Samenvatting Ontwikkelingsgerontologie
Hoofdstuk 1 Gerontologie versus ontwikkeling
1.1 Wat is gerontologie?
De wetenschap die zoals object van onderzoek de veroudering van mens, dier en
plant heeft, noemen we de gerontologie.
Wanneer spreek je van ouderdom? Als we de definitie aanhouden van een
bepaalde fase in het leven, gekoppeld aan de levensverwachting van de mens,
wordt ouderdom een arbitrair begrip.
De chronologische leeftijd is geen goed bruikbaar criterium omdat er zo veel
pluriformiteit onder ouderen is. Er zijn ‘goed geconserveerde’ mensen die ouder zijn
dan 70 en kenmerken van het sterotiepe beeld (grijze haren) volledig missen, de
zogenoemde agerasia. Een ander gehanteerd criterium voor ouderdom is de
sociale leeftijd. Dat betekent dat mensen veranderingen ondergaan in sociale
status. Ook wordt het begrip drempelleeftijd gehanteerd om te wijzen op een
chronologisch leeftijdsmoment waarop duidelijke fysieke en psychologische
veranderingen zichtbaar of hoorbaar zullen worden.
Ouder worden kun je op allerlei manieren definiëren. We maken onderscheid
tussen:
- Primaire of universele veroudering
- Secundaire of probabilistische veroudering
- Tertiaire veroudering
Daarnaast onderscheiden we distale en proximale verouderingseffecten.
De gerontologie betreft een zeer breed gebied. Daaronder worden fysiologische,
sociale, medische, economische en psychologische processen geschaard.
Vooral de tweede levenshelft van de mens staat centraal bij deze wetenschap.
Vooral de tweede levenshelft van de mens staat centraal bij deze wetenschap. Je
kunt bij psychogerontologie veroudering zowel intra-individueel als inter-
individueel en inter-generationeel beschouwen. Omdat gerontologie zo’n breed
deelgebied bestrijkt, worden daarbinnen deelspecialisaties als biologische,
medische, sociale en psychologische gerontologie onderscheiden.
In dit hoofdstuk staan vooral de psychosociale aspecten vanuit een levensloop- of
ontwikkelingsperspectief centraal. Belangrijke begrippen in dit kader zijn:
flourishing tegenover languishing.
In de psychogerontologie staat de pluriformiteit van oudere mensen centraal. Het
streven naar het zo lang mogelijk stimuleren en faciliteren van mogelijkheden om
, stijlen en competenties verder in stand te houden en te voeden is een belangrijk
doel van deze wetenschap.
Naast pluriformiteit als thema is de autonomie in de psychogerontologie een
belangrijke kwestie Maar autonomie is niet altijd hetzelfde als zelfstandigheid en
onafhankelijkheid. Zo kunnen mensen binnen hun mogelijkheden zoveel mogelijk de
regie over hun leven behouden. Daarbij hoort ook wat Westerhof (2010)
‘ontwikkelingsregulatie’ noemt: het bijstellen van doelen om zichzelf en het leven
te beoordelen en daarbij het in stand houden van je zelfwaardering. Succesvol
ouder worden is in deze zin het leren selecteren van wat men wil gaan doen en
compenseren. Dit noem je selectieve optimalisatie.
Een andere manier van ontwikkelingsregulatie is het opheffen van de discrepantie
tussen de eigen doelen en de werkelijkheid middels de begrippen assimilatie en
accomodatie van Piaget. Assimilatie is het betekenis geven aan de werkelijkheid
door haar in te passen in de eigen denkschema’s of cognitieve structuren. Bij
accomodatie worden de denkschema’s aangepast aan een veranderende
werkelijkheid. De accomodaties (denkschema’s) worden geaccomodeerd om de
nieuwe werkelijkheid te begrijpen, of er worden zelfs nieuwe accomodaties gemaakt.
Bij het assimileren worden de reeds ontstane accomodaties gebruikt om nieuwe
gebeurtenissen in te rangschikken.
1.2 Visies op veroudering
In de geschiedenis zijn veel verschillende visies op veroudering terug te vinden.
Zie verschillende filosofen als Solon, Plato, Cicero, Seneca, Montaigne, Kant,
Goethe, Nietzsche en Kiekegaard. Wijsheid is een lastig begrip om te
operationaliseren.
Aleman (2012) haalt in divers onderzoek aan dat mensen van 70 jaar en ouder
beter hun emoties kunnen reguleren. Dit komt door meer ervaring en het omgaan
met emoties.
Een enquête onder 2000 lezers van het Oostenrijkse blad GEO en een onderzoek
van de Amerikaanse psychiaters Meeks en Jeste brachten de volgende
componenten aan het licht: zelfreflectie, zelfkritiek, andermans perspectief
accepteren, oriëntatie op het goede, emotionele stabiliteit, humor en
besluitvaardigheid in onzekere situaties. Mensen op hogere leeftijd worden vaak
langs de meetlat gelegd van de huidige maatschappij, waarin snelheid de norm is.
Een andere productbenaming is ‘bejaard’. De ‘bejaarden’ worden weggezet als
groep en er wordt daarom minder naar de individuele verschillen gekeken.
Mensen komen meer tot hun recht als we het over verouderen als proces te
hebben in plaats van de ouderdom of de bejaarden, waarmee dus weer een product
wordt bedoeld. Voor de samenleving zouden zij een last zijn, maar het tegendeel is
meestal waar; de informele zorg wordt voor een groot deel door ouderen verricht. Dit