Bio samenvatting H3
Paragraaf 1
Ecosysteemdiensten zijn diensten die een ecosysteem aan mensen levert. Het betreft het
verstekken van producten (voedsel), van regulerende diensten (bestuiving), van culturele dienst
(recreatie) of van een dienst van die de voorgaande diensten ondersteunt (kringloop van
nutriënten).
Mensen kunnen ook het milieu beïnvloeden. Problemen ontstaan als het ingrijpen het milieu
verstoort. Dit komt door vervuiling of uitputting. De mens kan het zo erg veranderen dat er
aantasting is.
De grootste oorzaak van de problemen zijn de bevolkingstoename en levenswijze van de mens.
Sinds de industriële revolutie is de levenswijze verandert. Door machines en de productie van
chemische stoffen, komen er afvalstoffen vrij en putten we natuurlijke energiereserves uit. De
landbouw is ook verandert. Er worden meer machines gebruikt en de bio-industrie is opgekomen
omdat er meer geproduceerd moet worden. Er zijn hiervoor veel natuurgebieden verwoest en er is
veel afval gedumpt in de natuur. Hierdoor zijn veel diersoorten uitgestorven.
Op de bevolkingsgroei hebben mensen zelf en de overheid invloed. Bij het verminderen van de
gevolgen van de manier van leven kunnen bedrijven en instellingen een belangrijke rol spelen.
Paragraaf 2
Men probeert de opbrengst van voedingsgewassen en landbouwhuisdieren zo hoog mogelijk te
maken door de abiotische en biotische factoren voor de groei en ontwikkeling optimaal te maken.
Dit kan door bemesting, bodembewerking en bescherming tegen ziekten en plagen.
Planten nemen water en mineralen (ionen) op uit de bodem. Deze gebruiken ze als
voedingsstoffen. Door de oogst en door uitspoelen verdwijnen deze uit de kringloop. Uitspoeling is
het wegzakken van mineralen met het regenwater. Door bemesting worden de mineralen weer
toegevoegd aan de grond. Hiervoor kan kunstmest en stalmest (uitwerpselen en urine van dieren)
gebruiken. Reducenten (bacteriën en schimmels) breken de mest af waardoor mineralen vrij
komen.
Voedingsgewassen verbouwt men vaak in monocultuur: op een stuk land wordt 1 soort gewas
geteeld. Dit zorgt voor een efficiënte bewerking van het land maar vergroot de kans op plagen
doordat er veel voedsel is. Ook breiden ziektes zich sneller uit. Je kunt dit bestrijden met
mechanische bestrijding, chemische bestrijdingsmiddelen of op een biologische manier.
Vallen en vogelverschrikkers zijn voorbeelden van mechanische bestrijding. Maar je kunt maar
een beperkt aantal dieren vangen of wegjagen en de dieren leren de vallen te vermijden of
schrikken niet meer.
Chemische bestrijdingsmiddelen heten in het algemeen pesticiden. Insectenbestrijdingsmiddelen
heten insecticiden en onkruidbestrijdingsmiddelen heten herbiciden. Deze bestrijdingsmiddelen
zijn effectief. Maar er zijn ook nadelen.
Sommige zijn niet soortspecifiek waardoor ze ook onschadelijke organismen doden. Ook treedt er
vaak resistentie op tegen het middel, voornamelijk bij soorten die zich snel voortplanten zoals bij
een plaag. Hierdoor ontstaat een nieuwe plaag en zal er een hogere concentratie of een andere
pesticide nodig zijn.
Een aantal pesticiden zijn persistent: ze worden langzaam langs natuurlijke weg afgebroken.
Dieren slaan pesticiden op in vetweefsel waardoor ze in de volgende schakel van de voedselketen
komen. De pesticiden hopen zich dan op in het dier boven aan de keten. De biomassa neem af bij
iedere stap en als de concentratie gif niet wordt afgebroken, neemt de gif concentratie toe. Dit is
accumulatie. Pesticiden komen ook in sloten en rivieren waardoor het water wordt vervuild. Dit
heeft geleid tot de ontwikkeling van minder schadelijke middelen en meer biologische bestrijding.
