Samenvatting Financial Accounting
EPE
H1 Externe verslaggeving: relaties met andere vakgebieden en ontwikkeling
1.1 Afbakening van het vakgebied
1.1.1 Doelstellingen en belanghebbenden
Definitie van een organisatie, een samenwerkingsverband van mensen en middelen dat is
gericht op het realiseren van bepaalde doelstellingen. Een productieorganisatie, waarbij de
productie ruim moet worden opgevat en mede handel en dienstverlening behelst. De
doelstellingen van een organisatie:
Het behalen van winst
Het verkrijgen van een bepaalde marktpositie
Het leveren van een bijdrage aan haar maatschappelijke verantwoordelijkheden,
zoals het verschaffen van werkgelegenheid en de zorg voor een schoon milieu.
Dit zijn dan ook doelstellingen die zijn afgeleid van de belanghebbenden. Deze
belanghebbenden zijn:
De leiding van de organisatie en haar overige werknemers
De eigenaren van de organisatie, de aandeelhouders
Andere feitelijke en potentiële vermogensverschaffers, banken en beleggers
Afnemers en leveranciers
Overheid, met de name de fiscus
Vakbonden
De belanghebbenden willen kunnen beoordelen of hun doelstellingen met betrekking tot de
organisatie worden gerealiseerd. Ze willen geïnformeerd worden over het financiële reilen
en zeilen van de organisatie. Onderscheid kan worden gemaakt door een interne en externe
informatieverschaffing.
1.1.2 Interne en externe informatieverschaffing
Interne informatieverschaffing is gericht op de informatiebehoefte van de leiding voor het
nemen van de beslissingen en het beheersen van het productieproces. Management
accounting (interne berichtgeving), hier zijn geen wettelijke regels van toepassing; het is een
interne aangelegenheid beschouwd op welke wijze en in welke mate de leiding
geïnformeerd wil worden.
Externe informatieverschaffing is gericht op de informatiebehoefte van derden voor hun
oordeelsvorming en/of besluitvorming ten aanzien van de organisatie; het is mede bedoeld
om verantwoording af te leggen over het gevoerde beleid. De derden zijn de genoemde
belanghebbenden, met uitzondering van de leiding. Door middel van jaarverslaggeving,
tussentijdse berichtgeving. Financial accounting (externe verslaggeving), hier zijn wel
wettelijke regels opgesteld, de wetgever heeft geacht dat de ondernemingen financiële
informatie openbaar maken (publicatieplicht). Titel 9 van Boek 2.
Verschillende tussen de interne en externe informatieverschaffing:
Interne, vind er een doorlopende informatieverschaffing plaats. De leiding heeft
alleen de actuele informatie nodig voor het nemen van beslissingen en het
beheersen van de bedrijfsprocessen. Externe, is de frequentie van berichtgeving
minder groot.
Interne informatie is veelal zeer gedetailleerd, terwijl het externe veel meer om het
globale beleid van de organisatie gaat.
, Interne informatie is sneller beschikbaar voor de leiding dan externe informatie over
de externe belanghebbenden. De interne jaarrekening wordt vrij snel na afloop van
het verslagjaar beschikbaar gesteld dan de externe die later beschikbaar is.
Bij de externe verslaggeving kan de neiging bestaan om een rooskleuriger beeld van
de financiële positie van de onderneming voor te spiegelen dan overeenkomst met
de werkelijkheid. Intern is dit niet aan de orde.
1.1.3 Samenhang met andere vakgebieden
Management en financial accounting hebben beide de betrekking op het geven de financiële
informatie. Ze steunen hierop de boekhouding die de informatie verschaft door middel van
de balans en de resultatenrekening. De techniek van het boekhouden is het terrein van de
bedrijfsadministratie. Dit is weer een onderdeel van de administratieve organisatie, die is
gericht op het in goede banen leiden van de informatiestromen. Deze moeten zijn
afgestemd op de eisen van de interne en externe verslaggeving.
De wettelijke regels van de externe verslaggeving bepalen welke informatie verstrekt moet
worden en schrijven soms dwingende waarderingsgrondslagen voor de balans en
resultatenrekening voor. Er is dan een nieuwe samenhang tussen financial accounting en
ondernemingsrecht, het jaarrekeningenrecht.
De belastingdienst heeft ook behoefte aan de externe informatie. Dit gaat over de financiële
gegevens om de inkomstenbelasting en vennootschapsbelasting te kunnen doen. Er wordt
zo een fiscale jaarrekening opgesteld. Deze moet onderscheiden worden van de externe
jaarrekening, want hier gelden afzonderlijke regels, namelijk de bepalingen die in de wet op
de inkomstenbelasting en de wet op de vennootschapsbelasting zijn vastgelegd. Het terrein
van het belastingrecht.
