Historische context 1
Steden en burgers in de lage landen (1050-1700)
13. De opkomst van handel en ambacht die de basis legde voor het herleven van een agrarisch-
urbane samenleving.
14. De opkomst van de stedelijke burgerij en de toenemende zelfstandigheid van steden.
17. Het begin van staatsvorming en centralisatie
21. De protestantse reformatie die de splitsing van de christelijke kerk in West-Europa tot gevolg
had.
22. Het conflict in de Nederlanden dat resulteerde in de stichting van een Nederlandse staat.
23. Het streven van vorsten naar absolute macht.
24. De bijzondere plaats in staatkundig opzicht en de bloei in economisch en cultureel opzicht van
de Nederlandse Republiek.
1.1 Opbloei van handel en nijverheid in Vlaanderen
Ontginningen in Vlaanderen
De landbouw in Vlaanderen groeide in de vroege middeleeuwen (10 e eeuw)
- Vruchtbare grond
- Ontgingingen en inpolderingen (bevolkingsgroei -> toenemende vraag naar voedsel -> land
geschikt maken voor voedselproductie)
- Ontwikkeling van de keerploeg
- Paarden in plaats van ossen als trekdier
- Tweeslagstelsel vervangen door drieslagstelsel
Grote voedselproductie -> bevolkingsgroei -> nieuwe ontgingingen noodzakelijk.
Edelen en kloosters waren betrokken bij de grootschalige ontgingingen in de 10 eeuw.
In de 11e en 12e eeuw breidden de ontgingingen uit in de richting van Holland.
Handel en nijverheid
Ontgingingen -> meer voedselproductie -> deel bevolking kon zich gaan richten op productie van
andere producten -> opkomst van handel en ambacht. Ambachtslieden vestigden zich in een
nederzetting met een marktfunctie en gingen producten maken die voorheen boeren zelf
produceerden. Boeren kwamen daar weer hun landbouwoverschotten verhandelen -> toename
handel (late middeleeuwen) -> geldstelsel noodzakelijk i.p.v. handel in natura. Ook op het platteland:
oogst en diensten van horigen werden omgezet in een geldbedrag -> ontstaan van een monetaire
economie (= economie met geld als ruilmiddel).
Stedengroei en stadsrechten
Handel en nijverheid -> herstel geldstelsel: landbouwsamenleving veranderde in een
landbouwstedelijke samenleving.
Voordeel adel: groei van de steden -> rijke stedelingen betalen meer belastingen dan de horigen op
het platteland.
Voordeel platteland: vermindering plichten voor horigen op het platteland. Dat kwam doordat
horigen naar de stad vertrokken en dat wilde de adel voorkomen.
Deze nieuwkomers in de stad maakte groei van de steden mogelijk. Na één jaar en één dag werd
men een vrije burger. Deze aspirant-poorters (inwoners met stadsrechten) kregen privileges ->
stadsrechten.
Atrecht
Atrecht in Zuid-Vlaanderen kende een stadsgroei door:
1. Vruchtbare grond
2. Goede Romeinse wegen
3. Goede verbinding met het Noorden door rivieren
Dus (in de twaalfde eeuw) stadsgroei -> bonum commune (= stadsgemeenschap waarin burgers en
stadsbestuur zich verantwoordelijk voelen voor welvaart en welzijn). Belangen (stadsrechten):
1. Zelfbestuur
2. Eigen rechtsspraak
3. Eigen militaire bescherming (muur, schutterij)
4. Handel reglementeren (jaarmarkt)
5. Handhaving van orde en rust
In ruil voor veel geld (belastingen, leningen) kregen meer rechten. Zo benoemde de graaf enige
stedelingen tot schepen (rechter in de stad). Zij vormden een rechtbank waardoor handelaren bij een
conflict niet meer hoefden te wachten tot de graaf in de stad was voor een uitspraak. Ook
bestuurlijke functie en beheren van de stadsfinanciën.
Ambachten
Atrecht handelde vooral in graan en wol -> textielnijverheid (met innovatie -> verbetering kwaliteit
en productiesnelheid).
Handwerkslieden organiseerden zich in gilden (= samenwerkingsverband van ambachtslieden die in
een stad hetzelfde beroep beoefenen).
1. Regelde religieuze en sociale zaken: soort sociale verzekering, voor elkaar zorgen in
armoede.
2. Economisch: controle op kwaliteit van producten
Zo zorgden gilden dus ook voor een bonne commune, want ze bevorderen de nijverheid en
handel, en daarmee de welvaart van de stad.
Atrechtse handelaren
Atrecht had een veilige markt door marktvrede en een strenge rechtsspraak.
Handel strekte zich uit naar steden buiten Vlaanderen: interregionale handel (12 e/13e eeuw). De
keizer schonk privileges als tolvrijheid en toegang tot steden in het Heilig Romeinse Rijk.
Koopliedengilden uit verschillende steden zochten contact met elkaar en organiseerden zich in een
Hanze (=onderling verbond om elkaar te steunen bij interregionale handel). Het zorgde voor
gewapende bescherming bij vervoer, het verdedigde de belangen van de handelaren en gaf juridisch
hulp bij rechtszaken.
Atrecht als financieel centrum
Dankzij contact met Noord-Italië kwam men in aanraking met wisselbrieven (= document met
daarop een geldbedrag dat elders opgeëist kan worden of als betaalmiddel kan dienen). Zo hoefden
men niet met contant geld te reizen en renteverbod van de kerk omzeilen -> veilig bezittingen
vervoeren -> winsten namen toe -> geld uitlenen aan edelen en koningen (armer door oorlog) en
innovaties (in nijverheid, handel, ontgingingen) doorvoeren -> handelaren werden rijker -> nog meer
privileges kopen -> nog meer macht in bestuur en rechtsspraak.
Sociale groepen
In de steden waren grote sociale verschillen.
1. Het patriciaat: rijke families door hun bezittingen en deelname aan de handel. Door hun
toezicht op de gilden beheersten zij de handel en de nijverheid.
2. Nieuwe rijken: nieuwkomers in de stad die rijk waren geworden in de handel.
3. Gildemeesters
4. Gildelieden: binnen de gilden was ook nog een sociale gelaagdheid. Zo stonden scheerders
hoog en vollers laag.
5. Arbeiders: niet georganiseerd en geen vast werk
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper lucillepater. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,49. Je zit daarna nergens aan vast.