Beginselen van de Democratische Rechtsstaat
Week 1: Historie, bronnen en werking van het staatsrecht
H1 De staat
Het staatsrecht: regels over de organisatie van de overheid en fundamentele normen over
de verhouding van burgers met de overheid.
Het staatsrecht is het product van historisch proces
Het Goddelijk recht: de vorst (persoonlijk en overdraagbaar): burgers beschermen
Verzetsleger: recht voor standen (opkomst van de burgerij)
Natuurrechtelijke contractsleer: individuele vrijheid via sociaal contract compromis
Scheiding der machten (Montesquieu): voorkomen machtsmisbruik en willekeur
Klassiek liberale rechtsstaat: overheid onthouden
Verzorgingsstaat > overheidsbemoeienis
Historisch-systematische methode: staten zijn historisch ontwikkeld, dus ook bekritiseren en
verder ontwikkelen.
Functies van het staatsrecht
Constitueren: creëren van bevoegdheden
Attribueren: verlenen van bevoegdheden aan ambt (door Grondwet bepaald)
o Deligeren: overdragen van bevoegdheden (de wet regelt etc.)
Reguleren: grenzen stellen aan bevoegdheden
Kenmerken van een staat
1. Grondgebied met duidelijke grenzen (territoir)
2. Bevolking die een gemeenschap vormt (natie)
3. Effectief gezag over het volk (interne soevereiniteit): failed states
4. Erkenning door andere staten (externe soevereiniteit): Micro states
Dwang is feitelijk: de mogelijkheid een ander te dwingen
Gezag is gelegitimeerde dwang: geaccepteerd door degene op wie het wordt uitgeoefend
a. Traditie: loyaliteit en autoriteit
b. Charisma: leiderschap
c. Functioneel: het werkt
Democratische rechtsstaat: maximaal gezag, met minimale macht
Trias Politica: machtsmisbruik voorkomen = horizontale en verticale machtsverdeling
Gescheiden functies: wetgevende, uitvoerende en rechtsprekende
Gescheiden instituties: wetgever, bestuur en rechterlijke macht
Gescheiden personen: Kamerleden, ministers en rechters
Checks and balances: controleren
o Huidige stelsel: verspreiding van de macht
Regering meerdere wetgevende en uitvoerende functie
De machtsorganen werken niet onafhankelijk
Hoe werkt het? bevoegdheden geven aan ambten met motieven om elkaar te controleren
,Democratie: elke burger heeft gelijke invloed op het staatsbestuur (meerderheid)
1. Invloed: actief/passief kiesrecht in geheime, vrije, regelmatige verkiezingen (54> Gw)
2. Deliberatie: politieke grondrechten (7-9 Gw) en parlementaire immuniteit (71 Gw)
3. Inclusie: gelijke rechten (1 Gw) en evenredigheid (53 Gw)
4. Transparantie: openbare informatie (110 Gw en Woo)
Rechtsstaat: bescherming van de burgers tegen het staatsbestuur (minderheid)
1. Legaliteitsbeginsel: geen bevoegdheid zonder grondslag (1e grondregel)
2. Machtenscheiding: geen bevoegdheid zonder verantwoording (2e grondregel)
3. Grondrechten: hoogste wet jegens iedereen
4. Rechtsbescherming: onafhankelijke en onpartijdige rechtsspraak
Verantwoordingsplichten overheidsorganen
a. Politieke verantwoordingsplicht: bestuurlijke organen tegenover
vertegenwoordigende organen (42 Gw)
b. Ambtelijke ondergeschiktheid: ambtenaren met bevoegdheden zijn verantwoording
schuldig aan hun chefs
c. Bestuurlijk toezicht: regering mag zich in beperkte mate bemoeien met zelfstandige
bestuursorganen (provincies en gemeenten)
d. Strafrechtelijke verantwoordelijkheid: en gezagdrager kan strafrechtelijk
verantwoordelijk zijn voor zijn daden
e. Beroep: op een bestuurlijk besluit (beschikking)
f. Burgerlijke rechter: onrechtmatige daad 6:162
g. Toetsingsverbod aan de Grondwet (120 Gw), wel verdragen (94 Gw)
H2 Bronnen van het staatsrecht
Materiële constitutie: alle regels binnen de rechtsorde
- Statuut
- Grondwet (formele constitutie)
- Organieke wetten
- Algemene Maatregelen van Bestuur
- Ongeschreven staatsrecht
- Reglementen van Orde
- Conventies
De Grondwet
De Grondwet van 1815 → de Koning stond boven de wet
Grondwetsherziening Thorbecke 1840 en 1848 → verantwoordingsplicht
Grondwetsherziening 1983 → aanpassen van de tekst naar de praktijk
- Rigid consitution: De Grondwet is moeilijk te wijzingen door een speciale procedure
- Kloof tussen de geschreven wet en het rechtsbewustzijn
+ Rechtszekerheid is sterk (duidelijke regels)
- Flexible consitution: De staatsregelingen zijn grotendeels neergelegd in gewone wet,
waardoor de geschreven wetten makkelijker te wijzigen zijn
+ De constitutie ontwikkeld mee met de samenleving
- Rechtszekerheid is minder sterk (algemene regels)
,Inhoud Grondwet
Hoofdstuk 1 → Grondrechten
Hoofdstuk 2 → De Regering
Hoofdstuk 3 → De Staten-Generaal
Hoofdstuk 4 → Raad van State, de Algemene Rekenkamer en de Nationale ombudsman
Hoofdstuk 5 → Bestuursorganen
Hoofdstuk 6 → Rechtsspraak
Hoofdstuk 7 → Decentralisatie
Hoofdstuk 8 → Grondwetsherzieningen
Grondrechtelijke delegatieterminologie: de 'wet' in de grondwet = de formele wet (81 Gw)
die in het Staatsblad bekend is gemaakt (art. 88 Gw en 3 sub a Bekendmakingswet)
Delegatie van de formele wetgever aan lagere wetgevers (1983)
1. Bij of krachtens de wet volgend de wet
2. De wet regelt of de wet stelt regels bepaald de wet
3. Uit kracht van een wet Mandaat = in de naam van
Organieke wetten
- Delegatie van de wet in formele zin → uitvoering van een grondwettelijke opdracht in
organieke wetten: de Provinciewet of de Algemene wet van bestuur
Ongeschreven staatsrecht
Hoe constateert men ene ongeschreven regel?
