2022
PORTFOLIO
STARTBEKWAAM
MIJN AVONTUURLIJKE REIS RICHTING
HET LERAARSCHAP
LORI-LISA VAN GELDER-VAN BERKEL
, PORTFOLIO STARTBEKWAAM
VOORWOORD
Heemskerk, januari 2023
Bijna twee jaar geleden, in februari 2021 begon ik aan een nieuw avontuur
richting het leraarschap. Hoewel deze reis nog niet eindig is – immers, ook als
leraar blijf je leren – komt nu toch een belangrijke mijlpaal inzicht: afstuderen
als bevoegd leerkracht basisonderwijs. In dit portfolio kijk ik terug op mijn
persoonlijke ontwikkeling en omschrijf ik mijn huidige onderwijsvisie die als
uitgangspunt dient voor mijn handelen.
Afgelopen periode heb ik mijn stage voltooid in groep 7/8, een combinatiegroep
met 20 leerlingen. Een flinke uitdaging, want voor een combi-groep schakel je
als leerkracht continu tussen instructie aan de ene en de andere groep en
tegelijk wil je ook tijd maken voor differentiatie. Daarnaast zitten ook in deze
groep (in welke klas tegenwoordig niet?) er ook een aantal leerlingen met
gedragsproblemen, die voor de nodige reuring zorgen. Kortom, je staat continu
aan.
Ik heb drie dagen per week stagegelopen (di, woe, do), onder begeleiding van mijn
praktijkbegeleider. Sinds de november geef ik volledig de donderdag les, sinds
december woensdag en donderdag en in januari zal ik dinsdag, woensdag en
donderdag volledig lesgeven.
Is alles altijd perfect gegaan? Nee. Heb ik het idee dat ik inmiddels genoeg vak-
en pedagogische kennis bezit om zelfstandig voor de klas te staan? Ja. Kijk ik
daarnaar uit? Enorm!
Ik wens u veel plezier toe met het lezen.
Lori-Lisa van Gelder-van Berkel
LORI-LISA VAN GELDER-VAN BERKEL 1
, PORTFOLIO STARTBEKWAAM
VERKLARING VORMVEREISTEN
Naam student Lori-Lisa van Gelder – van Berkel
Studentnummer 00401131
Onderwijseenheid PABO VDTF2a
Datum maandag 9 januari 2023
Criteria Omschrijving Bewijsdossier
voldoet aan de
eis
Volledigheid Het bewijsdossier bevat bewijzen die de V
reflectie (claim) ondersteunen ten aanzien
van de leeruitkomst(en). In het
bewijsdossier wordt op passende plekken
naar bewijsmaterialen verwezen en het
bewijsmateriaal is geordend (alle
onderdelen zijn aanwezig).
Omvang De omvang van kerntekst (onderbouwing Ca 10.350
en verantwoording) is vrij. Vermeld
hiernaast het aantal woorden.
Transparantie Bewijzen zijn als bijlagen opgenomen en V
(bronnen) via de navigatiebalk te bereiken
(koppenstructuur).
Naar gebruikte bronnen is volgens APA- V
richtlijnen verwezen (in tekst en in
bronnenlijst)
Structuur Het bewijsdossier is toegankelijk (opbouw V
en indeling)
Akkoordverklaring XIII – Akkoordverklaring SLB’er V
LORI-LISA VAN GELDER-VAN BERKEL 2
, PORTFOLIO STARTBEKWAAM
INHOUDSOPGAVE
VOORWOORD ................................................................................................................................ 1
VERKLARING VORMVEREISTEN ................................................................................................. 2
1 PROFIELSCHETS (LU 1)......................................................................................................... 5
1.1 WIE BEN IK ALS PERSOON? ............................................................................................................ 5
1.2 WIE BEN IK ALS LEERKRACHT ........................................................................................................ 5
1.3 WELKE KEUZES HEB IK GEMAAKT? ................................................................................................. 7
2 MIJN ONDERWIJSVISIE (LU 1) ............................................................................................ 8
2.1 VIJF KERNWOORDEN DIE MIJN ONDERWIJS TYPEREN .................................................................. 8
2.2 DRIE TYPEN ONDERWIJS ................................................................................................................. 9
2.3 WAT KENMERKT MIJ ALS LEERKRACHT? ...................................................................................... 10
2.4 WELK DOEL HEEFT MIJN ONDERWIJS? ......................................................................................... 12
2.5 HOE PAK IK DAT AAN? ................................................................................................................... 12
2.6 WAT WIL IK DE KINDEREN LEREN? ............................................................................................... 13
2.7 HOE, WAAR EN WANNEER LEREN KINDEREN IN MIJN KLAS? ..................................................... 14
2.8 SAMENVATTEND NAAR EEN MISSIE ............................................................................................... 15
3 PERSOONLIJKE ONTWIKKELING ALS LEERKRACHT AAN DE HAND VAN DE
BEROEPSTAKEN (LU 2) .............................................................................................................. 16
3.1 BEROEPSTAAK 1: (VAK)DIDACTISCH HANDELEN...........................................................................16
3.1.1 Persoonlijke zelfreflectie ............................................................................................. 16
3.1.2 STARR.................................................................................................................................... 17
3.1.3 Feedback van praktijkbegeleiders ........................................................................... 18
