Wederrechtelijkheid
Wederrechtelijkheid is het normoverschrijdende karakter van een gedraging. Het gaat steeds om de
vraag: wat wil men om welke reden strafbaar stellen.
Wederrechtelijkheid is niet altijd opgenomen als bestanddeel. Dat laat onverlet dat sprake moet zijn
van wederrechtelijkheid. Sommige begrippen in een delictsomschrijvingen bevatten een
wederrechtelijk karakter, zoals mishandelen, binnendringen, ontuchtige.
Relevant in het kader van wederrechtelijkheid is dat het tegen de wil is van de ander. Oftewel,
zonder toestemming. In bepaalde gevallen wordt wederrechtelijkheid niet aangenomen, oftewel er is
sprake van toestemming van het slachtoffer:
- Toestemming van het slachtoffer (sport en spel / ontgroeningssituatie Leestafel zooien)
o Valt de ernst van het letsel binnen het risico dat het slachtoffer aanvaard door
deelname aan het spel.
o Deelnemers aan de sport hebben tot op zekere hoogte gevaarlijke gedragingen over
en weer van elkaar te verwachten, mits de sport duidelijk afgebakende spelregels
kent. Deze spelregels zijn van belang voor de grenzen van wederrechtelijkheid.
dit geldt niet voor gedragingen die los staan van de spelsituatie.
Desalniettemin kan ook binnen de sportsituatie sprake zijn van
wederrechtelijkheid. Bijvoorbeeld als de spelers de spelregels op een
dusdanige wijze schendt en zo gevaarlijk handelt dat wederrechtelijkheid van
toepassing is.
- Ouderlijke tuchtingsrecht: tik van de ouders. Vroeger meer geaccepteerd dan nu.
- Medisch beroepsrecht: medisch geïndiceerd met het oog op concreet behandelingsdoel.
Wordt volgens de regelen der kunst verricht en met toestemming van de betrokkene.
o Bij euthanasie gaat het niet om medisch beroepsrecht, want het is geen normaal
medisch handelen.
In bepaalde gevallen wordt wederrechtelijkheid opgeheven:
- De leer van de formele wederrechtelijkheid: rechtvaardigingsgronden die de
wederrechtelijkheid weghalen, zoals noodtoestand, noodweer, ambtelijk bevel en wettelijk
voorschrift
- De leer van de materiele wederrechtelijkheid: de wederrechtelijkheid van een daad
ontbreekt op gronden die niet door de wetgever zijn voorzien (er zijn dus geen
rechtvaardigingsgronden).
o Handelen is niet strafbaar als het doel een evident voordeel heeft voor de rechtsorde
(Veearts arrest).
- Leer van sociale adequatie: handelen is niet strafbaar indien het past binnen het
verwachtingspatroon dat van die persoon in die functie verwacht mag worden
- Leer van subsocialiteit: handelen is niet strafbaar als geen gevaar voor de samenleving wordt
opgeroepen
- Creatieve interpretatie: handelen is niet strafbaar indien t.a.v. het strafbaar gestelde gedrag
bepaalde aspecten worden ingelezen van een nader veroorloofde norm.
Er zijn twee manieren om wederrechtelijkheid uit te leggen:
- Enge uitleg wederrechtelijkheid: iedere strafbepaling die het begrip wederrechtelijkheid
bevat, komt een eigen specifieke betekenis toe in overeenstemming met het doel en de
strekking van de bepaling. Oftewel: de plaats van het begrip wederrechtelijkheid bepaalt
waarop de wederrechtelijkheid betrekking op heeft. Vaak is dat direct het begrip ná
wederrechtelijkheid.
1
, - Ruime uitleg wederrechtelijkheid: wederrechtelijkheid als strijd met het objectieve recht
(geschreven en ongeschreven recht). Dus als sprake is van strijd met normen van behoren,
maatschappelijke betamelijkheid.
De ruime uitleg wordt vaak toegepast bij vermogensdelicten door de HR. Bijvoorbeeld als je je eigen
gestolen fiets in de winkel ziet, er een proefrit op maakt en vervolgens niet meer terugbrengt. Ookal
zou de fietsenwinkel geen recht hebben op de fiets, eigenrichting wordt niet geduld. Het gaat dus
kortom om de weg waarlangs het resultaat wordt bereikt (zich voordoen als potentiële koper van de
fiets) en niet zozeer het resultaat dat onrechtmatig moet zijn (de fiets weer in eigen handen hebben).
Relevante omstandigheden om wederrechtelijkheid aan te nemen:
- Sport en spel situaties
- Leestafel Zooien arrest
Zeer gevaar zettend handelen en niet door duidelijk afgebakend spel. Valt de ernst van het letsel
binnen het risico van het slachtoffer door deelname aan het spel? Wordt het daarmee redelijkerwijs
aanvaard, ofwel stilzwijgend toestemming gegeven voor mogelijke kwetsuren binnen de grenzen van
dat aanvaarde risico?
Relevante overwegingen:
- Past de gedraging binnen de sport en spel situatie? Valt de gedraging feitelijk en evident
buiten het spel? Of wordt met de gedraging de spelregel op flagrante wijze overtreden?
Causaliteit
Causaliteit is het verband tussen de oorzaak en het gevolg. In bepaalde gevallen is dit eenvoudig vast
te stellen, maar op het moment dat er meer factoren aanwezig zijn tussen de oorzaak en het gevolg
kan het problemen opleveren. Bij causaliteit gaat het om de vraag dat een gevolg intrad doordat de
gedraging werd gepleegd. Dus niet nadat de gedraging is gepleegd.