1. De regel moet staatrechtelijk worden toegepast, maar niet alle handelingen van
staatsrechtbeoefenaar hoeven staatsrecht te zijn.
2. Er is een rechtsovertuiging bij de betrokken van de regel.
*Zoals de vertrouwensregel
Het Statuut → de Grondwet moet zich volgens art. 5 lid 2 conformeren aan het Statuut
Art. 1 Statuut: Grondgebied Koninkrijk der Nederlanden
- Het Koninkrijk der Nederlanden:
Nederland, Aruba, Curaçao en Sint Maarten (federatie)
- Nederland:
Nederland, Bonaire, Sint Eustatius en Saba (gedecentraliseerde eenheidsstaat)
Het Verdrag
Soevereiniteit: een staat bindt zichzelf aan zijn regels → bovennationale organisatie
Verenigde Naties (1945)
- Algemene Vergadering: met alle lidstaten > kan lidstaten niet binden aan beslissingen
- Veiligheidsraad: met 15 lidstaten en 5 permanente leden (veto) > kan landen binden
aan de beslissing i.v.m. vrede en veiligheid
- International Gerechtshof: bescherming mensenrechten (UVRM) in Den Haag
Europese Unie → nationale beslissingsruimte beperken
, H3 Werking van het staatsrecht
Territoriale werking: staatsrecht geldt alleen binnen grenzen van het grondgebied
Er zijn uitzonderingen wanneer inwoners van de staat buiten het grondgebied verblijven,
maar er wel banden tussen staat en inwoner blijven.
Het grondgebied strekt zich deels over de kust en zee → landen claimde uitbreiding van
territoriale zee tot afstand 12 in plaats van 5 zeemijl dus het Zeerechtverdrag VN 1982
Daarnaast: recht op onschuldige scheepvaart en exclusieve economische zones
Personele werking: de betekenis van Nederlanderschap
Nederlanders hebben bepaalde rechten die vreemdelingen in Nederland missen:
1. Actief en passief kiesrecht bij Tweede Kamer en Provinciale Staten, maar
vreemdelingen wel kiesrecht bij Gemeenteraad (130 Gw) → buitenlandsbeleid
2. Gelijk benoembaarheid overheidsdiensten (45 WVEU), uitzondering op
vreemdelingen (lid 4)
3. Nederlanders worden niet uitgeleverd volgens 4 lid 1 Uitleveringswet
Uitlevering verblijvende personen i.v.m. begaan van strafbaarheid volgens 2 lid 3 Gw
*Overleveringswet dient ter implementatie van het EU-recht
4. Sociale grondrechten die alleen gelden voor Nederlanders zoals de bijstand
werkvergunning aanvragen, maar uitzondering op Europeanen (vrijheid van arbeid)
Vreemdelingen
Voor iemand zijn rechtspositie is de Nederlandse nationaliteit van grote invloed:
Art. 2 lid Gw eist organieke wet op de toelating en uitzetting van vreemdelingen. Dit is
uitgewerkt in de Vreemdelingenwet 2000
Toegang van vreemdelingen tot Nederland: voorwaarden in art. 3
a. Beschikken identiteitspapieren
b. Middelen verblijf en terugreis
c. Visum (per land)
Verblijfsvergunning aanvragen (na 90 dagen) bij de Staatssecretaris van JenV
Art.13: aanvraag verlenen verblijfsvergunning wordt slechts vergeven indien
a. Internationale verplichtingen daartoe besluiten
b. Aanwezigheid van vreemdeling een in wezenlijk Nederlands belang
c. Klemmende reden van humanitaire aard daartoe nopen
Verblijfsvergunning is in eerste instantie voor bepaalde tijd (max 5 jaar), hierna kan
onbepaalde tijd verkregen worden.
Verblijfsvergunning asiel: is voor 'verdragsvluchtelingen' (art. 1) en personen die in
vergelijkbare situatie bevinden net als naastenfamilie (art. 29)
Verbod van refoulement: verbod oplegt aan een land dat asielzoekers of vluchtelingen
ontvangt, om deze personen terug te sturen naar een land waar zij worden vervolgd.
*EU: lidstaten verantwoordelijk voor asielverzoek bepaalde nationaliteit en besluiten die
doorwerking in het Nederlands vreemdelingen recht zoals (77 en 78 VWEU)
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper sjoukjekraak. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,19. Je zit daarna nergens aan vast.