Groupdynamics
Hoofdstuk 3 Inclusie en Identiteit
Drie interrelateerde processen bepalen de relatie tussen individuen en groepen: inclusie en
exclusie, individualisme en collectivisme, persoonlijke identiteit en sociale identiteit.
Van isolatie naar inclusie
Behoefte om erbij te horen
Mensen hebben een behoefte om erbij te horen: het algemene verlangen om mee te
doen met andere mensen, waarin, wanneer ontevreden, het een bepaalde spanning en
verlangen veroorzaakt.
Eenzaamheid is soms belonend, maar verlengde isolatie en zeer stressvol
Groepen helpen leden om basisvormen van eenzaamheid (cognitieve en
affectieve bedrukte stemming kan verdriet, verslagenheid, zelfspot, verveling
bevatten wanneer iemands relaties als te weinig of niet voldoende worden ervaren) te
vermijden, dit is
o Sociaal: komt voor wanneer mensen afgesloten voelen van hun netwerk met
vrienden en groepsleden
o Emotioneel: wanneer mensen een gebrek aan een langetermijn,
betekenisvolle, intieme relatie met iemand anders missen.
Individuen met een tot drie graden van scheiding (de hoeveelheid stappen in
een relatie nodig om een persoon aan een ander persoon in een netwerk te linken)
van een eenzaam individu hebben een grotere kans om zelf eenzaam te worden.
Inclusie en exclusie
Inclusie-exclusie continuüm:
Ostracisme, opzettelijke exclusie van groepen door negeren of verbanning, is zeer
stressvol, blijkt uit zelf-verslagen van negatief affect in alledaagse situaties en andermans
reacties in experimentele studies van exclusie.
Williams’ tijdelijke behoefte-dreiging model van ostracisme identificeert een
drie-stage reactie op exclusie
o Reflexief: negatieve gevoelens die duidelijk maken dat er iets mis is
o Reflectief: minimaliseren van deze negatieve emoties; mislukt?:
o Berusting: vervreemding, hopeloosheid, verlies van zelfwaard een depressie
Exclusie kan een fight-flight reactie opwekken, een tend-and-befriend
reactie of in sommige gevallen geweld richting de bron van exclusie.
Individuelen kunnen ook negatief reageren op exlcusie van computer-gemedieerde
nteractie: cyberostractisme.
, Inclusie en menselijke natuur
Evolutionaire psychologie stelt dat de behoefte om erbij te horen komt uit natuurlijke selectie
waarbij individuen die in groepen zaten een grotere overlevingskans hadden.
De sociometer theorie stelt dat zelfvertrouwen individuen functioneert als de
mate van inclusie of exlusie in sociale groepen.
De intense negatieve reacties die meeste mensen ervaren wanneer we worden
buitengesloten worden geassocieerd met specifieke hormonale en neurologische
processen.
Studies van het brein met gebruik van fMRI technologie en de effecten van
analgesics op emotionele reacties op afwijzing suggereren dat de pijn van exlcusie
behouden wordt door dezelfde biologische systemen van verantwoordelijkheid voor
de ervaring van fysiologische pijn
Van individualisme naar collectivisme
Creeëren van cooperatie
Individualisme en collectivisme zijn onderscheidbaar in hun relatieve nadruk op
individuen en groepen. Triandis identificeert vier onderscheidende verschillen tussen deze
twee oriëntaties: sociale relaties, sociale verplichtingen, sociale doelen en zelf-concepten.
Sociale relaties: collectivisme ondersteunt gemeenschappelijke relaties
(behoeftes en interesses van andere tegenkomen in plaats van je eigen persoonlijke
uitkomsten maximaliseren), terwijl individualisme uitwisselingsrelaties
(uitwisselen van waardevolle ervaringen en beloning onder leden) ondersteunt, en
toewijzing gebaseerd op de norm van reciprociteit (sociale standaard dat
individuen terugbetalen in goedaardigheid wat ze ontvangen van anderen). Delen
met anderen is meer aanwezig in een collectivistische cultuur, zoals gesuggereerd
door reactie op het ultimatum spel: een situatie met een individu die een
verdeling van gedeelde bronnen aan andere mensen moet voorstellen, als anderen
dat voorstel verwerpen krijgt niemand iets van de bronnen.
Sociale verplichtingen: groepen met collectivistische groepsculturen
benadrukken loyaliteit, hierarchie en conformiteit meer dan individualistische
groepen.
Sociale doelen: wanneer leden beloningen krijgen door coöperatieve goal-seeking,
kan de verdeling van deze beloningen gebaseerd zijn op de gelijkheidsnorm
(gelijk onder alle leden: collectivistisch) en de vermogensnorm (op basis van
persoonlijke input: individualistisch).
De sociale self
Zelf-concepten: persoonlijke identiteit is iemands zelfconcept op basis van
persoonlijke kwaliteiten die de individu onderscheidt van anderen, terwijl sociale
identiteit is iemands zelf-concept op basis van relaties met anderen.
Individualistische identiteiten benadrukken hun persoonlijke kwaliteiten en
interesses boven die van de groep, terwijl collectivistische identiteiten de
groepskwaliteiten en interesses boven die van de zichzelf benadrukken.
Culturen variëeren in hun relatieve nadruk op individualisme en collectivisme. Mensen die in
collectivistische culturen lezen denken over zichzelf als een groepslid en daarna pas als een
individu, terwijl mensen in individualistische culturelen meer zelfgericht dan groepsgericht
zijn.
Brewer onderscheidt tussen twee groepslevel ‘selves’: de relationele self en de
collectieve self. De optimale onderscheidstheorie suggereert dat individuen
streven naar een optimale balans tussen hun persoonlijke en collectieve identiteiten: lid zijn
van een groep, connectie met vrienden, behoefte voor autonomie en onderscheid.