Tijdvak 1 Geschiedenis
Hoofdstuk 1 Tijd van jagers en boeren.
Prehistorie (3000 v.Chr.)
In Oost-Afrika leefden 5-4 miljoen jaar al
mensen. 1,5 miljoen jaar geleden ging de
mens Afrika verlaten.
Homo erectus: rechtop lopende mens.
(Afrika)
Neanderthaler: plaatselijk mensensoort
(Europa)
1 soort mens tegenwoordig: homo sapiens:
de denkende mens. Oorsprong: Afrika
150.000 jaar geleden kleine groepen naar
het Midden-Oosten. 35.000 jaar geleden
homo sapiens in Europa. Neanderthalers stierven uit.
Jagers en verzamelaars
Oudste vorm van bestaan. Ze leiden een nomadisch bestaan; rondtrekken voor voedsel.
Zuid-Amerika heeft altijd een groeiseizoen dus je hoeft geen wintervoorraden aan te leggen.
Europa had wisselende seizoenen en moesten letten op trekgedrag van dieren waar ze op jaagde
Rendierjagers
10.000 jaar voor Chr. was Europa bedekt met een ijskap en heerste er een toendraklimaat in het
westen.
Rendierjagers leefden als nomaden.
Belangrijkste hulpmiddelen; vuur, gereedschappen van vuursteen, botten en hout.
Jagers en vissers
Na de ijstijd steeds warmer klimaat. Het land raakte begroeid.
7000 voor Chr. hoefde de jagers in West-Europa niet ver te trekken. Ze hadden gebied met
voldoende voedsel.
Jagers-verzamelaars gebruikte boomstamkano’s voor het vissen.
Overgang jagen naar landbouw
Vruchtbare Halvemaan: gebied in het Midden-Oosten in 10.000 v Chr.
De uitvinding van de landbouw -> Agrarische Revolutie
Mensen gingen specialiseren in beroepen zoals pottenbakker.
Boeren ontwikkelde nieuwe technieken, spinnen, weven van wol
Landerijen in Midden-Oosten nu niet meer vruchtbaar door erosie van de bodem.
Ziekten werden van dieren op mensen overgedragen
De eerste boeren in ons gebied
1e landbouwcultuur: Bandkeramiekcultuur 5300 v Chr.
Eerste boeren landbouwgrond in Zuid-Limburg. Lössgrond.
Trechterbekercultuur: 3500-2700 voor Chr. -> trechtervormige bekers in het hunebed
Hunebedden komen veel voor in Drenthe.
1
,Steen, brons en ijzer
Steen was lang het belangrijkste materiaal om wapens of gereedschappen te maken. Later namen
brons en ijzer de rol over.
Vuursteen werd veel gebruikt. Het is even onmisbaar als voor ons staal is.
Rond 4000 v. Chr. werd vuursteen door mijnbouw opgegraven. (Zuid-Limburg)
Koper was niet bruikbaar dus werd er een mengsel van koper en tin gemaakt en ontstond er legering.
Rond 2100 v. Chr. komen de eerste bronzen voorwerpen in Europa voor
Vanaf 700 v.Chr. werd in Europa ook gebruikgemaakt van ijzer.
Religieuze uitingen
In Frankrijk en Spanje zijn verschillende grotten waar 30.000 jaar geleden door jager-verzamelaars
grottekeningen gemaakt zijn. Ze hadden vaak religieuze uitingen. Er werden ook beeldjes terug
gevonden. Zoals het mannetje van Willemstad (15 centimeter groot).
In hunebedden zijn grafgiften zoals, trechterbekers, sieraden, wapens en gereedschappen
teruggevonden.
Hoofdstuk 2 Tijd van Grieken en Romeinen. Oudheid (3000 v.Chr. tot 500 na Chr.)
Stadstaten in het Midden-Oosten (ca. 3000-600 v. Chr.)
De landbouwsamenlevingen van het Midden-Oosten lagen aan rivieren als de Eufraat, Tigris en de
Nijl. Het water liep via kanaaltjes en de samenwerking tussen boeren was noodzakelijk.
Een goede oogst was nodig om te blijven leven. Er werden tempels gebouwd voor de goden van de
vruchtbaarheid.
Vruchtbare grond moest verdedigd worden door soldaten. Als je toch had gewonnen kreeg je slaven.
Het moest goed georganiseerd worden dus er werden ambtenaren en bestuurders aangesteld. En die
werden geleid door een koning.
Griekse stadstaten (ca. 800-300 v.Chr.)
