Samenvatting gezin, opvoeding en hulpverlening (pedagogische wetenschappen/ universitaire pabo). Op basis van deze samenvatting beoordeeld met een 8.1.
Een theorie is een verzameling van algemene wetten of principes die een situatie of gedrag kan verklaren. In
theorieën worden volgorde en richtingen aangegeven.
- Organiseren van kennis (versimpelen van iets ingewikkelds)
- Zoeken regelmatigheden en patronen en voegen deze samen tot algemene principes.
Klassieke theorieën:
- Gehechtheidstheorie (Bowlby, Ainsworth): kinderen zoeken nabijheid van degenen met wie ze een
gehechtheidsrelatie hebben.
- Leertheorie: conditioneren als belangrijkste factor op ontwikkeling en socialisatie.
• Klassiek conditioneren (Pavlov): reflexmatig leren.
OCS (ongeconditioneerde stimulus) (voer) > OCR (ongeconditioneerde respons) (kwijl)
OCS + CS (geconditioneerde stimulus) (neutrale stimulus) (bel) > OCR
CS > CR (geconditioneerde respons)
Geconditioneerd: aangeleerd, ongeconditioneerd: niet aangeleerd.
Generalisatie: hond kwijlt bij andere geluiden.
• Operant conditioneren (Skinner): leren door beloning en straffen.
Beloning (bekrachtiging/reinforcement): gedrag neemt toe.
Positieve beloning (iets toevoegen): levert iets prettigs op.
Negatieve beloning (iets wegnemen): iets vervelends wordt weggenomen.
Straffen (punishment): gedrag neemt af.
Positieve straffen (iets toevoegen): levert iets onprettigs op.
Negatieve straffen (iets wegnemen): iets prettigs wordt afgenomen (positive
withdrawal: iets positiefs wegnemen).
Biologische en ecologische theorieën:
- Evolutionaire ontwikkelingspsychologie (Darwin): de sterkste van de groep kan zich het beste
aanpassen.
- Gedragsgenetica: kinderen nemen gedragskenmerken van ouders overs door overerving (genotype,
fenotype, shared environment).
- Ecologische systeemtheorie (Bronfenbrenner): het kind groeit op in een systeem en is onderdeel van
een grotere context. Omgeving waarin je opgroeit heeft invloed op je leven (micro, meso, exo, macro).
Sociale theorieën:
- Sociaal cognitieve theorie:
Patterson Coercive cycle: wederzijdse bekrachtiging (ouders versterken onbedoeld probleemgerag van
het kind, wat negativiteit van de ouder uitlokt, enzovoorts) (ouder geeft toe).
Bandura’s sociale leertheorie (parental modelling): gedrag nadoen (directe invloed).
- Sociale relatietheorie (Bell): ouder heeft invloed op het kind, maar het kind heeft ook invloed op de
ouder (ouder en kind beïnvloeden elkaar).
- Opvoedroltheorie: betreft de status van verschillende gezinsrollen en de verwachtingen, gedragingen
en plichten die deze rollen met zich mee brengt.
Rolconflict: conflict tussen twee verschillende rollen (ouder en werknemer).
Rol strain: spanning tussen rollen met dezelfde status (zorg voor kind en zorg voor oudere).
- Vygotsky’s theorie: zone van naaste ontwikkeling (kinderen ontwikkelen door ze iets te laten doen met
behulp van een volwassene (wat ze alleen niet kunnen)) (ouders en andere sociale rollen spelen een
belangrijke rol).
- Zelfdeterminatietheorie (Deci & Ryan): gaat uit van 3 psychologische basisbehoeften: competentie
(vaardigheden), verbondenheid, autonomie.
Gezinssysteemtheorieën:
- Systeemtheorie (Bowen): houdt rekening met de relaties tussen alle gezinsleden (gezinspatronen,
gezin als geheel). Het ziet het gezin als een emotionele eenheid van waaruit problemen kunnen
worden verklaard.
, Emotionele theorieën:
- Emotionele veiligheidstheorie (Davies & Cummings): conflict vs regulatie. De interactie tussen ouders
en de invloed daarvan op kind. Kinderen die hun ouders ruzie zien maken, worden bang dat er kans is
op een scheiding (veel conflict kan de emotionele veiligheid van het kind schaden).
Ontwikkelingstheorieën:
- Piaget: cognitieve ontwikkeling verloopt via een reeks universele en onveranderlijke stadia.
- Erikson: elk levensstadium heeft zijn eigen psychosociale challenges die opgelost moeten worden om
naar het volgende stadium te gaan (ouders hebben een belangrijke rol).
Socialisatie: wat heeft je gevormd tot wie je bent? het proces waarbij individuen skills, gedrag, waarden en
motivaties leren die nodig zijn om in een cultuur te functioneren (bedoeld en onbedoeld).
- Primaire socialisatie: in een primaire groep (gezin, vriendengroep) = opvoeding.
- Secundaire socialisatie: in een meer formele groep (school, werk, gemeenschap).
- Tertiaire socialisatie: cultuur.
Verschil opvoeding en socialisatie (opvoeding is een vorm van socialisatie):
Goede relaties zijn van belang voor de gezondheid en ons welzijn. Het effect van relaties op de gezondheid is
groter dan roken en overgewicht.
The need to belong (belongingness hypothese): ieder mens heeft behoefte aan relaties. Dit is fundamenteel
(zonder relaties kan je niet leven) (gezin vervult de fundamental need to belong). Daarvoor is nodig:
1. Frequente, harmonieuze, wederkerige interpersoonlijke interacties
2. In een stabiele en langdurige context van affectieve bezorgdheid om elkaar.
The need to belong stamt uit de evolutie. Sociale relaties kunnen mensen namelijk helpen om te overleven en
zich voort te planeten. Mensen in groepen helpen elkaar.
Wetenschappelijke theorie: een theorie die is getest en bevestigd.
Lekentheorie: niet-wetenschappelijke theorie die niet bevestigd/bewezen is (geen empirisch bewijs).
Week 2
Onderzoeksbenaderingen van opvoeding (gaat over de vraag waar je naar kijkt als je onderzoek doet naar
opvoeding (kind, ouders, omgeving, etc.))
Parenting traits: stabiele kenmerken van ouders die het gedrag van kinderen beïnvloeden (opvoedgedrag).
Social learing: kinderen leren van ouders (spiegelen) (leren van opvoedstijl van ouders).
Social address: normen en waarden over hoe je je moet gedragen (verschilt per cultuur).
Parent cognition: cognities (beelden, gedachten) van de ouders.
Determinant/voorspeller > uitkomst
Unidirectioneel verband: gaat maar 1 kant op.
- Ouder > kind
- Kind > ouder
Bidirectioneel model: ouder en kind beïnvloeden elkaar.
- Ouder <> kind
Bivariaat: 1 voorspeller en 1 uitkomst.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper destiny2002. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €7,99. Je zit daarna nergens aan vast.