1
Het Realiseren van de Transformatiedoelen van de Jeugdwet van 2015
Melanie Smit
2643061
Thema 10: Jeugdwet en overheveling naar gemeenten
Klinisch Werkveld en Organisatie
Vrije Universiteit Amsterdam
23-12-2022
Aantal woorden: 1753
, 2
Huidige stand van zaken
Sinds 2015 zijn gemeenten grotendeels verantwoordelijk voor de zorg voor de jeugd, onder
andere op het gebied van jeugdhulp, jeugdbescherming en jeugdreclassering (Bouma et al., 2017).
Een belangrijke reden om de verantwoordelijkheid voor de jeugdzorg over te dragen aan de
gemeenten was de versnippering van de jeugdhulp over verschillende bestuurlijke systemen en
financiële stromen (Van Rijn & Teeven, 2013). Dit zorgde voor veel problemen, omdat
professionals bijvoorbeeld veel tijd kwijt waren aan papierwerk en kinderen te snel werden
doorverwezen wanneer de zorg vastliep.
De transitie van een landelijke organisatie van de jeugdzorg naar een gemeentelijke
organisatie, oftewel de decentralisatie van de jeugdzorg, is vastgelegd in de Jeugdwet van 2015
(Friele et al., 2018). De Jeugdwet is een wet die een groot deel van de zorg en ondersteuning voor
kinderen en jongeren tot 18 jaar regelt (Zorgwijzer, 2022). De Jeugdwet werd ingevoerd om de
jeugdzorg te transformeren waarbij drie doelen in acht werden genomen: het bieden van de juiste
hulp op maat en hiermee minder gespecialiseerde hulp; het realiseren van meer samenhang of
samenwerking tussen instanties binnen de jeugdzorg; en het verschaffen van meer ruimte voor
professionals, oftewel het verminderen van de regeldruk (Friele et al., 2018). Regeldruk heeft te
maken met zaken zoals administratieve lasten en het opvolgen van regels die soms als onnodig
worden gezien (Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, 2019).
Het uitgangspunt van het eerste doel, de juiste hulp op maat, is dat door in te zetten op
preventie en vroegtijdig lichtere vormen van hulp te bieden, voorkomen kan worden dat de
problemen van het kind zodanig ernstig worden dat uiteindelijk dure, gespecialiseerde hulp nodig
zal zijn (Bucx et al., 2018). Het bevorderen van samenwerking tussen jeugdzorginstanties, het
tweede doel, zou moeten leiden tot integrale zorg rondom het kind, waardoor verschillende
problemen die bij zowel het kind als in het gezin spelen mee worden genomen in de behandeling
(Kenniscentrum Kinder- en Jeugdpsychiatrie, 2021). Het derde doel, minder regeldruk en meer
, 3
ruimte voor professionals, zou ertoe moeten leiden dat professionals meer ruimte krijgen om
passende zorg te bieden (Bucx et al., 2018).
Ondanks de transitie en de opgestelde transformatiedoelen uit 2015, lijkt de jeugdzorg in een
crisis te zitten. Verschillende berichten demonstreren dit. Zo staakte en protesteerde zo’n
zevenduizend medewerkers van de jeugdzorg op 15 maart 2022 tegen zaken als onderbezetting,
bezuinigingen en wachtlijsten in de sector (Van der Wal, 2022). Recent werd tevens alarm geslagen
door de jeugdbescherming, waar wordt gesproken van een crisis die code zwart heeft bereikt
(Feenstra, 2022). De zorgen komen eveneens voort uit personeelstekorten en lange wachtlijsten.
Vraagstelling
Omdat gemeenten een aanzienlijke hoeveelheid tijd hebben besteed aan de transitie van de
jeugdzorg, zijn veel gemeenten nog niet toegekomen aan het monitoren van de transformatiedoelen
van de Jeugdwet (Friele et al., 2018). Mogelijk hangt de problematiek die zich momenteel binnen
de jeugdzorg afspeelt samen met het feit dat de transformatiedoelen van de jeugdzorg nog niet
gerealiseerd zijn. De vraagstelling van het huidige onderzoek luidt hierom als volgt: zijn de
transformatiedoelen van de Jeugdwet van 2015 bereikt? Om antwoord te krijgen op deze vraag zal
literatuuronderzoek gedaan worden en zal er een interview plaatsvinden met een projectleider van
het Nederlands Jeugdinstituut (NJI), Drs. M. Driedonks.
Betoog
Uit het interview met Drs. Driedonks en het uitgevoerde literatuuronderzoek is naar voren
gekomen dat de transformatiedoelen van de Jeugdwet uit 2015 onvoldoende zijn gerealiseerd. Zo
wil het nog niet lukken om minder gespecialiseerde hulp en meer preventie aan kinderen te bieden.
Drs. Driedonks geeft in voornoemd interview aan dat er nog geen echte verschuiving van dure,
specialistische hulp naar meer vrij toegankelijke hulp en preventie plaatsvindt. Jeugdzorg is nog
vaak reactief in plaats van preventief; er wordt pas hulp geboden als de problemen reeds hoog
opgelopen zijn, waardoor gespecialiseerde hulp noodzakelijk is (Kösters et al., 2018). Dit wordt
ondersteund door een onderzoek van Hilderink et al. (2020), waaruit blijkt dat er geen afname van