Werkgroep – online
lesweek 1
introductie gezondheidsvoorlichting en opvoeding cyclus
De GVO-cyclus bestaat uit 5 stappen die je allemaal moet doorlopen om een gezondheidskundig
probleem goed aan te kunnen pakken:
-[ ] Definiëring gezondheidsprobleem
-[ ] gezondheidskundige analyse Gezondheidskundige analyse
-[ ] gedragsdeterminanten -> ASE-model
-[ ] interventies
-[ ] evaluatie
De GVO cyclus begint met het op een systematische wijze inzicht verwerven in een
gezondheidsprobleem. Het inzichtelijk maken van het gezondheidsprobleem vindt plaats in
de gezondheidskundige analyse.
In de tweede stap van de GVO cyclus worden de factoren die het gedrag bepalen inzichtelijk
gemaakt. Het gaat dan om het bestuderen van gedragingen die een relatie hebben met het
gezondheidsprobleem. Dit worden de gedragsdeterminanten genoemd.
Als een verpleegkundige inzicht heeft in de determinanten die aan het gedrag gerelateerd zijn en het
gezondheidsprobleem bepalen, kan zij een poging gaan doen mensen aan te zetten tot ander,
gezonder gedrag. Het aanzetten van patiënten(groepen) tot ander en gezonder gedrag vormt de
derde stap van de GVO cyclus. Dit gebeurt door gezondheidskundige interventies.
De systematiek van GVO zoals deze tot uitdrukking komt in de GVO cyclus wordt afgesloten met het
beoordelen van de effectiviteit van het hele proces. De evaluatie is zowel gericht op het beoordelen
van de effectiviteit van de gezondheidskundige interventie als van het hele proces dat daaraan vooraf
is gegaan.
De GVO cyclus van gezondheidskundige analyse tot evaluatie verloopt dus in vijf stappen. Het
systematisch doorlopen van deze stappen heeft als doel een gezondheidsprobleem op te lossen.
,ASE is een afkorting van:
-[ ] attitude
-[ ] sociale invloeden
-[ ] effectiviteit
Volgens het model zijn dit drie belangrijke factoren die van invloed zijn op gezondheidsgedrag. Het
zijn factoren die zich zowel in de mens als in de omgeving bevinden. Op grond van deze factoren
komt iemand tot gezondheidsgedrag. Iemand is zich doorgaans niet van al die factoren bewust. De
factoren worden ook wel gedragsdeterminantengenoemd.
Attitude betekent houding, in dit geval je houding ten opzichte van bepaald gedrag. Een attitude
ontstaat door een afweging van voor- en nadelen die de persoon aan het gedrag verbindt. Hoe
positief staat iemand ten opzichte van het gedrag. Die afwegingen van voor-en nadelen komen niet
altijd voortuit logische redeneringen en verstandelijke overwegingen. Ze komen ook voort uit
gewoontenen irrationele overtuigingen. Een attitude merk je aan het gedrag van een persoon.
Er zijn verscheidene sociale invloeden:
-[ ] Subjectieve normen: verwachtingen die in een bepaalde sociale context leven ten aanzien van
bepaald gedrag en de mate waarin je geneigd bent om je hier wat van aan te trekken.
-[ ] Sociale steun of sociale druk: meer directe invloeden van anderen. De term sociale druk wordt
gebruikt als er sprake is vaneen negatieve invloed op het gewenste gedrag. Wanneer anderen
steun bieden bij het nieuwe gedrag of de pogingen om gedrag te veranderen, noemen we dat
sociale steun.
-[ ] Waargenomen gedrag van anderen: het overnemen van attitudes en gedrag van anderen door
het observeren van andermans gedrag.
Met eigen effectiviteit wordt de inschatting bedoeld die iemand maakt van zijn eigen mogelijkheden
om bepaald gedrag te vertonen. Er wordt onderscheid gemaakt naar drie niveaus:
-[ ] de inschatting van de benodigde vaardigheden
-[ ] de inschatting van het gedrag in verschillende situaties, bijvoorbeeld de mogelijkheid om
gedrag te kunnen blijven vertonen in situaties van spanning
-[ ] de mate van zelfvertrouwen
,Het Health Field Concept (Lalonde, 1974) verdeelt de beïnvloedende factoren of determinanten van
gezondheid onder in vier categorieën:
-[ ] biologische factoren
-[ ] voorzieningen in de gezondheidzorg
-[ ] leefstijl
-[ ] omgeving
Binnen elk van deze vier categorieën kan er sprake zijn van ongelijkheid op basis van
maatschappelijke kwetsbaarheid. Opleiding, tewerkstelling en inkomen en de (andere)
determinanten van gezondheid en gezondheidsongelijkheid (vb. huisvesting, ervaringen in de
kindertijd, toegang tot gezondheidszorg) zitten in alle vier de categorieën uit het model van Lalonde.