In Griekenland ontstonden stadstaten, zoals Athene, Sparta en Thebe. Later ontstonden er in het
Middellandse Zeegebied koloniën.
Athene valt op doordat ze nieuwe ideeën ontwikkelde, zoals democratie en filosofie. Er ontstond een
democratische bestuursvorm, waardoor mannen invloed hadden op het bestuur. Andere geleerden
mannen zetten zich in voor wetenschappelijke verklaringen en natuurwetenschappen.
Het Romeinse rijk (ca. 200 v. Chr. tot 400 na Chr.)
Rome groeide uit tot een groot Romeins rijk. In dit rijk werden veel dingen uit de Griekse cultuur
overgenomen, zoals religie, wetenschap en bouwstijlen. We spreken dan van Grieks-Romeins
cultuur. Nederland lag toen op de grens van het Romeinse rijk.
Rome, het middelpunt van een rijk
Het centrum van het Romeinse rijk was de stad Rome. 750 v. Chr. Was de stad ontstaan. Rond 270
v.Chr. was heel Italië veroverd. Vervolgens is het hele Middellandse Zeegebied tot 1 rijk
samengevoegd. Later zijn de Romeinen naar het noordwesten van Europa getrokken. Rond 50 v.Chr.
kwamen ze terecht in België en Nederland. Julius Caesar was de leider van het leger. De eerste keizer
was Caesar Augustus (27 v.Chr. - 14 na Chr.). Tijdens Augustus begon een tijd van stabiliteit en
welvaart in het rijk dit duurde tot 250 na Chr. Er was een Pax Romana (de Romeinse vrede).
De grenzen van het rijk
Zuiden: Sahara
Noorden: de Rijn en de Donau
Westen: de oceaan
Oosten: de gebergten zoals de Kaukasus (einde van Europa)
Er waren geen echte grenzen maar de Romeinen bouwden muren
2
,De organisatie van het Romeinse rijk
De Romeinen waren goed in veroveren en in organiseren. Het bestuur werd op een goede manier
georganiseerd.
- In alle gebieden gelden de zelfden wetten
- Rechtbanken houden toezicht op het naleven van de wetten
- Het leger zorgde voor rust en veiligheid
- Overal waren wegen aangelegd
- Het wegennetwerk was goed voor de handelaren en bestuursambtenaren
- Latijn was de taal die iedereen sprak
- Muntenstelsel
- Alles werd gecommuniceerd met de Romeinse schrift
De Romeinen gebruikten slaven voor het werk. De slaven waren in totaal een kwart van de bevolking.
De slaven waren gevangengenomen door de Romeinen uit de veroverde gebieden. Ze moesten
werken in steengroeven of zoutmijnen. Ze werkten ook in de huishouding of bij schoolwerk.
Romeinen bouwden:
- Grote steden met straten
- Badhuizen, theaters
- Bruggen, waterleidingen en rioleringen
Rome had in 100 na Chr. Ongeveer een miljoen inwoners.
Plan om een stad te bouwen:
1. De hoofdstraten kruisten elkaar op het forum (marktplein) met 1of meer tempels en basilica
(gemeenschapsruimte)
2. Er werd een stadsmuur gebouwd met torens, poorten en een verdedigingsgracht
3. Aandacht voor vrijetijdsbesteding
4. Buiten de stad; een badhuis (thermen), theater of amfitheater (gladiatorengevechten)
5. Er werden boogconstructies gebruikt om stevigheid aan het gebouw te geven.
De ondergang van het West-Romeinse rijk
Oorzaken voor de ondergang;
- Opvolging van keizers: dood door geweld, strijd voor opvolging
- Vanaf 250 na Chr. Kwamen de grenzen onder druk te staan door de grote volksverhuizingen
(klimaatveranderingen speelden hierin een rol). Het Hunnenvolk vertrok vanuit Midden-Azië
naar het westen en namen anderen volken mee en ze liepen tegen de Romeinse grens aan.
- Romeinen lieten Franken helpen tegen de andere Germanen
- De economie raakte in een crisis door de toenemende belastingen die nodig waren voor het
leger
In 395 na Chr. Werd het Romeinse rijk opgedeeld in het west en in het Oost-Romeinse rijk verdeeld.
Het West-Romeinse rijk had Rome als hoofdstad en het Oost-Romeinse rijk had Byzantium als
hoofdstad. Dit werd later Constantinopel. Het West-Romeinse rijk hield op met bestaan een paar jaar
na de splitsing.
