Organiseren van zorg samenvatting
Bij Positieve Gezondheid is de afwezigheid van ziekten en beperkingen niet meer het uitgangspunt,
maar het vermogen om je aan te passen en je eigen regie te voeren. Het gaat om veerkracht in het licht
van fysieke, emotionele en sociale uitdagingen van het leven. Arts en onderzoeker Machteld Huber is
de bedenker van dit concept van gezondheid. Zij is oprichter van het Institute for Positive Health (iPH).
1. Probleem
Partijen; benoem welke partijen of disciplines een rol
spelen in de casus.
Feitelijke problemen: vanuit alle partijen geformuleerd,
geef ook aan waarom het een probleem is.
2. Positionering
Mogelijke oorzaken (factoren) inventariseren die een rol
bij het probleem spelen.
Brainstormen in matrix en deze uitwerken.
3. Plan
Prioritering met de matrix van Eisenhower met
verantwoording.
Bedenk doelen, interventies, verschillende disciplines.
Voordelen en nadelen van het plan inventariseren (denk
aan kosten, personen, tijd.
Rapportage in het dossier.
1
,4. Proces
Groepsprocessen worden op verschillende manieren beschreven.
o Forming: in deze fase wordt de groep gevormd, hierin nemen de meesten een
afwachtende houding in.
o Storming: een fase waarin mensen een positie innemen, wat voor discussies kan
zorgen.
o Norming: in deze fase worden in de groep in- en expliciete regels vastgesteld.
o Performing: binnen de groep ontstaat een gemeenschappelijk doel.
o Adjourning: de groep gaat weer uiteen.
2
,Organisatie van de gezondheidszorg (Boot, 2018), hoofdstuk 2.
Gedrag in organisaties (Alblas, 2018),
o Hoofdstuk 1: Maslow; verwachtingsmodel; ASE-model;
o Hoofdstuk 2: Methoden van inpassen, Job Characteristics model; Vormen van intrinsiek en
extrinsiek motiveren
o Het huis van persoonsgerichte zorg
De wet BIG
De wet BIG (wet op de beroepen in de gezondheidszorg) wordt gebruikt om je te kunnen laten
registreren na het behalen van een diploma in de gezondheidszorg. Voor artsen, tandartsen,
apothekers, verloskundigen, gezondheidszorgpsychologen, psychotherapeuten, fysiotherapeuten en
verpleegkundigen is een registratie op grond van de wet BIG nodig. Een beroepsorganisatie zorgt voor
omschreven behandelwijzen, duidelijke opleidingseisen en regelingen voor bij- en nascholing. Zij zorgt
voor een beroepsregister en stelt regels voor de organisatie van de zorgverlening. Om geregistreerd te
blijven moet er tijdens het uitvoeren van het beroep ook gewerkt worden aan bijscholing. In de wet
BIG wordt gesproken van goed hulpverlener schap, deskundig handelen en zorg van goed niveau. De
wet BIG onderscheidt geneeskundigen en beroepsbeoefenaren ook wel para medici genoemd.
Geneeskundigen zijn beroepen die vroeger vielen onder de wet van de geneeskunst.
• Tandartsen à dit zijn specialisten voor tandheelkundige zorg. De wezenlijke betekenis hiervoor
is orale gezondheid. Concreet betekent dit de kwaliteit van spreken, kauwen, lachen en kussen
waarbij niet alleen gelet wordt op het gebruik maar ook op de schoonheid van het geheel.
• Gedifferentieerde tandarts à richt zich op een specifiek onderdeel van tandheelkunde
zoals parodontologie of kindertandheelkunde.
• Apothekers à ziekenhuisapothekers verzorgen de geneesmiddelenvoorziening voor
opgenomen patiënten. Openbare apothekers verzorgen die voor de rest van de bevolking.
Apotheekhoudende huisartsen leveren vaak aan dunbevolkte gebieden.
• Verloskundigen à deze nemen thuisbevallingen voor hun rekening. Het is de zorg die
plaatsvindt vanaf het begin van de zwangerschap tot en met de bevalling en het kraambed.
• Huisartsen à deze staan in de frontlinie en worden ook wel poortwachters genoemd. Voor
ieder gezondheidsprobleem dat iemand kan hebben, is de huisarts die de eerste stappen in de
zorgverlening zet. Kenmerken is dat deze zorg niet alleen diagnose en behandeling omvat, maar
ook preventieve of langdurige zorg.
