In dit bestand staan de uitwerkingen van alle leerdoelen (problemen) van het vak Recht, economie en maatschappij van de Erasmus Universiteit Rotterdam.
Recht, Economie en Maatschappij – R.E.M. Blok 5
Probleem 1:
Leerdoelen:
1. Wat is rechtseconomie?
2. Op welke manier kijken rechtseconomen naar het recht en hoe verschilt dat van een
juridische benadering?
Leerdoel 1: Wat is rechtseconomie?
Rechtseconomie is de economische benadering van het recht. Aan de hand van het
toepassen van economische concepten op juridische vraagstukken tracht de rechtseconomie
het recht en haar werking te analyseren. De economische analyse van het recht wordt
aangewend om:
1. De effecten van juridische regels op het gedrag van mensen te beschrijven en te
voorspellen
2. Te evalueren of deze effecten maatschappelijk gezien wenselijk zijn
3. Zo nodig alternatieve oplossingen te formuleren
De doelstelling van de rechtseconomie is een maximale maatschappelijke welvaart oftewel
maximale efficiëntie.
Er wordt onderscheid gemaakt tussen de positieve en de normatieve economische analyse
van het recht.
Positief Normatief
Recht zoals het is gebaseerd op Hoe het recht er uit zou moeten zien
gegevens en feiten gebaseerd op waarden/meningen/oordelen
Gedragseffecten van rechtsregels Beleidsmatige aanbevelingen bieden van
voorspellen of evalueren duidelijke oplossingen voor economische problemen
beschrijving van economische kwesties gebaseerd op waarden.
Objectief Subjectief
Wat is dat? Wat zou dat moeten zijn?
Kortom, de rechtseconomie stelt 3 fundamentele vragen:
1. Waarom hebben wij een rechtsregel? (positief)
2. Wat is het effect van bepaalde rechtsregels? (positief)
3. Welke rechtsregel is wenselijk vanuit het perspectief van efficiëntie? (normatief)
Welvaart = de mate waarin behoefte bevredigd (kunnen) worden met de beschikbare
middelen. Welvaart omvat alles waar men waarde aan hecht (dus niet alleen geld en
goederen).
Welvaart = welzijn = nut
Hoe meer een situatie is zoals iemand graag wil, hoe welvarender hij is.
1
,Individuele welvaart = de mate waarin de behoeften van een individu worden bevredigd.
Maatschappelijke welvaart = de welvaart van alle individuen (binnen een samenleving)
gezamenlijk.
Rechtsregels geven prikkels aan mensen om bepaald gedrag te kiezen doordat zij de
individuele welvaart van mensen beïnvloeden. Het recht maakt het ongewenste gedrag
‘duurder’ door het gebruik van bijv. boetes, waardoor mensen worden geprikkeld om voor
het gewenste gedrag te kiezen. Mensen passen hun gedrag aan rechtsregels aan als voor
hen dat een hogere welvaart oplevert dan niet-naleving. Dit aangepaste gedrag heeft weer
invloed op de welvaart van andere mensen (bijv. andere verkeersdeelnemers hebben
minder kans op ongevallen).
Nadat is geanalyseerd welke prikkels bepaalde rechtsregels waarschijnlijk zullen uitoefenen
op het gedrag van mensen, wordt bezien tot welke maatschappelijke uitkomst de reactie van
mensen op deze rechtsregels leidt. Met andere woorden zorgen deze effecten voor een
hogere of lagere maatschappelijke welvaart? Het beantwoorden van de laatste vraag is het
uiteindelijke doel van de rechtseconomie. Daarbij wordt gestreefd naar rechtsregels die de
maatschappelijke welvaart maximaliseren.
Aan de hand van de theoretische veronderstelling dat mensen rationeel handelen en
trachten hun individuele welvaart te maximaliseren, is het mogelijk om de effecten van
rechtsregels op de maatschappelijke welvaart globaal te voorspellen en om de voorkeur
voor een bepaalde rechtsregel aan te geven.
Gedrag is rationeel als iemand ernaar neigt de gedragslijn te kiezen die hun individuele
welvaart maximaliseert. D.m.v. de aanname van rationaliteit kan de reactie van mensen op
(de prikkels afkomstig van) rechtsregels worden voorspeld. Hierbij wordt er gekeken naar
het gemiddelde, er zijn altijd mensen die hiervan afwijken.
Efficiëntie (doelmatigheid) = het bereiken van een doel met gebruik van zo min mogelijk
middelen. Efficiëntie heeft betrekking op de totale kosten en baten van een situatie.
De rechtseconomie toetst rechtsregels aan het efficiëntiecriterium. Aan de hand van de
maatstaf van efficiëntie wordt beoordeeld in hoeverre rechtsregels (kunnen) bijdragen aan
een verhoging van de maatschappelijke welvaart.
2
,Er is sprake van maximale efficiëntie als een rechtsregel meebrengt dat een zo gunstig
mogelijk saldo van kosten en baten voor alle partijen gezamenlijk wordt bereikt.
