Crux van het erfrecht à legitieme portie
Legitieme portie art. 4:63 BW e.v., bestaat wel onenigheid over binnen het Koninkrijk der Nederlanden, in Aruba hebben ze
bijvoorbeeld geen legitieme portie.
Belangrijkste punten:
• Versterferfrecht à erfrecht als er geen testament is, ook wel a.i.-erfrecht genoemd (ab interstato erfrecht)
• Testamentaire erfrecht à erfrecht dat geldt als er een testament is gemaakt, ook wel e.t.-erfrecht genoemd (ex testamento
erfrecht)
• Legitieme portie
• Wettelijke rechten; andere wettelijke rechten dan het recht op de legitieme portie
Ouderlijke boedelverdeling voor 2003 à overgangsrecht, in grote lijnen te vergelijken met de huidige wettelijke verdeling,
4:1167 e.v. BW (oud)
Testament = uiterste wil (notariële akte) , bestaat uit een of meer uiterste wilsbeschikkingen
CTR = centraal testamenten register, je kunt daar informeren of er een testament is opgevraagd
Testamenten à uiterste willen art. 4:42 BW e.v.
Art. 4:1 lid 1 BW: ‘Erfopvolging heeft plaats bij versterf of krachtens uiterste wilsbeschikking.’
Making = legaat of erfstelling
Erfstelling (art. 4:115 BW)à iemand wordt benoemd als erfgenaam, die erft de gehele erfenis, of een deel. Je volgt als
erfgenaam op onder algemene titel (art. 3:80 lid 2 BW: ‘Men verkrijgt goederen onder algemene titel door erfopvolging, door
boedelmenging, door fusie als bedoeld in artikel 309 van Boek 2, door splitsing als bedoeld in artikel 334a van Boek 2 en door
de goedkeuring van een overdrachtsplan als bedoeld in de artikelen 3:159l. 3:159p en 3:159s van de Wet op het financieel
toezicht.’). à wijze van verkrijging: erfopvolging
Legaat (art. 4:115 lid 1 BW) à iemand wordt legataris en heeft daarmee recht op een specifiek goed dat hem is nagelaten, hij is
echter niet gerechtigd op het moment van overlijden, maar pas nadat het legaat aan hem is geleverd (bijzondere titel; art. 3:80
lid 3 BW: ‘Men verkrijgt goederen onder bijzondere titel door overdracht, door verjaring en door onteigening, en voorts op de
overige in de wet voor iedere soort aangegeven wijzen van rechtsverkrijging.’) een legataris verkrijgt wel krachtens erfrecht,
maar dat is iets anders dan krachtens erfopvolging à wijze van verkrijging: overdracht
1
, Bij verkrijging van onroerende zaken à overdrachtsbelasting, legataris verkrijgt wel krachtens erfrecht, maar niet krachtens
erfopvolging, wat voor soort belasting moet de legataris dan betalen? Dat is erfbelasting, omdat fiscaal gezien de legataris
erfbelasting is verschuldigd en geen overdrachtsbelasting.
Erfstelling à art. 4:115 BW: ‘Een erfstelling is een uiterste wilsbeschikking, krachtens welke de erflater aan een of meer
daarbij aangewezen personen zijn gehele nalatenschap of een aandeel daarin nalaat.’
Legaat à art. 4:117 lid 1 BW: ‘Een legaat is een uiterste wilsbeschikking waarin de erflater aan een of meer personen een
vorderingsrecht toekent.’ à De legaat heeft dus een vorderingsrecht; zie ook art. 4:7 lid 1 sub h BW: ‘de schulden uit legaten
welke op een of meer erfgenamen rusten.’
Verschil schulden van de nalatenschap en schulden van de erflater à art. 4:7 BW, schuld van de erflater is altijd schuld van de
nalatenschap, maar een schuld van de nalatenschap is niet altijd een schuld van de erflater (bijv. erfbelasting).
Legitieme portie à wilsrecht (je bepaalt zelf of je er een beroep op doet), je kunt berusten in je onterving als kind. Echter als je
een beroep doet op je legitieme portie dan blijft de erfstelling intact. à art. 4:63 BW e.v. (‘De legitieme portie van een
legitimaris is het gedeelte van de waarde van het vermogen van de erflater, waarop de legitimaris in weerwil van giften en
uiterste wilsbeschikkingen van de erflater aanspraak kan maken.’)
Kind dat beroep doet op legitieme portie à hebben een geldvordering, worden verder niet betrokken bij de verdeling van de
nalatenschap à zie art. 7 lid 1 sub g: ‘De schulden ter zake van legitieme porties waarop krachtens artikel 126 worden
aangemerkt als legaten.’
Goederen van de nalatenschap moeten worden gewaardeerd, op welk moment? Op het tijdstip onmiddellijk na het overlijden
van de erflater, à art. 4:6 BW: ‘In dit Boek wordt onder de waarde van de goederen der nalatenschap verstaan de waarde van
die goederen op het tijdstip onmiddellijk na het overlijden van de erflater, waarbij geen rekening wordt gehouden met het
vruchtgebruik dat daarop krachtens afdeling 1 of 2 van titel 3 kan komen te rusten.’ à lex specialis: art. 4:25 BW
Langstlevende à altijd langstlevende echtgenoten of geregistreerde partners, samenwoners erven niet elkaar tenzij er dit bij
testament geregeld is. à art. 4:8 BW
2