‘Omgeving’ en ‘voorzieningen gezondheidszorg’ en ’leefstijl’ zijn effectief sociale determinanten van
gezondheid. In het geval van ‘biologische factoren’ gaat het over een ander soort van factoren die de
gezondheid beïnvloeden, maar ook hier kunnen sociale determinanten in beïnvloeden (vb. bij
gewicht).
Biologische factoren zijn de factoren binnen het individu. Ze kunnen zuiver biologisch bepaald of
erfelijk zijn, zoals geslacht, kleurenblindheid of een genetische aanleg voor bepaalde ziektes.
Daarnaast kunnen biologische factoren het gevolg zijn van de leefstijl of bepaald worden door de
omgeving. Dan gaat het om verworven biologische factoren. Voorbeelden daarvan zijn gewicht,
bloeddruk en longfunctie. Omdat we weten dat mensen in maatschappelijk kwetsbare situaties vaak
in ongezondere omgevingen wonen/werken/leven en dat zij meer drempels ervaren bij het
ontwikkelen van een gezonde leefstijl, hebben zij een hogere kans op bepaalde biologische factoren
die het risico op gezondheidsproblemen verhogen
, Bij de kwaliteit en organisatie van de gezondheidszorg gaat het onder andere over de kwaliteit van
de (medische) zorg, die sterk afhangt van groeiende wetenschappelijke inzichten. Maar ook de
organisatie van de curatieve en preventieve gezondheidszorg speelt een grote rol. Denk maar aan de
verplichte ziekteverzekering waardoor de zorg relatief goedkoop wordt, de evolutie in het aantal
geconventioneerde artsen en de opkomst van multidisciplinaire teams. Maar ondanks deze positieve
ontwikkelingen en de bescherming die elke burger geniet door de wet op de patiëntenrechten, zijn
bepaalde aspecten van de gezondheidszorg toch minder afgestemd en toegankelijk voor mensen in
maatschappelijk kwetsbare situaties. Zo blijkt bv. dat zij minder deelnemen aan
bevolkingsonderzoeken en minder vaak een vaste huisarts hebben.
Leefstijl verwijst naar een combinatie van gedragingen die gerelateerd zijn aan de gezondheid:
voedingsgewoonten, bewegingspatronen, omgaan met stress,… mensen in maatschappelijk
kwetsbare situaties ervaren een veelheid aan drempels voor een gezonde leefstijl die elkaar ook
nog eens versterken. En dat maakt het nog moeilijker om een gezonde leefstijl te hanteren en vol
te houden. Bijvoorbeeld: zorgen en stress leiden tot een beperkte mentale bandbreedte, terwijl die
net zo groot mogelijk moet zijn om het eigen gedrag te reguleren. Een beperkt of zwak sociaal
netwerk, bijvoorbeeld, zorgt ervoor dat de sociale steun ontbreekt om komaf te maken met
ongezonde gewoonten. Verschillende drempels hangen samen met sociale determinanten van
gezondheid, zoals het gebrek aan gezonde voedselvoorzieningen in de buurt, een eerder positieve
sociale norm rond roken, negatieve ervaringen in de kindertijd, en een gebrek aan financiële
middelen om een gezonde leefstijl te ontwikkelen en handhaven.
Omgeving: er zijn fysieke, sociaal-culturele, economische en politieke omgevingsfactoren die een
invloed uitoefenen op onze gezondheid. De omgeving kan zowel een directe als indirecte
impact hebben op gezondheid:
Een directe impact: bepaalde elementen in de omgeving, zoals fijn stof en geluidsoverlast, kunnen
de gezondheid rechtstreeks belasten. Mensen in maatschappelijk kwetsbare situaties worden vaker
en harder getroffen door deze directe impact, bijvoorbeeld omdat ze vaker in huizen van slechte
kwaliteit wonen, omdat ze in buurten wonen met veel fijn stof en/of geluidsoverlast, omdat ze een
zwak sociaal netwerk hebben enz.
Een indirecte impact: verschillende aspecten van de omgeving (fysiek, sociaal-cultureel, economisch
en politiek) hebben een invloed op de gezondheid, maar dan via het gedrag dat mensen stellen. Zo
zullen de prijs en nabijheid van gezonde voeding en ook het eigen beschikbare inkomen, het
eetpatroon beïnvloeden. Of zo kunnen de sociale norm en culturele praktijken (op zich weer
beïnvloed door opleiding en tewerkstelling) met betrekking tot roken een invloed hebben op het
eigen (huidige en/of toekomstige) rookgedrag. Door factoren zoals buurten met weinig gezond
aanbod, de prijs van gezonde voeding en een zwak sociaal netwerk om op terug te vallen
bijvoorbeeld, worden mensen in maatschappelijk kwetsbare situaties ook vaker en harder
getroffen door deze indirecte impact van omgeving op gezondheid.