De verpleegkundige als beroepsbeoefenaar
Leerdoel 1. Uitleggen wat wordt verstaan onder ethiek en moraal;
Ethiek
- Ethiek is bezinning op moraal: ethiek van de verpleegkunde is dan
bezinning op moraal van de verpleegkunde. Ethiek probeert tevoorschijn te
halen wat al in de moraal aanwezig is, maar waar geen helder zicht op is.
- Ethiek helpt om het zicht te vergroten (door bezinning) op iets waarmee
we eigenlijk al vertrouwd zijn (de verpleegkunde), maar waarvan (de
morele) onderdelen niet helder zijn in het zicht.
Moraal
- Moraal is datgene in ons denken, doen en zijn wat we uitdrukken in termen
van goed of kwaad. Dat wil zeggen: moraal is een complex van
opvattingen, handelingen, neigingen, dat wordt opgevat in termen als
rechtvaardigheid en onrecht, eerlijk en oneerlijk, zorgzaamheid en
deugzaamheid.
- De morele dimensie van het verpleegkundig handelen, kan onderscheiden
worden in sociale, juridische, technische en levensbeschouwelijke
dimensie.
- Het is niet gemakkelijk om aan te geven wat onder moreel wordt verstaan,
dat heeft te maken met het feit dat het in onze samenleving ontbreekt aan
eensgezindheid over wat goed en kwaad is.
Morele verscheidenheid
- Moraal is verbonden met levensbeschouwelijke verscheidenheid & met
personen, plaatsten en tijd.
- Verschillende morele opvattingen, handelingen, gevoelens en neigingen
gaan samen met verschillende mens-, maatschappij- en wereldbeelden.
Kortom: verschillende benaderingswijzen van goed en kwaad hangen
samen met verschillende visies op mens, samenleving en werkelijkheid
(levensbeschouwingen). Aangezien onze samenleving veel verschillen laat
zien, vertoont de samenleving ook in moreel opzicht veel verschillen
(moreel of ethisch pluralisme).
- Ook is moraal gebonden aan specifieke personen, groepen, plaatsen en
tijden. Zo kan bijvoorbeeld iemand knijpen voor leken kwaad zijn, maar
verpleegkundig handelen is hierin goed. Zo is moraal ook gerelateerd aan
beroepsgroepen.
Leerdoel 2. Het unieke karakter van de verpleegkundige beroepsethiek uitleggen;
- Beroepsethiek: Het geheel van waarden en normen waaraan de
beroepsbeoefenaar zich bij de uitoefening van zijn beroep dient te houden.
Emancipatie van de verpleegkundige beroepsethiek
- Verpleegkundigen hebben een beroepsverantwoordelijkheid, een eigen
beroepsmoraal met eigen morele problemen en dat de ethiek van de
verpleegkunde zich op eigen onderwerpen dient te richten.
Verpleegkundige beroepsethiek is niet afgeleid van medische ethiek.
Verwachtingen en verantwoordelijkheid
- Als verpleegkundige heb je een eigen beroepsrol: er worden bepaalde
dingen verwacht. Deze verwachtingen zijn belangrijk voor het ontstaan
van, en omgaan met, ethische onderwerpen in je beroepsuitoefening.
- Verwachtingen zijn bindend. De positie als verpleegkundige wordt bepaald
door het beroepsmatige karakter van je rol en dit heeft gevolgen voor het
verpleegkundig handelen.
- Rond de verwachting dat ‘verpleegkundigen een beroepsmatige relatie
onderhouden en binnen die relatie gedrag vertonen dat gericht is op de
, bevordering van de gezondheid en welzijn van zorgvragers’ (etc.) is in de
loop der eeuwen het beroep verpleegkunde gegroeid. Bij deze behoefte,
verwachting en zorgverlening gaat het niet om luxe, maar noodzaak: het
kunnen leven als mens: de menselijkheid van het bestaan.
- Verpleegkundige beroepsverantwoordelijkheid is de verantwoordelijkheid
tegenover bijvoorbeeld de zorgvrager of leidinggevende over het werk dat
je doet.
- De verwachtingen die men heeft over verpleegkunde kunnen in drie
groepen worden verdeeld:
o Je wordt als verpleegkundige geacht naar bepaalde uitkomsten te
streven: de gezondheid en welzijn van zorgvragers.
o Je wordt geacht dat op een methodische correcte manier te doen: je
houden aan wetgeving en voorschriften.
o Je wordt geacht je op een gepaste manier op te stellen: daar heb je
persoonlijke kwaliteiten voor nodig.
- Ethici zeggen dat verpleegkundigen zich moeten kunnen verantwoorden
over de beroepswaarden (uitkomst) waar zij naar streven, de
beroepsnormen (regels) waar zij zich aan houden en de beroepsdeugden
(karaktereigenschappen) die zij daarvoor nodig hebben.
Leerdoel 3. De belangrijkste stromingen in de ethiek beschrijven;
Klassieke stromingen
o De gevolgen van handelen (consequentialisme)
o De plichten van degene die handelt (deontologie)
o De deugden van degene die handelt (teleologie)
- Dit zijn drie aspecten van moraal (en dus ethiek). Wie vooral de gevolgen
van het handelen centraal stelt, zal in ethisch overleg tot andere
conclusies komen dan iemand die plichten centraal stelt, of de deugd.
Deze stromingen zijn ook in de medische en verpleegkundige ethiek van
invloed.
Varianten op klassieke stromingen
o Goed is datgene wat bijdraagt aan het grootste nut voor het
grootste aantal mensen (utilisme)
o Het is nuttig om je aan gezamenlijke regels te houden
(regulutilisme)
o Goed is wat genot oplevert (hedonisme)
- Moraal heeft meer aspecten die relevant zijn voor ethische bezinning dan
alleen de klassieke stromingen gevolg, plicht, deugd. Hierdoor zijn er veel
varianten op gekomen.
- Principe-ethiek: een overzicht van ethische principes die in veel ethische
stromingen in de gezondheidsethiek voorkomen. Er zijn vier principes die
centraal staan:
o Autonomie
o Rechtvaardigheid
o Weldoen
o Niet schaden
- Zorgethiek: het rationeel toepassen van abstracte principes doet geen
recht aan het relationele, situatiegebonden en sociale karakter van het
mens-zijn. Ethisch overleg dient betrekking te hebben op de leefwerelden
van individuele mensen, hun unieke kenmerken en onderlinge
betrokkenheid en ondersteuning (bijv. leerling-docent, ouder-kind). Het
gaat er niet noodzakelijk om de ethiek, maar of bijv. mensen zich zorgzaam
gedragen tegenover elkaar.