Adolescence and emerging adulthood
A cultural approach
Chapter 12 Problems and Problem Behaviours (466-467)(470-488)
Internal Problems
Depression
Depression durende periode van ongelukkigheid. Depressed mood durende periode van
ongelukkigheid op zich, geen gerelateerde symptomen. Depressive syndrome durende
periode van ongelukkigheid met andere symptomen als veel huilen, gevoelens van
waardeloosheid en een schuld-, eenzaam of bezorgd gevoel. Meeste ernstige vorm van
depressie major depressive disorder (mdd), volgende symptomen:
1. Depressieve of prikkelbare stemming voor het grootste deel van de dag, bijna elke dag
2. Verminderde interesse of plezier in (bijna) alle activiteiten, bijna elke dag
3. Significant gewichtsverlies of –toename, of verminderde eetlust
4. Slapeloosheid of te veel slapen
5. Psychomotorische onrust of achterstand, observeerbaar door anderen
6. Weinig energie of vermoeidheid
7. Gevoelens van waardeloosheid of ongepast schuldgevoel
8. Verminderde vaardigheid om te denken of te concentreren
9. Terugkerende gedachtes aan de dood, terugkerende zelfmoordgedachten
Mdd > 5 present gedurende 2 weken en het moet een verandering representeren t.o.v.
eerder functioneren. Ten minste één van de symptomen moet een depressieve stemming of
verminderde interesse/plezier zijn. Depressieve stemming komt veel voor in adolescentie,
piek in midden-adolescentie.
Causes of Depression
Meest voorkomende oorzaak depressieve stemming: conflict, teleurstelling of afwijzing
(liefde), slechte prestaties op school. Oorzaken van meer ernstige vormen zijn
gecompliceerder. Gen-omgevingsinteractie. Diathesis-stress model mentale stoornissen,
als depressie, beginnen vaak met een diathesis een al bestaande kwetsbaarheid, een
potentieel voor problemen dus, kan genetisch zijn, hoeft niet. Als deze kwetsbaarheid tot
uitdrukking wil komen, moet er ook stress voor nodig zijn omgeving.
Identieke tweelingen hebben een veel hogere concordance rate voor depressie de
waarschijnlijkheid dat de een de stoornis krijgt, krijgt de ander het ook. Geldt zelfs voor
tweelingen die beide in een andere omgeving wonen. Ook geadopteerde kinderen waarvan de
biologische moeder depressief is, lopen een grotere kans depressief te worden dan andere
geadopteerde kinderen. Diathesis voor depressie groter wanneer het begin van de depressieve
stoornis in de kindertijd of adolescentie is, dan wanneer in volwassenheid. De vroege
moeilijkheden suggereren dat ze een neurologische diathese voor depressie hadden die tot
uitdrukking kwam wanneer de stress van de adolescentie opkomt.
, Gender Differences in Depression
Vrouwen lopen meest risico op depressie. In kindertijd meer jongens depressief, daarna
verandert dit. De vrouwelijke genderrol kan hiervan de oorzaak zijn nadruk uiterlijk, maar
ook kenmerken die tot een vrouw ‘behoren’ teder, verlegen etc. Dat meer vrouwen
depressief zijn kan worden verklaard door de reacties van meisjes op fysieke veranderingen
ontevreden. Vrouwen ervaren over het algemeen meer stress, vrouwen blijven vaker
hangen in depressieve stemming, vrouwen wijden gedachten en gevoelens vaak aan
persoonlijke relaties en deze relaties kunnen een bron van ongemak en verdriet zijn.
Daarnaast reageren jongens (externaliserend) en meisjes (internaliserend) anders op stress en
conflict.
Treatments for Depression
Depressieve adolescenten lopen een risico op een aantal andere problemen. Twee
hoofdsoorten van behandelingen tegen depressie: antidepressiva en psychotherapie.
Effectiviteit van antidepressiva placebo design. Blijken vaak effectief. Negatieve
bijeffecten: denken aan zelfmoord en zelfmoordgedrag verhoogt bij sommigen. Minder kans
op dit bijeffect wanneer gecombineerd met psychotherapie.
Psychotherapie: individuele- en groepstherapie en vaardighedentraining. Blijkt effectief.
Erg effectief: cognitive behaviour therapy (CBT) depressie wordt gekenmerkt door
negative attributions een negatieve manier om te verklaren wat er in iemands leven
gebeurt. Jonge depressieve mensen denken dat depressie permanent is, dat ze het niet
kunnen controleren en ze blijven maar denken aan alles wat verkeerd gaat etc.
Doel CBT: jonge mensen de slechte gewoonten die de depressie steunen laten herkennen en
eraan werken deze gewoonten te veranderen.
Jonge mensen die CBT krijgen, kleinere kans om terug te vallen dan wanneer ze
antidepressiva gebruiken.
Suicide
Zelfmoordpogingen worden vaak voorgegaan door depressie. Deze neigingen komen pas vaak
wanneer de symptomen van depressie afzwakken meer energie om het te doen. Daarnaast
kan het plannen ervan hun stemming verbeteren, omdat ze denken dat er eindelijk een einde
in zicht is van al hun problemen. Van mensen die zelfmoord hebben gepleegd, waren er meer
vrouwen die bij de mentale gezondheidszorg waren ingeschreven dan mannen.
Vrouwen zijn 4 keer zo waarschijnlijk dan mannen om een zelfmoordpoging te doen in de
adolescentie en YA, maar mannen zijn 4x zo waarschijnlijk om ook werkelijk zelfmoord te
plegen. Mannen gebruiken vaak methodes die beter werken (pistool of ophangen), vrouwen
nemen vaak overdosis.
Zelfmoordgraad hoogst in landen waar je makkelijk een pistool kan krijgen. Risicofactoren:
family disruption chaotisch, gedesorganiseerd, veel conflict, weinig warmte. Genetische
kwetsbaarheid. Middelenmisbruik bv. zelfmedicatie tegen stress door disruption in familie.
Problemen in relatie buiten de familie. Weinig steun van familie kwetsbaarder voor andere
negatieve ervaringen. 3 wegen onder adolescenten die zelfmoord hebben gepleegd:
- Moeilijkheden in relaties met familie, vrienden en leraren, al eerder poging gedaan en
suïcidale neigingen al aan vrienden en familie verteld.
- Ernstige mentale ziekte major depression of bipolaire stoornis.
- Eerder goed functionerend, ervoeren een acute crisis die heeft geleid tot zelfmoord,
zonder mentale ziekte of eerdere suïcidale neiging.