Kunnen natuurlijke
personen niet nemen. Het verlenen van een vergunning. Vind in het publiekrecht plaats.
,Privaatrechtelijke rechtshandeling = Wel een beoogd rechtsgevolg. Kunnen natuurlijke
personen nemen. Bijvoorbeeld het sluiten van een overeenkomst. Vind in het privaatrecht
plaats.
Awb = Wet in formele zin. Algemene wet bestuursrecht. De wet waarin het algemeen
bestuursrecht is in verzameld. De behoefte aan algemene regels was in loop van de tijd
ontstaan als gevolg van de steeds maar toenemende bestuursrechtelijke voorschriften op
allerlei terreinen. Zo was er niet alleen een enorme hoeveelheid regelgeving ontstaan, maar
vertoonden de regelingen onderling grote verschillen. Het bestuursrecht was
onoverzichtelijk geworden.
Tranches = De Awb kan worden gekwalificeerd als ‘aanbouwwet’; de Awb komt niet als 1
geheel tot stand, maar in delen die tranches genoemd worden. Hierdoor ontstaat de ruimte
om aan de hand van de rechtsontwikkeling steeds nieuwe onderwerpen in de wet te
regelen.
Doelstellingen van de Awb:
- Het bevorderen van eenheid binnen de bestuursrechtelijke wetgeving.
- Het systematiseren en vereenvoudigen van de bestuursrechtelijke wetgeving.
- Het codificeren/ vastleggen in een wetboek van ontwikkelingen die zich in de
bestuursrechtelijke jurisprudentie hebben afgetekend.
- Het treffen van voorzieningen ten aanzien van onderwerpen die zich naar hun aard
niet voor regeling in een bijzondere wet lenen.
Structuur Awb = Gelaagde structuur. De hoofdstukken zijn opgebouwd van algemeen naar
bijzonder.
Dwingen recht = Regels die zonder uitzondering voor het gehele bestuursrecht gelden. De
meeste regels in de Awb zijn dwingend van aard. Je mag en kan er niet van afwijken. Lagere
regelgevers kunnen geen regels maken die van de Awb afwijken. De formele wetgever zou
wel mogen afwijken. Alleen wanneer noodzakelijk is, in bijzondere wetten wordt afgeweken
van algemene wetten. Een afwijking moet in memorie van toelichting worden gemotiveerd.
Regelend recht = Awb bevat de ‘hoofdregel’, daar mag je van afwijken. Bij bijzondere
gevallen moet van deze regels in bepaalde gevallen kunnen worden afgeweken, ook door
lagere regelgevers.
Aanvullend recht = Dit zijn regels die in werking treden als er in de lagere wetgeving op dat
gebied niets is geregeld. Wenselijk is een restbepaling.
- Art 4:13 Awb is aanvullend omdat, het eerste lid begint met ‘een beschikking dient te
worden gegeven binnen de bij wettelijk voorschrift bepaalde termijn’. Met ‘wettelijk
voorschrift’ wordt wetgeving in materiele zin bedoeld. Het verwijst je dus allereerst
naar de bijzondere regeling.
, Facultatief recht = Ook wel optioneel recht. Dit recht geld niet, tenzij een regelgever of
bestuursorgaan bepaald dat het wel moet worden gevolgd. Als er toepassing staat zou dat
een teken kunnen zijn van dit recht.
Formulering van een afwijkingsmogelijkheid in de Awb = Tenzij bij wettelijk voorschrift
anders is bepaald.
Algemeen bestuursrecht = Algemene regels voor alle terreinen van het bestuursrecht.
Bijzonder bestuursrecht = Bestuursrechtelijke regels voor specifieke rechtsgebieden.
Bijzondere regelgeving waarin de meer inhoudelijke regels zijn vastgelegd. De rechten en
plichten van de overheid en de burgers in concrete/ duidelijke gevallen geregeld.
Als iets niet is geregeld in het bijzonder bestuursrecht dan geld altijd het algemene
bestuursrecht.
Het verschil tussen bestuursrecht en staatsrecht is dat bij het staatsrecht een
organisatieplaatje gegeven wordt en bij bestuursrecht wordt er geregeld hoe de overheid
met haar burgers om moet gaan.
Staatsrecht gaat vooral over de grondwet en de organieke wetten. Het staatrecht bestaat uit
regels die zien op instelling, werkwijze en globale bevoegdheden van de verschillende
organen van de overheid.
Europees recht = De Europese regels moeten vaak in Nederlandse wetgeving worden
omgezet. Nederlandse wetgeving mag niet in strijd zijn met het Europese recht.
Bestuursorganen moeten zich met hun handelen ook aan de Europese regels houden en de
Nederlandse rechter dient daarop toe te zien.
Week 2
Nederland is een gedecentraliseerde eenheidsstaat. Dit is een centraal geregeerde staat met
onderdelen, zoals provincie en de gemeente. Zij hebben een eigen bestuursorganisatie en
een mate van zelfstandigheid, maar waarvan de onderdelen alleen een afgeleid gezag
uitoefenen.
- Territoriale decentralisatie; er zijn organen die voor een bepaald territorium een
algemene bevoegdheid hebben gekregen tot het vaststellen van algemeen
verbindende voorschriften, zoals wetten. Zij mogen op grond van de wet alleen
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper SeraKalisvaart. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,09. Je zit daarna nergens aan vast.