3.1.4 Kwaliteiten en ontwikkelpunten ............................................................................. 19
3.2 BEROEPSTAAK 2: PEDAGOGISCH HANDELEN ................................................................................ 21
3.2.1 Persoonlijke zelfreflectie ............................................................................................. 21
3.2.2 STARR................................................................................................................................... 23
3.2.3 Feedback van praktijkbegeleiders ........................................................................... 24
3.2.4 Kwaliteiten en ontwikkelpunten ............................................................................. 25
3.3 BEROEPSTAAK 3: SAMENWERKING MET COLLEGA’S, OUDERS EN EXTERNEN .......................... 26
3.3.1 Persoonlijke zelfreflectie ............................................................................................. 26
3.3.2 STARR................................................................................................................................... 28
3.3.3 Feedback van praktijkbegeleiders ........................................................................... 28
3.3.4 Kwaliteiten en ontwikkelpunten ............................................................................. 29
3.4 BEROEPSTAAK 4: REFLECTIEVE PROFESSIONAL ........................................................................... 31
3.4.1 Persoonlijke zelfreflectie ............................................................................................. 31
3.4.2 Feedback van praktijkbegeleiders ........................................................................... 31
3.4.3 Kwaliteiten en ontwikkelpunten ............................................................................. 33
NAWOORD ................................................................................................................................... 34
BIBLIOGRAFIE ............................................................................................................................. 35
BIJLAGEN ..................................................................................................................................... 37
I - ZELFREFLECTIE VAKDIDACTISCH HANDELEN UIT FASE 1 ................................................................. 37
LORI-LISA VAN GELDER-VAN BERKEL 3
, PORTFOLIO STARTBEKWAAM
II - ZELFREFLECTIE PEDAGOGISCH HANDELEN UIT FASE 1...................................................................38
III – ZELFREFLECTIE SAMENWERKEN MET COLLEGA’S, OUDERS EN EXTERNEN UIT FASE 1 ..............39
IV – MISSIE EN HELDENCONTRACT ....................................................................................................... 40
V – KIJKWIJZER EFFECTIEVE LEERKRACHTCOMMUNICATIE ................................................................... 41
VI – OVERKOEPELENDE BEOORDELING PRAKTIJKBEGELEIDER PERIODE A .......................................... 42
VII – OVERKOEPELENDE BEOORDELING PRAKTIJKBEGELEIDER PERIODE C ..........................................43
VIII – OVERKOEPELENDE BEOORDELING PRAKTIJKBEGELEIDER PERIODE E ........................................ 44
IX – OVERKOEPELENDE BEOORDELING PRAKTIJKBEGELEIDER PERIODE G ...........................................45
X – UITSLAG PEDAGOGISCH PRIORITEITENSPEL .................................................................................... 46
XI – ROOS VAN LEARY DD 7/2/2022 .................................................................................................... 47
XII – JOURNALS MEESTERLIJK MET MENSEN....................................................................................... 49
De precaire balans tussen autoriteit en relatie ............................................................... 49
Verdriet over cijfer leidt tot inzicht in ander, dieperliggend probleem................. 50
Spanning rondom beugel............................................................................................................ 51
Groepje jongens maakt het goed met elkaar na opstootje op het plein .............. 52
Verdriet over overleden huisdier: hart luchten voelt fijn ............................................ 53
Verkering en privacy om dat in de klas te delen of niet ............................................. 54
Hoe het gebruik van een scheldwoord een (kleine) doorbraak gaf in inzicht van
iemands handelen.......................................................................................................................... 55
Stukje bij beetje lijkt G. het sociale spel beter te snappen ......................................... 56
Toetsdruk en veel afleiding, toch focus ...............................................................................57
XIII – AKKOORDVERKLARING SLB’ER .....................................................................................................58
LORI-LISA VAN GELDER-VAN BERKEL 4
, PORTFOLIO STARTBEKWAAM
1 PROFIELSCHETS (LU 1)
1.1 WIE BEN IK ALS PERSOON?
Het is zomer 2020. Het roer gaat om. Door de coronacrisis verlies ik mijn baan
als Head of Social Media Management bij een creatief digitaal reclamebureau in
Amsterdam. Hier gaf ik leiding aan een team van circa 20 social media managers
en community managers.