In 402 na Chr. Trokken de West-Romeinse legers zich terug van de grenzen en ze lieten verschillende
Germaanse volken binnen. Ze wilden Rome beschermen.
In 476 werd de laatste West-Romeinse keizer afgezet en hield het rijk op met bestaan.
In 1453 eindigde pas het Oost-Romeinse rijk. Constantinopel werd toen veroverd door het
Osmaanse/Turkse rijk. De stad heet nu Istanbul.
Aan de rand van het Romeinse rijk (50 v. Chr-400 na Chr.)
In de tijd van Julius Caesar, rond 50 v.Chr. verschenen de eerste Romeinen in ons gebied.
Rond 12 v.Chr. hadden de Romeinen het gebied rond de rivieren in handen. De bewoners maakten
kennis met de Grieks-Romeinse cultuur die erg verschilde van wat ze gewend waren, de Germaanse
3
, cultuur. De Romeinen verbleven er ongeveer 400 jaar maar daarna was hun invloed ook direct weg.
In Spanje en Frankrijk was de invloed van de Romeinen wel sterker.
De wegen en bruggen vervielen, het besturingssysteem verdween, de boerderijen en stedelijke
nederzettingen gingen weg omdat er geen handel meer werd gedreven.
Bewaking van de grens
De Rijn was een lange tijd de grens van het rijk. In de Romeinse tijd was de Oude Rijn (Katwijk) de
hoofdrivier. Er werden langs de rivier limes gebouwd. Limes zijn forten en wachttorens.
De forten werden met elkaar verbonden zodat de soldaten snel zich konden verplaatsen. De grens
eindigde bij het IJ (Noord-Holland).
Langs de Waal werd een grote legerplaats gebouwd met een nederzetting, een markt en een arena.
Noviomagnus (Nijmegen) werd een legioen gevestigd. Een leger met 6.000 man. Erlangs was een
diepe gracht en een stenen muur met torens.
De Romeinse soldaten hadden een uitrusting en waren goed getraind. Een soldaat droeg:
- Een hemd dat gemaakt was van ijzeren ringetjes
- IJzeren of bronzen helm met wangkleppen
- Nekbeschermer
- Een schild dat de helft van het lichaam was bedekt
- Wapens: werpspeer, zwaard en dolk
Ze moesten vechten in formaties, dat waren andere volken niet gewend. Na 25 jaar diensttijd kregen
ze een stuk grond in het grensgebied. In Zuid-Limburg zijn boerenbedrijven (villa rustica) opgegraven.
Bataafse hulpsoldaten
De bewoners van het huidige Nederland behoorden tot een volk dat in Noord-Europa leefde. De
Germanen. Germaanse stammen zoals: Friezen, de Bataven en de Kananefaten. De Romeinen
gebruikten de Germaanse soldaten als hulpsoldaten.
De Bataven zijn een voorbeeld van een geromaniseerde Germaanse stam. Veel mannen namen
dienst in het Romeinse leger. In Engeland en Schotland kwamen ze schrijfschrift van de Bataafse
mannen tegen.
In 69 na Chr. Kwamen de Bataven met andere stammen in opstand tegen de Romeinen. De leider
noemde zich Julius Civilis (Civilis betekent in het Latijn: burger).
Het leven in het grensgebied
De grote rivieren werden gebruikt om goederen per schip te vervoeren. In Woerden zijn deze
opgegraven.
Aan de monding van de Schelde ontstond een havenplaats. Er stond een tempel voor de god
Nehalennia. Als ze veilig overgekomen waren van Engeland plaatsten ze een altaarsteen.
Andere markten en tempels:
- Forum Hadriani (Voorburg, Zuid-Holland)
- Ulpia Noviomagnus (Nijmegen)
- Een groot badhuis (Heerlen, Limburg)
Een badhuis had koude en warme baden, het was verwarmd met een vloerverwarming en het was
een gezellige ontmoetingsplaats.
Romeinse voorwerpen: glas, aardewerk en munten
Religie bij Grieken, Romeinen en Germanen
De religie heeft een lange ontwikkeling doorgemaakt. Ze geloofden eerst in de godenwereld
(polytheïsme) en toen werden de christenen vervolgd. Uiteindelijk moest iedereen christelijk zijn.
De Romeinse religie werd beïnvloed door de religie van omringende volken, zoals de Grieken.
De Grieken kenden veel goden:
- De oppergod Zeus
- Godin Aphrodite, god van de liefde
4