, Bij biologische bestrijding maakt men gebruik van biologische verschijnselen, zoals met natuurlijke
vijanden. Om ziekten te voorkomen, zijn er ook biologische teeltmethoden zoals vruchtwisseling of
wisselteelt. Hierbij wordt nooit hetzelfde gewas op een stuk grond 2 jaar achtereen verbouwd.
Hierdoor verdwijnen ziekteverwekkers voor het gewas uit de bodem.
De productie kan ook worden verhoogd door de erfelijke eigenschappen te veranderen. Bij de
kweek van planten wordt veredeling toegepast en bij dieren meestal fokkerij. Bij veredeling
worden de individuen met de beste eigenschappen geselecteerd voor verdere kruisingen om een
combinatie van gunstige eigenschappen of een nieuwe soort te verkrijgen.
Recombinant-DNA-technieken worden ook gebruikt. Gewassen kunnen hierdoor resistent worden
voor ziekten en plagen. Maïs en katoen hebben dit al en tomaten zijn resistent gemaakt tegen
schimmels. Bij dieren proberen ze dit nu ook.
Een techniek hiervoor is kunstmatige inseminatie (KI). Hierbij wordt sperma met gunstige
eigenschappen ingebracht in de baarmoeder van koeien. Een andere techniek is in-vitrofertilisatie
(IVF). Hierbij worden eicellen in een voedingsmedium bevrucht door zaadcellen en ingebracht in
de baarmoeder van draagkoeien.
Veel veeteelt vindt plaats in de intensieve veehouderij of bio-industrie. Hierbij worden per bedrijf
veel dieren gehouden in megastallen. De dieren leven in kooien hierbij.
Er komt steeds meer aandacht voor dierenwelzijn. Ook door uitbraken van ziekten, is er steeds
meer weerstand tegen megastallen.
De gangbare landbouwmethoden hebben veel nadelen voor het milieu. Steeds meer mensen
vinden dat de landbouw rekening moet houden met het milieu. Er vindt op sommige plaatsen ook
biologische landbouw plaats. Producten hiervan zijn ecologische voedingsmiddelen.
Paragraaf 3
Bij duurzame ontwikkeling kunnen huidige behoeften bevredigd worden zonder dat toekomstige
generaties hun eigen behoeften niet kunnen voorzien. Duurzaamheid gaat over de schaarste van
de hulpbronnen zowel nu als in de toekomst. De oppervlakte van de aarde is eindig en de
opnamecapaciteit van de atmosfeer en onze omgeving heeft haar grenzen.
In de natuur gaat geen element verloren. Elk van de 20 elementen die in organismen voorkomen,
ondergaat een kringloop.
De koolstofkringloop:
Koolstof komt in de lucht en in alle organische stoffen voor.
Autotrofe soorten kunnen CO2 uit de lucht halen en daarvan
glucose maken. Een deel hiervan verbruiken ze bij de
dissimilatie en geven het vrijgekomen CO2 af aan de lucht.
Een ander deel wordt omgezet in organische stoffen waaruit de autotrofe bestaan.
Planten, cyanobacteriën en algen zijn de belangrijkste producenten.
Als een heterotroof organisme een autotroof eet, komen de organische stoffen van de autotroof in
de heterotroof terecht. Een deel hiervan wordt gebruikt voor energie waarbij CO 2 vrijkomt. Een
ander deel wordt omgezet in dierlijke organische stoffen. De rest wordt niet verteerd en verlaat het
lichaam met de uitwerpselen.
Alle dode resten en afvalproducten van organismen worden samengevat onder de naam detritus
of afval. Dierlijke afvaleters, schimmels en heterotrofe bacteriën breken
dit af bij de dissimilatie. Hierbij komt CO2 vrij wat autotrofen weer
kunnen opnemen.
Fossiele brandstoffen bevatten koolstofverbindingen die eeuwen
geleden door producenten zijn gevormd. Als deze worden verbrand,
komt de CO2 weer in de kringloop terecht.
De stikstofkringloop:
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper ayestibos. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,99. Je zit daarna nergens aan vast.