Het verliezen van je baan is niet leuk. Tegelijk voelt het nu alsof het zo moest
zijn. Want, hoe jammer ook, het bleek voor mij het perfecte moment om, na
ruim 17 jaar werken in en rondom media en communicatie, te reflecteren op wat
ik graag wil in de toekomst. Waar ligt mijn kracht en talent? Waar ben ik goed
in? Wat vind ik leuk? Wat vind ik belangrijk in het leven? En misschien nog wel
belangrijker: wat wil, kan en ambieer ik niet?
Ik kwam tot een simpel antwoord. Mijn energie begint te bruisen wanneer ik een
ander kan helpen zichzelf te ontplooien naar een betere versie van zichzelf. Of
dit nu een kind of een volwassene is, de essentie blijft hetzelfde: met vriendelijke
aandacht help ik een ander verder. Na een aantal goede gesprekken, onder meer
met verschillende mensen binnen het onderwijs, kwam ik tot de conclusie dat
dit de branche is waar ik graag een positieve bijdrage aan wil leveren. Zo gezegd,
zo gedaan.
“Jeetje, waar begin je aan?” vroegen velen me. Opnieuw studeren, opnieuw
stagelopen. Voor mij voelde het als een nieuw begin. Tegelijk heb ik ook ervaren
dat mijn levenservaring me een solide basis gaf om dit avontuur aan te gaan.
Zowel op professioneel gebied, waarin ik de afgelopen 20 jaar een schat aan
vaardigheden heb ontwikkeld die ik in het onderwijs gemakkelijk opnieuw kan
inzetten, als op persoonlijk gebied. Immers als moeder van twee prachtige
dochters van 8 en 11 jaar heb ik inmiddels ook flink wat ervaring omtrent
opvoeden.
Kernwaarden: behulpzaam, bescheiden, eerlijk, gestructureerd, leergierig. Met
een open vizier treed ik de alle avonturen die op mijn pad komen tegemoet. Mijn
passie ligt bij het helpen ontdekken en ontwikkelen van iemands talent. Mijn
motto: wees een beetje lief voor elkaar en jezelf.
1.2 WIE BEN IK ALS LEERKRACHT
Zoals hierboven al beschreven kies ik, na ruim 20 jaar gestudeerd en gewerkt te
hebben in de wereld van (online) media, om mijn passie te volgen en mijn
carrière voort te zetten in het (basis)onderwijs. Immers, dit is dé plek waar
talent ontdekt en ontwikkeld wordt. Ik volg de verkorte deeltijd PABO en in
sneltreinvaart leer ik hoe ik moet lesgeven.
Als leraar ben ik open en toegankelijk; ik wil graag dat iedereen zich gezien en
gehoord voelt. De relatie met het kind vind ik belangrijk. Dit zorgt voor
LORI-LISA VAN GELDER-VAN BERKEL 5
, PORTFOLIO STARTBEKWAAM
wederzijds vertrouwen, wat volgens mij de fundering is om tot leren te kunnen
komen. Tegelijk ben ook strikt. Ik houd van structuur, van vaste routine en
regels. Mogelijk heb ik zelf een lichte vorm van ADD, waardoor ik onrustig kan
worden wanneer er teveel chaos om me heen ontstaat. Wanneer de basis
eenmaal goed staat, kan ik in verschillende situaties flexibel handelen.
Al een aantal jaar geleden, tijdens een van mijn leiderschapscursussen uit mijn
voorgaande carrière, heb ik kennis gemaakt met de Roos van Leary. Afgelopen
jaar heb ik de Roos van Leary opnieuw ingevuld (zie bijlage XI – Roos van Leary
dd 7/2/2022), hier komt een stijl Samen-Boven uit, met een punt naar Leidend. Ik
neem graag de leiding in situaties, neem initiatief, biedt oplossingen en geef
makkelijk mijn mening. Ik ben me tegelijk ook bewust van de valkuilen van deze
stijl, namelijk dat ik me teveel bemoei met zaken of bazig overkom. De essentie
van de Roos van Leary zit niet zozeer in het bewustzijn van je eigen gedrag, als
wel in het beïnvloeden van het gedrag van de ander door zelf bepaald
gedragspatroon aan te nemen. Hulshof (2022) stelt: “Vanuit het idee: gedrag
roept gedrag om, ga je met de roos van Leary wetmatigheden ontdekken in de
communicatie: als de een leidt, gaat de ander volgen; als de een tegenspreekt,
gaat de ander ja-maren.” In mijn voorgaande baan had ik hier aandacht voor,
ook in de klas zet ik deze technieken in. Zo koos ik er bijvoorbeeld voor om bij
een knutselopdracht het groepje leerlingen dat met moeite op gang kwam, niet
zelf de leiding te pakken, maar een leider aan te wijzen, die de taken vervolgens
verdeelde.
