Volledige samenvatting – Neuro-ontwikkelingsstoornissen 2022-2033 (PSY4753)
Alle taken, literatuur en aanvullingen uit de tutorial & lectures
Inhoud
Volledige samenvatting – Neuro-ontwikkelingsstoornissen 2022-2033 (PSY4753) .................. 1
Taak 1: Brein en ontwikkeling ......................................................................................................... 2
Taak 2: Verstandelijke beperking en intelligentie .................................................................... 22
Taak 3: Autisme Spectrum Stoornis............................................................................................ 38
Taak 4: ADHD: aandachtsdeficiëntie / hyperactiviteitsstoornis. ......................................... 50
Taak 5: Taal-, spraak- en leerstoornissen .................................................................................. 60
Taak 6: Ticstoornissen en coördinatie-ontwikkelingsstoornis ............................................ 75
Taak 7: comorbiditeit en interventie. ........................................................................................... 88
Extra informatie vanuit colleges en tutorials ............................................................................ 92
1
, Taak 1: Brein en ontwikkeling
Begrippen – taak 1:
• Genotype: een verzameling (geërfde) genetische eigenschappen.
• Endofenotype: een tussenstap tussen het genotype en fenotype.
Neuropsychologische of biologische markers, die erfelijk zijn en verband houden met
ziektes of aandoeningen.
• Fenotype: het totaal van alle waarneembare kenmerken van een individu, bepaald
door zowel het genotype, als omgevingsfactoren.
• Frontale kwab: verantwoordelijk voor executieve functies en persoonlijkheid.
• Motorische kwab: aansturen van bewegingen.
• Sensorische kwab:
• Pariëtale kwab: betekenis halen uit waarnemingen en deze informatie doorsturen
naar andere hersengebieden, zoals het aansturen van motorische bewegingen.
Spelling.
• Occipitale kwab: gericht op visuele informatie.
• Temporale kwab: gericht op auditieve informatie, (taal)begrip en motivatie.
College 1
De bouw van de hersenen: dan spreek je over:
hersenstructuur: fysieke ordening en bouw van hersenen (e.g. diktes, grootte, anatomie).
hersenfuncties: hoe verschillende elementen van hersenen samenwerken en functioneren.
De cerebrale cortex verdeelt de hersenen in verschillende gebieden: samen het voorbrein:
• De frontale kwab: het initiëren en coördineren van motorische bewegingen (de
motorcortex), executieve functies en hogere cognitieve vaardigheden; e.g. het
oplossen van problemen, denken, plannen en organiseren. Dit gebied is ook
verantwoordelijk voor veel persoonlijkheidsaspecten en emotionele verwerking.
• Pariëtale kwab: sensorische/ zintuigelijke processen, aandacht en taal. Deze kwab
is belangrijk voor de interpretatie van sensorische sensaties en waarnemingen
(sensorische cortex).
→ schade in rechterhersenhelft: moeilijkheden in het navigeren van ruimten.
→ schade in linkerhersenhelft: vermogen om gesproken en/ of geschreven taal te
begrijpen.
• Occipitale kwab: gericht op de ervaring van visuele informatie, zoals herkenning van
kleuren en vormen.
• Temporaal kwab: verwerkt auditieve informatie en integreert informatie uit andere
zintuigen; taalbegrip, herkennen van gezichten/ beweging en verwerken van
2
, emotionele informatie. Mogelijk speelt deze kwab ook een rol bij het korte termijn
geheugen: hierin zijn vooral de hippocampus en amygdala belangrijk.
→ Amygdala: het evalueren van emotionele informatie, expressie van emotie,
emotioneel geheugen en basisdriften.
→ Hippocampus: cruciaal voor het geheugen, ruimtelijke oriëntatie en perspectief.
Onder de schors liggen de:
• Basale ganglia en subcorticale structuren: hier vindt de basale
informatieverwerking plaats. Het integreren van corticale (informatie uit de cortex)
activiteiten in gedragsoutput, bestaande uit verschillende kernen, die evenwicht,
houding, oogbewegingen en de planning van motorische bewegingen regelen.
Visuele informatie wordt verwerkt in de occipitotemporale (object centered perception) en
occipitopariëtale (viewer centered perception) gebieden.
• Object centered perception: het object zien, afgezien van de afstand en hoek waaruit.
• Viewer centered perception: het object zien vanuit de positie van de waarnemer.
Auditieve informatie wordt verwerkt in temporale gebieden.
Informatie via tast wordt verwerkt in postcentrale hersengebieden (pariëtale gebieden).
DSM-5: neuro-ontwikkelingsstoornissen zijn stoornissen, die vroeg in de ontwikkeling tot
uiting komen en gekarakteriseerd worden door ontwikkelingstekorten, die leiden tot
beperkingen in persoonlijk, sociaal, academisch en beroepsmatig functioneren.
Prevalentie van neuro-ontwikkelingsstoornissen
ADHD 5-7%
ASS 1%
Dyslexia 3%
Language disorders (SLI) 3-%
Mentale retardatie (MR) 1%
Cerebral Palsy (CP) 0,2%
Developmental Coördination disorder (DCD) 3-5%
Tourettes syndrome 1%
→ Er is hoge comorbiditeit met internaliserende en externaliserende stoornissen.