Drie soorten jaarrekeningen:
De interne jaarrekening ten behoeve van de leiding
De externe jaarrekening ten behoeve van externe belanghebbenden
De fiscale jaarrekening ten behoeve van de fiscus
Er zijn ook raakvlakken tussen financial accounting en financiering. De jaarrekening geeft de
financiële structuur van de onderneming weer.
1.2 De externe jaarrekening
De jaarrekening is het geheeld van de balans en winst- en verliesrekening
(resultatenrekening) en de toelichting daarop.
1.2.1 Balans en resultatenrekening
Een balans is een momentopname van de waarde van de activa en de passiva van de
onderneming. De activa geeft de investeringen ten behoeve van het productie- en
verkoopproces weer. Het zijn de economic resources van de onderneming. Een
bedrijfsmiddel dient in beschikkingsmacht van de onderneming te zijn en zal het naar
verwachting economische voordelen opleveren. De vaste activa is het vermogen op lange
termijn, gebouwen en machines. Vlottende activa is het vermogen op korte termijn,
voorraden, debiteuren en liquide middelen.
Passiva geeft het vermogen weer dat verkregen is ter financiering van de activa. Het eigen
vermogen is verschaft door de eigenaren en staat voor een onbepaalde tijd van de
onderneming. Het is geen permanent vermogen, eigenaren kunnen altijd bij het geld. Het is
een risicodragend vermogen of ondernemend vermogen: de vergoeding voor het ter
,beschikking stellen van eigen vermogen. Eigenvermogenverschaffers komen als laatste in
aanmerking voor terugbetaling. Of het inhouden van de winst staat hierin. Vreemd
vermogen is het tijdelijk vermogen dat ter beschikking wordt gesteld door de schuldeisers.
Het is risicomijdend of niet-ondernemend vermogen, de vergoeding is onafhankelijk van het
presenteren van de onderneming, komen wel als eerste in aanmerking voor de
terugbetaling. Het is niet risicoloos, bij faillissement kunnen ze ook met lege handen komen
te staan. Langlopende schulden, schulden langer dan een jaar, hypothecaire lening en
obligatielening. Kortlopende schulden, schulden korter dan een jaar, crediteuren en nog te
betalen belasting. Voorziening het gaat hier om de verplichting waarvan de omvang en
tijdstip van nakoming niet exact bepalend zijn.
Het onderscheid tussen het eigen en vreemd vermogen is bijvoorbeeld bij een
converteerbare obligatie, een lening waarbij de obligatiehouders het recht hebben om onder
bepaalde voorwaarden hun stukken in te wisselen voor aandelen. De rentevergoeding is
normaal lager dan de marktrente op het moment van uitgifte van de lening. Een
converteerbare obligatie is aantrekkelijker dan een gewone obligatie, hierdoor zullen bij een
converteerbaar genoegen nemen met een lagere rentevergoeding. Het gevolg is dat de
contante waarde van een rente- en aflossingsverplichting van een converteerbare
obligatielening lager is dan het door de onderneming verkregen bedrag van de uitgegeven
obligaties, als gevolg dat er agio ontstaat.
Materiële activa, als duurzame productiemiddelen en voorraden gaat het om hoeveelheden
die moeten vertaal in geld.
Monetaire posten, als vorderingen en liquide middelen en schulden en voorzieningen hoeft
deze vertaalslag niet gemaakt te worden, omdat die in het geldbedrag luiden.
De resultatenrekening, is een overzicht van de opbrengsten en de kosten gedurende een
bepaalde periode en heeft over de betreffende periode behaalde resultaat weer.
Opbrengsten zijn een reflectie van de economische prestaties die een onderneming in de
betreffende periode heeft geleverd. Kosten geven de waarde van de verbruikte
productiemiddelen in de betreffende periode weer.
1.2.2 Het verband tussen de balans en de resultatenrekening
Wint over een bepaalde periode kan worden berekend:
Vanuit de resultatenrekening, als het verschil tussen de opbrengsten en de kosten
Vanuit de balans, als het verschil tussen het eigen vermogen aan het eind en het
eigen vermogen aan het begin van de periode (vermogensvergelijking)
Kapitaalstorting, is een toename van jet eigen vermogen die niet als winst valt aan te
merken.
Kapitaalonttrekking, is een afname van het eigen vermogen die geen verlies is, zoals het
uitkeren van dividend.
Winstberekening door middel van vermogensvergelijkingen:
Eigen vermogen einde periode – eigen vermogen begin periode = vermogenstoename –
kapitaalstortingen + kapitaalonttrekkingen = winst
Rechtstreekse vermogensmutaties, de mutaties in het eigen vermogen niet via de
resultatenrekening gelopen.
,1.2.3 Rentabiliteit, solvabiliteit en liquiditeit
Rentabiliteit
Als het resultaat wordt gerelateerd aan het vermogen waarmee dit resultaat is behaald.
