1.1
waarden: uitgangspunten of principes die mensen belangrijk vinden in hun leven en die ze
daarom willen nastreven
idealen: zaken die je graag zou willen bereiken in je leven
normen: opvattingen over hoe je je op grond van een bepaalde waarde behoort te gedragen
maatschappelijk vraagstuk:
1. grote groepen in de samenleving er de gevolgen van ondervinden
2. tegengestelde belangen meespelen
3. een gemeenschappelijke oplossing nodig is
dynamiek van de samenleving: het constant veranderen van normen, waarden en
belangen. afhankelijk van :
1. plaats
2. tijd
3. groep
macht: het vermogen om het gedrag van anderen dwingend te beïnvloeden
gezag: macht die geaccepteerd is
formele macht: macht die in regels en wetten is vastgelegd
informele macht: macht zonder een formeel systeem van regels en sancties
sociale ongelijkheid: ongelijke verdeling van:
1. maatschappelijke kansen: sommige burgers vinden op de arbeidsmarkt minder
gemakkelijk een baan
2. inkomen: de inkomen van burgers verschillen
3. politieke macht
sociale cohesie: de mate waarin mensen door onderlinge bindingen het gevoel hebben bij
elkaar te horen
interdependentie: mensen zijn afhankelijk van elkaar
3.1
soeverein: een staat die op een bepaald gebied met duidelijke grenzen het hoogste gezag
uitoefent en het monopolie van geweldsuitoefening heeft
politiek: het maken van keuzes waaraan allen in een staat zijn gebonden
representatieve (indirecte) democratie: het volk kiest vertegenwoordigers die de
beslissingen nemen en met een zekere regelmaat bij verkiezingen aan de bevolking
verantwoording moeten afleggen over hun beleid
kenmerken:
- met een kleinere groep kom je sneller tot besluiten
- volksvertegenwoordigers kunnen zich grondig verdiepen in allerlei ingewikkelde
onderwerpen
- macht is verdeeld over meerdere personen en instituties die elkaar controleren (trias
politica)
- individuele vrijheid
- politieke grondrechten: bij vrije en geheime verkiezingen kunnen burgers zelf hun
vertegenwoordigers kiezen en zichzelf verkiesbaar stellen
- politie en leger hebben wettelijk beperkte bevoegdheden
- onafhankelijke rechtspraak: rechters staan los van parlement en regering en hoeven
hun uitspraken daar niet te verantwoorden
- persvrijheid
, parlementaire stelsel: het rechtstreeks gekozen parlement is het hoogste machtsorgaan
- op basis hiervan wordt een kabinet geformeerd van ministers en staatssecretarissen
constitutionele monarchie: een staatsvorm waarin de taken en bevoegdheden van het
staatshoofd (de koning) in de grondwet zijn vastgelegd
- sinds 1814 heeft nederland een constitutionele monarchie (voordat de revoluties in
1848 plaatsvonden in Europa)
- het werd een parlementaire democratie met een constitutioneel vorst
presidentieel stelsel: de gekozen president staat aan het hoofd van de de regering (de
uitvoerende macht). Hij kan naar eigen keuze ministers benoemen en ontslaan. Om zijn
macht enigszins te beperken heeft hij geen ontbindingsrecht: het recht om het parlement
te ontbinden
grondwet:
- taken en bevoegdheden van de drie politieke machten staan nauwkeurig
omschreven
- alle nederlanders vanaf 18 jaar hebben het recht om te stemmen en verkozen te
worden. iedereen mag een politieke partij of vereniging oprichten, demonstreren of
op een andere manier zijn mening uiten
- de regels voor de politieke besluitvorming zijn vastgelegd
- de overheid laat de media vrij, maar moet er ook voor zorgen dat de media over de
juiste informatie kunnen beschikken
dictatuur: de drie machten zijn niet van elkaar gescheiden maar in handen van een kleine
groep mensen
- een dictatuur kan nooit een rechtsstaat zijn
- beperkte individuele vrijheid
- nauwelijks politieke vrijheid
- overheidsgeweld
- geen onafhankelijke rechtspraak
- massamedia en kunstuitingen staan onder censuur van de overheid
door het ontbreken van tegenmacht kunnen de machthebbers snelle efficiënte besluiten
nemen
ideologische dictaturen: politieke invloed is alleen weggelegd voor mensen die de
ideologie onvoorwaardelijk steunen
- indoctrinatie: de bevolking krijgt de partij-ideologie ingegoten
religieuze dictaturen (theocratie): godsdienst is verheven tot staatsideologie
militaire dictaturen: het leger heeft alle macht
3.2
ideologie: een samenhangend geheel van ideeën over de mens en de gewenste inrichting
van de samenleving
- normen en waarden
- sociaal economische verhoudingen
- links: wil de ongelijkheid tussen mensen verminderen met goede uitkeringen
en andere voorzieningen. de overheid is er vooral om de zwakkeren te
beschermen en te helpen (opbouw verzorgingsstaat)
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper IndigoVermeulen. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,49. Je zit daarna nergens aan vast.