Casus uitwerkingen strafrecht 2
Strafbare poging
1. Art. 45 lid 1 Sr benoemen: poging tot misdrijf is strafbaar wanneer het een voornemen van
de dader zich door een begin van uitvoering heeft geopenbaard.
2. Voorwaarden art. 45 lid 1 Sr uitwerken.
Poging tot misdrijf.
Er moet dus ten eerste sprake zijn van een misdrijf. Misdrijven staan in boek 2 van het
wetboek van Sr. Ook moet er sprake zijn van een poging tot misdrijf. Hierbij moet het doel
het misdrijf zijn.
Het voornemen van de dader.
Er moet opzet aangetoond zijn. Hierna noem je de soort opzet, namelijk opzet met
bedoeling, voorwaardelijk opzet of opzet met noodzakelijkheidsbewustzijn. De juiste soort
werk je uit.
Door een begin van uitvoering.
Eerst cito-criterium ALTIJD toepassen. Er is sprake van een begin van uitvoering als een
gedraging naar uiterlijke verschijningsvorm beschouwd wordt als te zijn gericht op de
voltooiing van het misdrijf. De handeling staat gelijk aan de uiterlijke verschijningsvorm. Het
doel (het misdrijf) moet gericht zijn op de voltooiing van het misdrijf. Hierna geef je uit of er
concrete gevaarzetting is.
Het gaat hier dus om drie punten, voltooiing van het misdrijf, de uiterlijke verschijningsvorm en de
concrete gevaarzetting.
3. Conclusie geven: Er is wel/geen sprake van een strafbare poging, zie art. 45 lid 1 Sr.
,Sprake van vrijwillige terugtred
1. Art. 46b Sr benoemen: voorbereiding noch poging bestaat indien het misdrijf niet is voltooid
ten gevolge van omstandigheden van de wil van de dader afhankelijk.
2. Voorwaarden art. 46b Sr uitwerken.
Het misdrijf
Er moet dus ten eerste sprake zijn van een misdrijf. Misdrijven staan in boek 2 van het
wetboek van Sr.
Is niet voltooid.
Ten gevolge van omstandigheden van de wil van de dader afhankelijk. Er mag hier geen
sprake zijn van externe omstandigheden. Zie het bijbehorende arrest.
3. Conclusie geven: er is wel/geen sprake van vrijwillige terugtred, zie art. 46b Sr.
,Strafbare voorbereiding
1. Art. 46 lid 1 Sr benoemen: voorbereiding van een misdrijf waarop naar de wettelijke
omschrijving een gevangenis van acht jaren of meer is gesteld is strafbaar, wanneer de dader
opzettelijk voorwerpen, stoffen, informatiedragers, ruimten of vervoermiddelen bestemd tot
het begaan van dat misdrijf verwerft, vervaardigd, invoert, doorvoert, uitvoert of
voorhanden heeft.
2. Voorwaarden art. 46 lid 1 Sr uitwerken.
Een misdrijf:
Er moet dus ten eerste sprake zijn van een misdrijf. Misdrijven staan in boek 2 van het
wetboek van Sr.
De wettelijke omschrijving is acht jaren of meer:
Voorbereidingsmiddelen zijn aan de orde, namelijk voorwerpen, stoffen, informatiedragers,
ruimten of vervoermiddelen:
Daarmee worden handelingen verricht, namelijk verwerven, vervaardigen, invoeren,
doorvoeren, uitvoeren of voorhanden hebben:
3. Hierna het dubbele opzet uitwerken:
Opzet op de voorbereiding
Opzet op het strafbare feit
4. Conclusie geven: … kan wel/niet worden veroordeeld voor de strafbare voorbereiding, zie …
Poging tot uitlokking
, 1. Art. 46a Sr benoemen: poging om een ander door een der in artikel 47, eerste lid onder 2 e,
vermelden middelen te bewegen om een misdrijf te begaan, is strafbaar, met dien verstande
dat geen zwaardere straf wordt uitgesproken dan ter zake van poging tot het misdrijf of,
indien zo’n danige poging niet strafbaar is, ter zake van het misdrijf zelf kan worden
opgelegd.
2. Voorwaarden voor poging tot uitlokking uitwerken:
Een poging tot een ander te bewegen om een misdrijf te begaan.
Er moet dus sprake zijn van een misdrijf. Misdrijven staan in boek 2 van het wetboek van Sr.
Ook moet een poging worden gedaan tot uitlokking.
Door een der in artikel 47, eerste lid onder 2 e vermelden middelen.
3. Tussenconclusie geven: Aan art. 46a Sr is wel/niet voldaan.
4. Hierna het dubbele opzet uitwerken:
Opzet op de uitlokking
Opzet op het strafbare feit
5. Conclusie geven: … kan wel/niet worden veroordeeld tot poging van uitlokking van …, omdat
hij of zij wel/niet aan alle voorwaarden van art. 46a Sr heeft voldaan.
Uitlokking