In een aantal gevallen wordt causaliteit veronderstelt aanwezig te zijn, namelijk bij:
- Voorwaardelijke opzet, ten bewijze waarvan moet worden vastgesteld dat de dader willens
en wetens een aanmerkelijke kans heeft aanvaard op het intreden van een bepaald gevolg;
- Culpoze gevolgsdelicten, waarbij het schuldverband tussen de onvoorzichtigheid en het
ingetreden gevolg eveneens causaliteit omvat;
- Daderschap van de rechtspersoon, voor de vaststelling waarvan relevant kan zijn dat deze
niet de nodige zorg heeft betracht ter voorkoming van de verboden handeling;
- Strafbare poging, waarvan slechts sprake kan zijn bij een begin van uitvoering van het
misdrijf;
- Ontoerekenbaarheid, voor de vaststelling is vereist dat sprake is van een causaal verband
tussen de daders geestelijke stoornis en het gepleegde feit;
- Noodweerexces, waarbij de heftige gemoedsbeweging als gevolg waarvan men zich zwaarder
verweert dan strikt noodzakelijk is, moet zijn voortgevloeid uit de aanranding door de
aanvaller.
Relevante causaliteitsleren:
- Conditio sine qua non: als de oorzaak van een gebeurtenis is te beschouwen als het geheel
van daaraan voorafgaande factoren die invloed hebben uitgeoefend op het ontstaan van die
gebeurtenis.
o Csqn gaat zover dat als je een brandgevaarlijk huis verhuurd, en iemand steekt het in
de brand waardoor de bewoner overlijdt, de verhuurder aansprakelijk gesteld kan
worden.
o Csqn is de ondergrens van causaliteit, maar niet de heersende leer.
2
, - Causa proxima: de factor/omstandigheid die het dichts bij het ingetreden gevolg staat wordt
als oorzaak aangewezen. Deze leer heeft weinig betekenis in het strafrecht.
- Adequate veroorzaking: de voorzienbaarheid van het strafbare gevolg staat centraal. De
voorzienbaarheid is een soort maatman voorzienbaarheid. Welke handeling is geschikt
(adequaat) voor het gevolg? Was het gevolg te voorzien voor de verdachte?
Redelijke toerekening als causaliteitsleer
Redelijke toerekening is de heersende leer. De feitenrechter moet aan de hand van concrete
factoren motiveren waarom het in een voorkomend geval redelijk is een gedraging aan te merken als
de strafrechtelijke relevante oorzaak van een ingetreden gevolg. Welke factoren zijn dat:
- De aard van de gedraging: indien de door de verdachte verrichte gedraging naar haar aard
geschikt is om het gevolg in het leven te roepen, dan wel dat de kans op het intreden van
het gevolg in significante mate verhoogt, wordt redelijk snel de gedraging toegerekend aan
de verdachte.
o Aortaperforatie arrest: verdachte stak iemand neer. Tijdens medische behandeling
wordt aorta geperforeerd, medische fout. Verdachte zegt, is niet mijn schuld dat ie is
overleden. HR zegt dat iemand de medische fout niet verhindert dat de dood door de
verdachte teweeg is gebracht door de messteken.
o Dit is anders bij een verkeersongeval waarbij een beenbreuk ontstaat. Door
toediening van narcose overlijdt het slachtoffer vervolgens. De eerdere gedraging,
verkeersongeval, kan dan niet zomaar worden gezien als oorzaak van de dood. Deze
is namelijk niet naar zijn aard geschikt voor het ingetreden gevolg.
o Wel geldt dat je een slachtoffer neemt zoals hij is. Dus eventuele persoonlijke
gezondheidsproblemen van het slachtoffer, komen in beginsel ook voor rekening van
de verdachte.
- Opzet van de dader. Als de opzet was gericht op het ingetreden gevolg, kan vaststelling
hiervan bijdragen aan de toerekening ervan aan de dader.
- Ratio van de delictsomschrijving: de te beschermen belangen bij de delictsomschrijving /
achtergrond en strekking van de delictsomschrijving.
- Complexe causale keten, bijvoorbeeld ingeval van enig tijdsverloop tussen de initiële
gedraging en het ingetreden gevolg, of ingeval van een bijdrage van het slachtoffer aan het
gevolg.
o Dwarslaesie arrest: verdachte schiet op slachtoffer. Slachtoffer krijgt hierdoor
longinfectie. Gevolg van de longinfectie is zeer korte levensprognose en verlamming.
Slachtoffer besloot de behandeling van de infectie niet toe te staan, omdat hierdoor
mensonwaardig leven zou ontstaan (verlamming). HR oordeelde dat verdachte de
omstandigheid in het leven heeft geroepen die het slachtoffer ertoe heeft gebracht
de beslissing te nemen af te zien van medische behandeling.
o Een gelijksoortige casus deed zich voor bij een slachtoffer dat door zwavelzuur was
overgoten door een verdachte. Hierdoor ontstonden bizarre verminkingen die
anderhalf jaar later nog steeds zoveel pijn deden, dat het slachtoffer zelfmoord
pleegde. De verdachte werd verantwoordelijk gehouden, omdat het aan hem was te
wijten dat het slachtoffer in de situatie terecht was gekomen.
o Ook bij een verkeersongeval kan hiervan sprake zijn. verdachte reed erg hard,
slachtoffer had gordel niet om. Aanrijding, slachtoffer vloog uit de auto. Verdachte
zei dat het aan het slachtoffer te wijten was dat ze uit het raam vloog, want met
gordel was dat niet gebeurd. HR zei dat de relevante oorzaak niet de gordel was,
maar het rijgedrag van de verdachte.
- Relevant in dit soort casuïstiek is dat de aard van de gedraging geschikt is voor het gevolg en
dat het medisch handelen noodzakelijk was als gevolg van de gedraging van de verdachte &
het letsel was al potentieel dodelijk.
3