In mijn vorige baan heb ik geleerd om een helicopterview aan te nemen en dat
doe ik dan ook graag: gaat de groep de goede kant op? Zo ja of zo nee, waar ligt
dat aan? Dankzij mijn universitaire studie en mijn jarenlange werkervaring heb
ik ook geleerd om analytisch te zijn en ik vind het heerlijk om in details te
duiken om patronen te ontdekken. Verder ben ik leergierig: als iets op mijn pad
komt wat ik niet weet, vraag ik makkelijk om hulp aan een collega of duik hier
als een researcher in.
Wat voor leerkracht wil ik zijn? Volgens Berg & Shilts (2019) is de verondersteld
gewenste basishouding van een leraar als volgt:
• Gelooft dat goed onderwijs de kans van een kind op een succesvol leven
vergroot;
• Wil zorgen voor een optimale omging om op te groeien tot iemand die iets
bijdraagt aan de maatschappij;
• Wil zorgen voor de best mogelijke onderwijsmogelijkheden voor een kind;
• Wil op elk kind een positieve invloed hebben;
• Wil zien hoe een kind een nieuw uitdaging aangaat en daarop wil
voorbouwen, waardoor uiteindelijk zijn/haar zelfbeeld verbetert;
• Een goede relatie met leerlingen en hun ouders;
• Het gevoel hebben een goede leraar te zijn.
LORI-LISA VAN GELDER-VAN BERKEL 6
, PORTFOLIO STARTBEKWAAM
Docenten die ons bijblijven doen vaak drie dingen goed: authentiek orde houden,
gebruik maken van de nodige humor naast het geven van een goede les. Kortom:
passie, kunde en plezier (p. 48) (Bijleveld, 2019).
Ik realiseer me, ik heb de afgelopen twee jaar enorm veel geleerd, maar er is nog
een hele wereld met kennis en vaardigheden waar ik me verder ik kan
bekwamen. Dit is pas het begin. Ik wil mezelf blijven uitdagen in manieren
waarop ik productief kennis kan overbrengen, mogelijkheden waarop normen en
waarden kunnen worden overgedragen, maar vooral wil ik mezelf ontwikkelen
tot iemand die kinderen kan leren verstandige, zelfstandige en verantwoordelijke
individuen te worden. En tot slot, hier heel veel plezier in hebben. Ik kijk er
enorm naar uit dit in de praktijk te gaan ervaren.
1.3 WELKE KEUZES HEB IK GEMAAKT?
Het jonge of het oude kind, wat past het best bij mij? Ik heb een duidelijke
voorkeur voor de midden- en bovenbouw. Ik houd van cognitieve uitdagingen
(taal, rekenen, maar ook het uitpluizen van een topografische kaart of een
begrijpend lezen tekst) en vind het leuk om dit bij kinderen te zien ontwikkelen.
Verder houd ik van de mening die het oude kind aan vormen is en van de
verantwoordelijkheid en zelfstandigheid die zij hierbij gaan namen. Daarnaast
vind ik iets mijzelf minder vaardig in het betekenisvolle spel, dat bij kleuters zo
cruciaal is.
Een volgende keuze die voor mij duidelijk is geworden, is een voorkeur voor
programmagericht onderwijs. Zeker als startend leerkracht, vind ik het prettig
om aan de hand van methodes les te geven. De opbouw van de lesstof, structuur,
verdiepingsmogelijkheden en het feit dat zeer kundige personen zich hierover
hebben gebogen, ervaar ik als prettiger dan wanneer ik zelf het wiel probeer uit
te vinden, niet altijd volledig wetend waar de kinderen vandaan komen of zelfs
waar ze naartoe moeten (immers, ik heb nog geen volledige kennis over alle
leerlijnen van alle jaargangen).
LORI-LISA VAN GELDER-VAN BERKEL 7
, PORTFOLIO STARTBEKWAAM
2 MIJN ONDERWIJSVISIE (LU 1)
De afgelopen twee jaar heb ik me verdiept in de wondere wereld van het
onderwijs. Allereerst viel het me meteen al op hoeveel verschillende vormen,
varianten en sausjes er over het onderwijs wordt gegoten. Het maakt het –
zeker voor de ADD’er in mij – niet bepaald overzichtelijk. Vanaf het begin af aan
zocht ik naar houvast, een rode draad, een basisstructuur, waar ik me aan kon
vasthouden en vanaf daar verder in kon verdiepen en verbreden.
