Romée Dorgelo 2019
Onderzoeken doe je zo ; SAMENGEVAT
Deel 1, Hoofdstuk 1 | Een eerste kennismaking met je onderzoek: het ontwerp
§1.1 - Alledaags en systematisch onderzoek
Je gebruikt onderzoek in heel veel situaties in het dagelijks leven
§1.1.1 - Waarom doen we onderzoek?
- Informatie verzamelen (systematisch onderzoek doen)
- Nieuwe informatie verzamelen (vragen stellen waar je nog geen info over hebt)
- Advies uitbrengen (representatief deel bevragen en deze gegevens verwerken)
- Resultaten communiceren (presenteer je ondervindingen, geef advies)
- Problemen oplossen (niet letterlijk, de opdrachtgever doet dat)
§1.1.2 - Keuzes maken
Vragen die je stelt voor en na onderzoek:
- Wat onderzoek ik?
- Waarom onderzoek ik dit?
- Bij wij onderzoek ik dit?
- Hoe ga ik het onderzoek opzetten?
- Waar ga ik het onderzoeken?
- Wanneer ga ik het onderzoeken?
Vragen die je stelt tijdens onderzoek:
- Zit ik nog op het juiste spoor?
- Waar moet ik wat aan veranderen?
- Waar wil ik ook alweer heen?
- Wat was de onderzoeksvraag eigenlijk?
- Is het tijdpad nog haalbaar?
Fasen van een praktijkgericht onderzoek -> stappenplan:
1) Probleemanalyse
2) Onderzoeksontwerp
3) Dataverzameling
4) Data-analyse
5) Rapportage/conclusie
Probleemanalyse + onderzoeksontwerp = onderzoeksvoorstel
Verslag + presentatie = belangrijke afsluiting van je project
Onderzoeksresultaten roepen vaak weer nieuwe vragen op die je ook weer door middel van
onderzoek beantwoord, vandaar dat het een cyclus is.
§1.2 - Onderzoek moet je leren
Kenmerken die onderzoekers onderscheiden van ‘niet-onderzoekers’
- Houding
Onafhankelijk, laat resultaten zien zonder eigen mening of die van de opdrachtgever te gebruiken
Openheid, luisteren naar commentaar van collega’s, verantwoording over je resultaten
- Kennis
Ken de methoden en over het onderwerp van je onderzoek
Welke onderzoeksmethoden er zijn, aan welke voorwaarden deze moeten voldoen en wat de
voor- en nadelen van het toepassen van deze methoden zijn
- Vaardigheid
Leer je vooral door te doen!
, Romée Dorgelo 2019
§1.3 - De kwaliteit van je onderzoek
Voorwaarden voor een goed onderzoek:
- Onafhankelijkheid
Je eigen mening en die van de opdrachtgever is niet belangrijk
- Toetsbaar
Je hebt verwachtingen over de resultaten, door onderzoek test je of deze kloppen
- Herhaalbaar/betrouwbaar
Als je het onderzoek nog eens uitvoert bij een andere groep, krijg je dan soortgelijke resultaten?
- Generaliseerbaar
Je kan met je onderzoek conclusies trekken over een zo groot mogelijke groep personen
- Bruikbaar
Je resultaten moeten bruikbaar zijn voor je opdrachtgever
§1.4 - Kennismaking met een aantal begrippen in je onderzoek
- Eenheden
Alle elementen, objecten, personen of organisaties uit je onderzoek
(studenten aan een uni, medewerkers van een afdeling, krantenartikelen, een aantal bacteriën)
- Populatie/domein
Alle personen of eenheden waarover je in je onderzoek een uitspraak wilt doen
(organisaties, landen, teksten, cijfers en situaties)
- Steekproef
Als een groep of populatie te groot of te onbereikbaar is dat je een deel ervan onderzoekt
- Variabelen
Kenmerken van de eenheden die je bij je onderzoek gebruikt
(leeftijd, geslacht, meningen over dezelfde zaken, temperatuur)
- Categorieën en scores
Een variabelen kan verschillende waardes hebben;
leeftijd, meerdere jaren
temperatuur, Celsius of Fahrenheit
Stel leeftijd is 45, dan is dat voor die persoon zijn score op het variabele; leeftijd
- Datamatrix
Hierin worden onderzoekgegevens verzameld (bijv. excel)
- Betrouwbaarheid
Is een criterium voor de kwaliteit van het eindresultaat.
- Validiteit
Geen systematische fouten in je onderzoek, hij moet zuiver zijn
Kwantitatief onderzoek = met cijfers
Kwalitatief onderzoek = met teksten, waarnemingen
§1.5 - Samenvatting en kernbegrippen
Probleemanalyse = afbakening onderwerp
Analyse = Verwerking van je gegevens
Toetsbaarheid = Kunnen je verwachtingen over de resultaten worden bevestigd?
Herhaalbaarheid = Geeft herhaling van het onderzoek hetzelfde resultaat?
Generaliseerbaarheid = Kun je conclusies trekken voor een grote groep personen?