→ Breinafwijkingen/ neuro-ontwikkelingsstoornissen kunnen niet met therapie worden
genezen, maar begrip, comorbide problemen en omgeving kunnen wel worden aangepakt.
IQ:
Cognitieve capaciteiten: de IQ dimensies lopen door
neuro-ontwikkelingsstoornissen heen (e.g. je kan
autisme hebben met een hoog IQ, maar ook met een
laag IQ). IQ is belangrijk voor diagnostiek en
behandeling.
De Gaussverdeling is eigenlijk niet normaal verdeeld,
er is namelijk een hoger percentage extreem lage IQ’s,
dan exceptioneel hoge IQ’s. Dit kan verklaard worden
doordat wij met de gezondheidszorg mensen heel lang
in leven blijven houden, terwijl ze zonder zorg/
zelfstandig al overleden zouden zijn. → e.g. ernstige lichamelijke problemen, “hersendood”.
Nature – nurture bij ontwikkelingsstoornissen: er is natuurlijk een sterke genetische
component, maar de omgeving is ook van invloed of deze tot uiting komt en in welke mate.
3
, ADHD: de ontwikkeling van het brein is niet heel anders,
echter komt de verbinding tussen neuronen trager tot stand.
Het brein rijpt nog, dit is zichtbaar in de figuur hiernaast. Met
name bij de prefrontale cortex is er een groot verschil in
snelheid van de ontwikkeling. Je zou kunnen zeggen dat
naarmate een individu met ADHD ouder wordt: de
hyperactiviteit en aandachts-deficiëntie iets afnemen/ stabieler
worden. Mits hier de juiste omstandigheden voor worden
geboden; echter zijn er, zoals gezien, vaak veel comorbide
problemen (ontwikkeld). Hierdoor is er toch extra aandacht of
werk vereist, anders zullen problemen toch vaak blijven
bestaan.
Swaab hoofdstuk 2: Ontwikkeling van de hersenen
Het centrale zenuwstelsel (CZS): de hersenen en het ruggenmerg.
▪ De hersenen
▪ Het ruggenmerg: communiceert met alle zintuigen en spieren (m.u.v. het hoofd)
Het perifere zenuwstelsel (PZS): verbindt het CZS met de rest van het lichaam.
• Het somatische zenuwstelsel: axonen, die berichten vanuit de zintuigen, naar het
CZS en vanuit het CZS naar de spieren overbrengen. (waarneming en vrijwillige spieractiviteit)
• Het autonome zenuwstelsel: neuronen, die informatie ontvangen en opdrachten
sturen naar het hart, de darmen e andere organen. (ook cellichamen in de hersenen en het ruggenmerg)
▪ Het sympathische zenuwstelsel: een bewust, energieverbruikend netwerk
van zenuwen en axonen, die organen voorbereiden op een uitbarsting van
krachtige activiteit, zoals vechten of vluchten. (dmv e.g. noradrenaline afgifte)
▪ Het parasympatische zenuwstelsel: het onbewuste rust en
spijsversteringssysteem, dat energie bespaart en onafhankelijk werkt.
Grijze stof: bestaat uit cellichamen, met de functie informatie te verwerken.
Witte stof: bestaat uit gemyeliniseerde axonen, die communicatie tussen cellen verzorgen.
Het centrale zenuwstelsel (CZS) kan razendsnel en nauwkeurig meerdere bronnen van
informatie uit de omgeving registreren, verwerken en integreren met eerder opgedane kennis
en op basis daarvan een geschikte reactie kiezen, voorbereiden en uitvoeren. De
ontwikkeling van het CZS begint kort na de bevruchting en houdt tot minstens het 20ste
levensjaar aan. De ontwikkelingsprocessen hebben een vaste volgorde aan stappen, maar
overlappen elkaar soms gedeeltelijk. Elk proces legt de basis voor de volgende fase.
• Windows of opportunity: gevoelige periodes; waarin bepaalde hersenstructuren
zich versneld ontwikkelend. De hersen- en cognitieve ontwikkeling gaat snel vooruit.
• Windows of vulnerability: Hersengebieden die tijdens gevoelige periodes verstoord
raken. De ontwikkeling is tijdens deze periode dan gevoeliger voor ontsporing.
De ontwikkeling wordt gestuurd door 2 factoren: de genen en de omgeving. Ontwikkeling is
het resultaat van de interacties tussen genetische en omgevingsfactoren.
• Genen: activeren van chemische processen tussen cellen, wat leidt tot verschillende
hersenstructuren en biochemische processen. Hierdoor kunnen neuronen
prikkeloverdrachten genereren.
• Omgeving:
▪ Intrinsieke omgeving: waarin door genen gestuurde processen plaatsvinden.
▪ Extrinsieke omgeving: individuele ervaringen, die inwerken op de ontwikkelde
hersenstructuren.
Drie stadia van hersenontwikkeling:
• Prenataal: ontwikkeling van basisstructuren.
• Geboorte – 4 jaar: explosieve groei, neurale verbindingen worden gevormd.
4