Geestelijke stromingen
Thoerieën:
- Cognitieve ontwikkeling (piaget)
- Morele ontwikkeling (Kohlberg)
Faith Development theory (James Fowler)
- De zeven stadia
Toelichting kerndoelen:
- De samenleving is pluralistischer geworden (veel meer culturen en levensbeschouwingen)
- Inzicht in de samenleving kan niet zonder inzicht in verschillende geestelijke stromingen
- Doel van geestelijke stromingen: Kinderen inzicht geven in wat mensen beweegt in hun
geestelijk leven
Kernmerken van stromingen:
- Antwoorden op levensvragen
- Kennen een grondlegger
- Baseren zich op (heilige) geschriften (bijbel, koran)
- Hebben een godsbeeld (pantheïsme, polytheïsme, monotheïsme, monisme)
- Kennen rituelen en vieringen
- Hebben een voorstelling van een leven na de dood
- Kennen regels voor handelen (ethiek) (hoe moet je je gedragen)
Hoe kun je geloven:
Monotheïstisch:
- Het geloof in een god (jodendom, christendom, islam)
Polytheïstisch:
- Geloof in meerdere goden (oude Grieken, Romeinen en Hindoeïsme)
Animisme:
- Alles heeft een ziel
Atheïsme:
- Geen geloof in een persoonlijke god
Agnost:
- Weten niet of er een god bestaat
,
,Hindoeïsme:
- Begint ca. 5000 jaar geleden
- Naam komt van de rivier de Indus
- Sanantana dharma: de eeuwige leer (zo noemen de Indiërs hun geloof)
- Geen stichter
2 invoelden:
Oude natuurreligie van India:
- Deva’s (natuurkrachten): God van vuur, god van aarde, goden rond rivieren, god van bomen,
etc…
- Religie van de Ariërs:
- Nadruk op sociale orde (later: kastenstelsel) en religieuze organisatie (brahmanen:
doordenking)
Bronnen (belangrijke geschriften), verzameling van mythes en spreuken:
Oudste bronnen 1:
Veda’s (oudste bronnen):
- 2500-800 v.Chr
- Goddelijke openbaring
- Rig veda is de belangrijkste
Oepanisjaden:
- Nadruk op reïncarnatie en karma
- Nadruk op eenheid van mens en wereld met goddelijke kracht = Brahman en atman
- Leus: Tat twam asi, ‘dat zijt gij’
Bronnen 2:
Mahabharata:
- 200 v.Chr
- Gaat over twee families, mix van verhalen en gedachten
- Bhagavadgita:
-Beschrijft hoe een van de zonen van de families (krisjna) naar het slagveld gaat. Hij beschrijft
de drie manieren hoe je verlossing kan krijgen
Ramayana:
- Ca. jaar 0
- Avonturen boek over koning Rama. Zijn vrouw Sita wordt ontvoerd door de demoon Ravana.
Rama en Hanuman proberen haar te redden. Hanuman is de apenkoning
,Belangrijke begrippen:
- Cyclisch tijdsbesef:
Er is geen begin en geen eind, tijd is nooit begonnen en tijd zal ook nooit eindigen
- Samsara:
Het rad van wedergeboorte, het gaat als maar door (reïncarnatie)
- Reïncarnatie:
Is niet positief, daarom wil je verlossing: Moshka.
Hoe krijg je Moshka: door te leven volgens Dharma (natuurwetten, leefregels)
- Karma:
Positieve en negatieve karma. Als je aan het einde van je leven genoeg positieve karma hebt
opgebouwd kom je een stapje hoger in de kasten
- Adman:
Het vonkje in je, het is er altijd maar je ziet het niet. Als je dood gaat, gaat je adman naar een
volgend lichaam
Kastenstelsel:
Vier hoofdkasten (varna’s = kleuren):
- Brahmanen: Geestelijken
- Ksatriya’s: Bestuurders, hoge militairen, enz…
- Vaisay’s: Boeren en geschoolde arbeiders
- Sjoedra’s / dasa’s: Slaven en bedienden
Buiten het kastenstelsel:
- Dalits: Onaantastbare, doen onrein werk
Ghandi:
- Heeft gezorgd voor de afschaffing van het kastenstelsel
Verlossingswegen:
- Karma-marga (weg van het handelen):
Je houden aan je dharma.
- Jnana-marga (weg van het inzicht):
Mediteren tot je verlichting bereikt.
- Bhakti-marga: (weg van de liefdevolle overgave):
Je overgeven aan een god.
, 3 belangrijkste goden:
Brahma (de schepper):
- Vier gezichten
- Vier armen
- Gerbedskralen
- Witte baard
Visjnoe (zorgt dat alles in balans blijft, beschermd het leven, beschermer):
- Vier armen
- Lotus
Sjiva (vernietiger):
- Danst in vuur
- Vertrapt een demoon
Trimurti:
- De drie goden bij elkaar
Andere goden:
Lakshmi (schoonheid en voorspoed):
- Eerste vrouw van visjnoe
- Olifanten bij zich
- Munten
- Zit op een lotus
Durga/kali (vruchtbaarheid en vernietiging):
- Echtgenote van Sjiva
- Tien armen
- Uitgestoken tong
- Hoofden als riem
Ganesha (haalt obstakels uit het leven):