• Psychotherapeuten à deze is opgeleid om intensieve psychologische hulp te verlenen met
toepassing van psychotherapeutische behandelmethoden. De behandeling kan ernstige
psychische stoornissen en problemen betreffen.
• Gezondheidspsycholoog à deze is werkzaam in alle sectoren. Naast psychiatrische instellingen
zijn verpleeghuizen, revalidatie instellingen, gehandicaptenzorg enz. Eerstelijnspsycholoog is
een gezondheidszorgpsycholoog.
De beroepsbeoefenaren (para medici) vielen vroeger onder de wet op de paramedische beroepen.
• Fysiotherapeut à de deskundige wanneer het gaat om het menselijk bewegingsapparaat. Hij
behandeld patiënten die in het dagelijks leven belemmerd worden bij het bewegen. De
manueel therapeut houdt zich bezig met onderzoek en behandeling van patiënten met klachten
van de wervelkolom en de gewrichten in armen en benen.
• Diëtist à diëtetiek is het paramedisch vakgebied gericht op voeding en gedrag in relatie tot
ziekte en gezondheid.
• Oefentherapeuten à zijn specialistische behandelmethoden in houding en beweging. Iemand
die zijn lichaam niet goed gebruikt of belast, al dan niet ten gevolge van een aandoening.
3
, • Podotherapeuten à behandelen mensen met voetklachten en klachten aan het
bewegingsapparaat die het gevolg zijn van het niet goed functioneren van de voeten.
• Ergotherapeuten à is bedoeld voor iedereen die door lichamelijke en/of psychische klachten of
tekortkomingen bepaalde dagelijkse handelingen niet meer naar wens kan uitvoeren. Hij/zij
helpt bij het oplossen van problemen bij het uitvoeren van deze handelingen.
• Logopedisten à houdt zich bezig met spraak en taalontwikkeling, ze geven preventie,
voorlichting en behandeling. Bij problemen met slikken kan een logopedist handig zijn.
• Huidtherapeut à is voor de behandeling van een ziekte of beschadigde huid, brandwonden
littekens enz.
• Mondhygiënisten à zijn gericht op preventie, het voorkomen van cariës gaatjes in tanden en
kiezen en tandvleesaandoeningen.
• Orthoptisten à is werkzaam voor en specifiek gedeelte van de oogheelkunde. Het betekent
recht kijken. Als er iets mankeert aan de samenwerking tussen de ogen of oogstand of
motoriek wordt deze ingeschakeld.
• Radiodiagnostisch laborant à maken röntgenfoto's, maar ook CT-scan en MRI.
Radiotherapeutisch laboranten voeren hun werkzaamheden uit op de afdeling radiotherapie,
bestralingen en voeren deze uit.
• Kraamvrouw à Deze begeleid de kraamvrouw na de bevalling. Zij geeft voorlichting,
beantwoord vragen en waarschuwt bij problemen de verloskundige of huisarts.
Verpleegkundigen/verzorgenden
Verpleegkundigen en verzorgenden vormen de grootste beroepsgroepen in de gezondheidszorg. Het
onderscheid tussen verpleging en verzorging is vooral gelegen in de aanleiding van de zorgvraag. Bij
verzorging is de zorgvraag gelegen in het onvermogen om huishoudelijk taken uit te voeren vanwege
ziekte of ouderdom. Bij verpleging in het bestaan van 1 of meer gezondheidsproblemen. Verzorging
richt zich meer op ADL van een cliënt. Verpleging meer zorg rondom ziekte en aandoening. Verpleging
en verzorging worden onderscheiden in 6 niveaus.
o Verpleegkundigen ondersteunen en activeren mensen die door ziekte, aandoening of
beperking, of gevolgen daarvan niet meer in staat zijn volledig voor zichzelf te zorgen.
- Ondersteunen bij ADL
- Begeleiden op psychosociaal gebied
- Ondersteunen van zorgvrager en naasten bij zelfmanagement
- Verpleegtechnische handelingen
- Geven van voorlichting, advies en instructie
- Organiseren + coördineren van zorg rondom patiënt.
4