Heb ik dit gevonden? Nog niet helemaal. Wat vond ik dan wel? Een wirwar aan
onderwijsvormen, manier en tactieken, die – daar ben ik van overtuigd –
allemaal vanuit een goede intentie zijn gestart, maar die voor mij niet altijd
simpel aan de basisstructuur te koppelen zijn.
Is dat dan ook nu het doel? Dat denk ik niet. Een visie is immers niet “set in
stone”, maar fluïde: het kan veranderen, zich aanpassen aan omstandigheden en
situaties die op een bepaald moment gelden. Toch doe ik hier een poging om mijn
visie op onderwijs helder te krijgen.
2.1 VIJF KERNWOORDEN DIE MIJN ONDERWIJS TYPEREN
Tijdens de GOO-workshops op InHolland heb ik de workshop rond het opstellen
van je onderwijsvisie gevolgd. We startten de workshop met keuze uit
ansichtkaarten. Opdracht: kies je kaart die past bij jouw rol als leerkracht en
bedenk vijf kernwoorden hierbij.
Ik koos voor een plaatje van een labyrint en kwam tot de volgende vijf termen:
1. Gestructureerd
2. Kans op te verdwalen, fouten maken mag (moet)
LORI-LISA VAN GELDER-VAN BERKEL 8
, PORTFOLIO STARTBEKWAAM
3. Met de juiste kennis kom je eruit (methodisch, systematisch)
4. Helicopterview
5. Avontuur
Ik hou van structuur. Sterker nog, ik heb structuur nodig om orde te scheppen in
de chaos. Hoewel ik zelf als kind hier niet op gediagnostiseerd ben, herkende ik
tijdens het bestuderen van de theorie van Horeweg over gedragsstoornissen
mezelf in het type ADD (Horeweg, 2017). Een overdaad aan prikkels los ik op door
eerst structuur aan te brengen, om vervolgens de diepte in te gaan. Als
leerkracht zal ik zeker op deze wijze handelen. Sterker nog, ik ben van mening
dat structuur een basisvoorwaarde is om tot leren te komen. Ik ben het hierin
eens met Erik Meester die in een interview met Jos van Langen stelt dat
leerlingen werken met een duidelijk leerplan “… ik ben nu hier en wil daar
uitkomen. En welke tussenstappen zijn er dan nodig om daar te komen. En in die
en die volgorde ga ik die aanleren. Het is aan te raden om zo’n plan met een
expert te maken, omdat die vaak kennis heeft van alle (tussen) stappen”. (van
Langen, 2021)
Kans op te verdwalen staat voor mij voor fouten mogen maken. Al doende leert
men. Tegen mijn eigen dochters zeg ik vaak: dit was niet een foutje, dit was een
‘leertje’: iets waarvan je hebt kunnen leren en wat je de volgende keer beter
gaat doen. Als leerkracht neem ik deze houding automatisch mee de klas in.
Met de juiste kennis kom je eruit. Ik ben universitair opgeleid (in 2003 ben ik
afgestudeerd in Communicatiewetenschap aan de UvA) en hecht veel waarde
aan wetenschappelijk onderzoek. Ik hou van feiten en zoek naar verdieping op
basis van betrouwbare en valide onderzoeken en onderbouwde meningen. Ik ben
analytisch van aard en zoek zaken graag tot op de bodem uit. Tegelijk ben ik
mezelf bewust dat dit ook mijn valkuil is, waardoor ik soms door de bomen het
bos niet meer zie. Maar wanneer ik teveel in de details verzand, probeer ik juist
de helicopterview te pakken en het doel goed voor ogen te houden.
Tot slot avontuur. Leren is voor mij gaan op avontuur. Door leren ontdek je iets
wat je eerder nog niet wist. Of nog niet zag. Het biedt nieuwe inzichten, andere
perspectieven en verrijkt op die manier je leven.
2.2 DRIE TYPEN ONDERWIJS
Tijdens de GOO-workshops werd ook een helder onderscheid gemaakt tussen de
verschillende typen onderwijs. Onderwijs in Nederland wordt over het algemeen
in een van de volgende benaderingen verzorgd. Judith Geers gebruikt in haar
afstudeeronderzoek een heldere metafoor met een weegschaal, die ik hier graag
overneem (Geers, 2010).
LORI-LISA VAN GELDER-VAN BERKEL 9