Er zijn verschillende criteria waarvan de mate van efficiëntie van een rechtsregel kan worden
bepaald. De belangrijkste zijn:
- Pareto efficiëntie
- Kaldor-Hicks efficiëntie
Pareto efficiëntie:
Er is sprake van een Pareto verbetering als een rechtsregel wordt ingevoerd of veranderd, en
ten gevolge daarvan de welvaart van 1 of meer personen toeneemt en niemand erop
achteruit gaat. Er zijn dus geen verliezers ten gevolge van de nieuwe rechtsregel. Een
rechtsregel is Pareto efficiënt/Pareto optimaal (maximale efficiëntie) als het niet meer
mogelijk is om de positie van 1 individu te verbeteren, zonder nadeel toe te brengen aan de
positie van een ander individu. Er is dan geen Pareto-verbetering meer mogelijk.
In de praktijk is het haast onmogelijk om een rechtsregel te veranderen zonder dat iemand
daar nadeel aan ondervindt, daarom wordt er meestal gebruik gemaakt van een minder
streng criterium: Kaldor-Hicks efficiëntie.
Voordeel: er zijn geen verliezers. Er zijn wel baten maar geen kosten
Nadeel: het criterium is erg strikt en biedt weinig ruimte voor verandering (daardoor in de
praktijk bijna niet mogelijk)
Kaldor-Hicks efficiëntie:
Kaldor-Hicks efficiëntie geeft de verhouding aan tussen de totale baten van rechtsregels en
de totale kosten daarvan. Een verandering in het recht is volgens dit criterium een
verbetering als bij een bepaalde rechtsregel sommigen er meer in welvaart op vooruit gaan
dan anderen erop achteruit gaan. De totale baten zijn dan grote dan de totale kosten, de
maatschappelijke welvaart neemt dan toe (dan mag volgens dit criterium de verandering
worden doorgevoerd).
Een rechtsregel is maximaal efficiënt als er geen Kaldor-Hicks verbetering meer mogelijk is.
Er is dan geen verandering in het recht meer mogelijk die meebrengt dat de baten groter zijn
dan de totale kosten. De maatschappelijke welvaart is dan maximaal.
Voordelen > Nadelen
Externe effecten zijn onbedoelde bijwerkingen van productie of consumptie die de welvaart
van een ander dan de veroorzaker (een derde) beïnvloedt. Bij negatieve externe effecten
gaat het om activiteiten waarbij schade aan anderen wordt toegebracht. Bijv.
milieuvervuiling.
3
, De rechtseconomie leert dat in een situatie van negatieve externe effecten (ook wel derde-
partij-effecten) interventie door de overheid vereist kan zijn om een maximale welvaart te
kunnen realiseren.
Om de negatieve externe effecten op te lossen zijn er verschillende mogelijkheden. Bijv.
door belastingen of schadevergoeding.
Het Coase-theorema (van Ronald H. Coase) biedt nader inzicht in de werking en oplossing
van negatieve externe effecten. Het theorema stelt dat particuliere economische
deelnemers het probleem van externe effecten onderling kunnen oplossen, zolang de
transactiekosten nihil zijn.
Transactiekosten zijn alle kosten die met het tot stand brengen en uitvoeren van een
transactie zijn gemoeid (bijv. kosten van onderhandelen/kosten van het zoeken naar een
contractspartner).
Volgens deze theorie is overheidsoptreden dus niet noodzakelijk om de optimale
maatschappelijke situatie te bereiken. D.m.v. (kosteloze) onderhandelingen tussen partijen
zullen alle mogelijke welvaartsverbeteringen worden gerealiseerd en zal het goed gaan naar
de partij met de hoogste waardering voor het goed.
Het coase-theorema geldt echter alleen als transactiekosten afwezig of verwaarloosbaar zijn.
In de praktijk zijn er vrijwel altijd transactiekosten. In sommige gevallen zijn de
transactiekosten zelfs zo hoog dat marktonderhandelingen vrijwel onmogelijk zijn.
De werkelijke betekenis van het Coase-theorema is ook niet dat er altijd door
onderhandelen een efficiënte oplossing bereikt kan worden in een wereld zonder
transactiekosten, maar dat het bestaan van tal van instituties (zoals eigendom/de markt/de
onderneming/de Staat/het recht) verklaard kan worden omdat er juist wel transactiekosten
zijn.
Transactiekosten zorgen ervoor dat overheidsingrijpen in de zin van regelgeving wel nodig is
om het probleem van negatieve externe effecten op te lossen. Marktwerking lost dit niet zelf
op in een situatie van transactiekosten. Zonder (de prikkels volgend uit) regelgeving zal in
een situatie van transactiekosten niet altijd de meest efficiënte oplossing tot stand komen.
Daarbij laat het Coase-theorema ook zien dat het in een wereld met transactiekosten wel
degelijk uitmaakt aan wie (eigendoms-) rechten worden toegewezen. De keuze voor een
bepaalde rechtsregel is wel van belang en kan de omvang van de maatschappelijke welvaart
beïnvloeden.
Leerdoel 2: Op welke manier kijken rechtseconomen naar het recht en hoe
verschilt dat van een juridische benadering?
De waarde van rechtseconomie:
3 redenen waarom het zinvol kan zijn om kennis te hebben van de rechtseconomie:
4
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Iris02. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,49. Je zit daarna nergens aan vast.