De rentabiliteit van het totale vermogen, is het berekenen door de totale
vermogensopbrengst (winst voor aftrek van interest en voor aftrek van belastingen)
uit te drukken in percentage van het gemiddeld totaal vermogen.
De rentabiliteit van het eigen vermogen, is het berekenen door de nettowinst uit te
drukken in een percentage van het gemiddeld eigen vermogen. Dit is de REV na
aftrek van belasting. Het kan ook voor aftrek van belasting, door de winst voor aftrek
van de belasting te nemen.
De rentabiliteit van het vreemd vermogen, is het berekenen door de rentelasten uit
te drukken in een percentage van het gemiddeld vreemd vermogen
Financiële hefboomwerking, als de RTV hoger is dan de RVV, dan is het ten goede van de
eigenvermogensverschaffers en zal de REV voor aftrek van de belasting hoger zijn dan de
RTV.
Solvabiliteit
De mate waarin de onderneming in staat is aan haar verplichtingen jegens de schuldeisers te
voldoen. De verhouding tussen het eigen en het totale vermogen.
Achtergesteld functie, leningen waarop pas afgelost wordt als aan de verplichtingen ten
opzichte van de overige schuldeisers voldaan is. Dit is vergelijkbaar met het eigen vermogen.
Garantievermogen, het verzamelterm voor al het vermogen.
Liquiditeit
De mate waarin de onderneming in staat is aan haar lopende betalingsverplichtingen te
voldoen.
Dynamische liquiditeit, een prognose van de verwachte ontvangsten en uitgave van de
komende periode.
Statische liquiditeit, door te kijken naar de verhouding tussen de vlottende activa en de
kortlopende verplichtingen, ook wel de current ratio. Hij moet minimaal 1,5 a 2 zijn. De
cijfers geven maar een momentopname weer dus je kan nog niks zeggen over hoe het voor
derest is.
Windowdressing, door de cijfers beter te laten lijken dan wat ze in werkelijkheid zijn.
1.3 Ontwikkeling van de externe verslaggeving
In de middeleeuwen had Nederland een boek waar er gerapporteerd werd aan de
familieleden. Pas bij overlijden werd er gekeken naar de winst er werd berekend wat
iedereen kreeg.
Bij de VOC werd er vaak gerapporteerd naar de financiële positie. Zo konden beleggers
bepalen over de aan- of verkoopbeslissingen van aandelen.
In de Industriële Revolutie werd er niet steeds meer naar de familie gekeken maar ook naar
mensen buiten de familie, voornamelijk voor het vermogen. Ze hadden aandelen en alle
beursgenoteerde bedrijven moesten hun jaarrekeningen publiceren. In 1928 werd deze wet
wettelijk verankerd. Vervolgens werden de jaarrekeningen gecontroleerd door iemand om te
kijken of dit klopt. Ook kwam er een belastinginspecteur voor de externe verslaggeving. Na
de eerste wereldoorlog hadden ze winstbepalingssystemen. Na de tweede wereldoorlog
kregen de werknemers invloed invloed binnen de onderneming. in 1971 werd de wet op de
,jaarrekening van de ondernemingen (WJO) van kracht. Deze gaven alleen regels voor de nv,
bv, de coöperatie en de waarborgmaatschappij. In 1976 werd dit overgenomen in het
Burgerlijk wetboek. Harmonisatie, het ondernemingsrecht met de wetgeving wordt in alle
lidstaten verplicht opgenomen. De EG-richtlijnen, geven regels aan voor de enkelvoudige
(vennootschappelijke) jaarrekening en de voorschriften voor de geconsolideerde
jaarrekening. In 2005 werd de IFRS (international financial reporting standards) opgericht om
hierop de geconsolideerde jaarrekening op te stellen. Deze strikte en gedetailleerde regels
worden opgesteld door de international accounting standards board (IASB) in Londen, een
non-gouvernementele organisatie, die zich bezighoudt met het op mondiaal niveau
ontwikkelen van verslaggevingsstandaarden. De niet-beursgenoteerde bedrijven vallen
onder de nationale wetgeving van de lidstaten.
1.4 Functies en kwaliteitskenmerken van de jaarrekening
Drie modellen:
Het bezitsmodel, er is geen scheiding tussen leiding en eigendom. Het doel is het
vergroten van het kapitaal van de ondernemer. De ondernemer en de fiscus zijn de
belanghebbenden. Er wordt alleen een fiscale jaarrekening opgesteld. Hier vallen de
eenmanszaken en de VOF’s onder.
Het klassieke of gesloten model, door scheiding van leiding en eigendom zitten
bedrijven in een gesloten model. Belanghebbenden zijn de eigenaar,
kapitaalverschaffer (wilt weten wat er met zijn geïnvesteerd kapitaal gebeurd) en de
kapitaalbeheerder (de functie van de jaarrekening). Centraal staat hier de
verantwoordingsfunctie.
