Goederenrecht
Privaatrecht
Bestaat uit:
Personen en familie recht: boek 1 BW
Rechtspersonenrecht: boek 2 BW
Vermogensrecht: boek 3, 5, 6, 7 en 8
- Goederenrecht: boek 3 en 5
- Verbintenissenrecht: boek 3, 6, 7, 7A en 8
Goederen
Art. 3:1 BW Goederen zijn zaken en alle vermogensrechten.
Zaken
Art. 3:2 BW Zaken zijn de voor menselijke beheersing vatbare stoffelijke objecten.
Menselijke beheersing: Er is sprake van een menselijk beheersing wanneer je het kunt
vastpakken en er macht of controle over kunt uitoefenen.
Een stoffelijk object: Een voorwerp wat uit een bepaald materiaal, bepaalde stof bestaat.
Denk aan: een auto, een boek, een huis en een stuk grond.
Vermogensrechten
Art. 3:6 BW Zijn rechten met een waarde die in geld is uit te drukken. Er zijn 3 verschillende
categorieën in vermogensrecht:
1. Rechten die afzonderlijk of tezamen met een ander recht overdraagbaar zijn.
Hiermee wordt bedoeld dat de eigenaar dit recht aan een ander mag overgeven.
Bijv. eigendomsrecht en vorderingsrecht
2. Rechten die ertoe strekken de rechthebbende stoffelijk voordeel te verschaffen.
Hierbij kun je denken aan het recht op smartengeld.
3. Rechten die verkregen zijn in ruil voor verstrekt of in het vooruitzicht gesteld stoffelijk
voordeel.
Onroerende zaken
Art. 3:3 BW Onroerende zaken zijn zaken die niet verplaatsbaar zijn.
De grond: Elk stuk grond zoals een tuin, een park, een weiland.
Delfstoffen die nog niet zijn gewonnen: Zijn bepaalde gesteente en mineralen met een
bepaalde gebruikswaarde, die uit de grond worden gewonnen.
Beplantingen die met de grond zijn verenigd: Dit zijn bomen, struiken, planten en gewassen
die in de volle grond staan.
Gebouwen die duurzaam met de grond zijn verenigd: Gebouwen die op of in de grond zijn
geplaats en niet verplaatst kunnen worden.
Werken die duurzaam met de grond zijn verenigd: Werken kunnen zijn, bouwsels die geen
gebouw zijn, kunstwerken, stellages. Zolang ze maar vaststaan in de grond.
Roerende zaken
Art 3:3 lid 2 BW Alle zaken die niet onroerend zijn. Denk aan: fiets, laptop, pen en een telefoon.
Bestanddeel
, Art 3:4 BW Alles wat volgens verkeersopvatting deel uitmaakt van een zaak.
Of een zaak die zodanig met een andere zaak is verbonden, dat deze niet zonder meer van die
andere zaak is los te maken.
Verkeersopvatting: De omgang van mensen met elkaar in de maatschappij.
Hoofzaak
Twee (of meer) zaken die op zodanige manier met elkaar verbonden worden dat ze één zaak worden.
Een hoofzaak en een bestanddeel vormen in juridisch opzicht één geheel.
Registergoederen: Art. 3:10 BW
Goederen waarvan de overdracht of de vestiging in de daartoe bestemde openbare registers
moeten worden ingeschreven (art. 3:16 BW).
De wet bepaald welke goederen registergoederen zijn.
Onroerende zaken zijn altijd registergoederen.
Scooters of andere zaken die in bepaalde specifieke registers worden geregistreerd, zijn
GEEN registergoederen.
Voorbeelden: Een huis, vliegtuig, bedrijfsgebouw, een stuk grond en grote schepen.
Niet-registergoederen
Alle goederen die geen registergoederen zijn.
Natuurlijke vruchten
Art 3:9 BW
Zaak die in het maatschappelijk verkeer wordt beschouwd als vrucht van andere zaken.
Het gaat om een zaak
Wordt zelfstandige zaak door afscheiding
Burgerlijke vruchten
Art 3:9 lid 2 BW
Recht dat in het maatschappelijk verkeer wordt beschouwd als vrucht van goederen.
Het zijn rechten
Wordt zelfstandig recht door opeisbaar te worden
Goede trouw
Men wist niet en kon redelijkerwijs niet weten dat het feiten of het recht waarop de goede trouw
betrekking heeft niet juist waren.
Absolute rechten