Het moderne of open model, door vermaatschappelijking zijn hier veel bedrijven in
terecht gekomen. Dit geldt voornamelijk voor de beursgenoteerde bedrijven. De
jaarrekening zal een informatie- of beslissingsondersteunende functie hebben voor
de kapitaalverschaffers en -beheerders, werknemers, vakbonden, overheid,
potentiële beleggers en publiek. Dit kan helpen bij bepaalde beslissingen. Ook is er
een behoefte aan sociale jaarverslagen en milieuverslagen.
Kwaliteitskenmerken
Om de kernfuncties goed te kunnen vervullen, dient de jaarrekening informatie te bevatten
die zowel relevant als betrouwbaar is.
Relevantie, een jaarrekening moet cijfers opleveren. Hij moet er waardevolle
informatie aan kunnen ontlenen. De jaarrekening zal behulpzaam zijn voor de
gebruiker bij verantwoordingsfunctie en de informatiefunctie.
Betrouwbaarheid, de lezer moet erop vertrouwen dat de cijfers een getrouw beeld
geven van de financiële positie van de onderneming. Het zal altijd controleerbaar zijn
door de accountant.
1.5 Creative accounting
Een rooskleuriger beeld geven van de financiële positie.
Ten eerste, zijn de bestaansmogelijkheid aan het feit dat bij de winstbepaling allerlei
schattingen gemaakt dienen te worden. Schattingen zijn subjectief en bieden een invulling.
Ten tweede, geven de wet- en regelgeving vaak de vrijheid om bij het opstellen van de
jaarrekening te kiezen uit verschillende manieren om een transactie of gebeurtenis te
verwerken.
, Stelselwijziging, door de overstap van het ene op het andere verslaggevingsalternatief kan
aanpassing van het winstcijfer bereikt worden. Vormen van creative accounting:
Winstegalisatie (income smoothing), door in de goede jaren het winstbedrag naar
beneden toe bij te stellen en het afgeroomde bedrag toe te voegen aan de winst in
een minder goed jaar.
Taking a bath strategie, een boekjaar waar een groot verlies is, door het grote verlies
groter te maken door extra afschrijvingen of het vormen van voorzieningen. Zo zal er
later in de jaren minder afgeschreven hoeven te worden.
Winststuring of earnings management, ander woord voor creative accounting.
Werkelijke winstperspectief, het verschuiven van winsten van het ene boekaar naar
het andere kan leiden dat het resultaat over een bepaald boekjaar en het eigen
vermogen per het einde van het boekjaar niet getrouw worden weergeven.
Informatieperspectief, dat het gepresenteerde winstcijfer relevantere informatie
oplevert dan de werkelijke winst.
1.6 Wetenschappelijk onderzoek op het terrein van de externe verslaggeving
Normatieve wetenschapsbeoefening, de onderzoekers wilden met hun publicaties
aanwijzingen geven aan de praktijk om de kwaliteit van de externe verslaggeving te
verbeteren.
Deductief, zo kwamen wetenschappers tot hun conclusies, door uit te gaan van een als waar
aangenomen veronderstelling wordt door middel van logisch redeneren tot conclusies
gekomen.
Postulaat, dat handhaving van de productiecapaciteit van een onderneming gewaarborgd
dient te zijn alvorens er sprake is van winst.
Conceptual framework, aanbevolen raamwerk voor de financiële rapportage zijn ontwikkeld.
De fair value accounting, het waarderen van balansposten tegen marktwaarde.
Beschrijvend of empirisch onderzoek, het doel is om de verslaggevingspraktijk te verklaren
en te voorspellen.
De positive accounting theory, gaat ervan uit dat de ondernemingsleiding haar eigen
doeleinden probeert te realiseren door middel van de externe verslaggeving.
De beschrijvende onderzoeken maken deel uit van inductie, er wordt geprobeerd uit
observaties van de werkelijkheid algemene regels af te leiden.
De financiële positie is een factor van de betekenis waarop de externe verslaggeving wordt
vormgegeven.
H3 Verslaggevingsprincipes van de boekhoudkundige waarde- en winstbepaling
3.1 Verslaggevingsprincipes in hun onderling verband
Een toerekening aan het juiste boekjaar is noodzakelijk:
De kosten van het verbruik van deze productiemiddelen
De opbrengsten die uit dit verbruik voortvloeien
Transformatieproces, het transformeren van de prijs van het product. Van de inkoopprijs
naar de verkoopprijs.
Realisatieprincipe, er is sprake van realisatie als de onderneming gepresteerd heeft jegens
de afnemer, als de onderneming aan haar kan van de overeenkomst met de klant heeft
voldaan.